Gewone en grijze zeehond in Waddenzee en Deltagebied, 1960-2023

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Dankzij de sluiting van de jacht zijn in Nederland de aantallen zeehonden de laatste zestig jaar gegroeid. De gewone zeehond herstelde zich uiteindelijk ondanks vervuiling en het zeehondenvirus (PDV) dat in 1988 en in 2002 ongeveer 50% van de dieren doodde. Sinds 2013 stagneert de groei echter en in 2022 werd een afname waargenomen (Galatius et al., 2022). De grijze zeehond maakte rond 1980 zijn comeback in de Waddenzee, en rond 2000 in het Deltagebied. Dankzij de uitwisseling met andere gebieden groeien sinds het begin van deze eeuw de aantallen zeehonden in het Deltagebied.

Aantalsverloop gewone zeehond tot 2013

Zeehonden werden langs onze kusten eeuwenlang bejaagd, als schadelijk wild, maar ook voor traan (vet) en pels. Nadat in 1961 in het Deltagebied en in 1962 in het Waddengebied de jacht op de zeehond was gesloten, trad enig herstel op. Dit herstel was echter van korte duur. Door een te lage reproductie, mede als gevolg van verontreiniging door PCB's (Reijnders, 1986), daalde de populatie tot een dieptepunt in 1976. Er werden toen 480 gewone zeehonden in het Nederlandse waddengebied geteld. De toename van verstoring door menselijke activiteiten zoals beroepsvaart en watertoerisme worden hiervan als oorzaak gezien. Ook ging de jacht in omliggende gebieden door. De jacht in Denemarken werd in 1977 beëindigd en de Duitse deelstaten stopten pas enkele jaren daarvoor. Hierna begon de populatie in het Waddengebied zich te herstellen. Verbetering van de waterkwaliteit, immigratie uit de Duitse en Deense Waddenzee en maatregelen tegen verstoring hebben hiertoe bijgedragen (Brasseur et al., 2018).
In Zuidwest-Nederland heeft de uitvoering van de Deltawerken ook geleid tot verstoring en verkleining van het leefgebied van de gewone zeehond en praktisch verdwijning van deze soort (Reijnders, 1985). Tussen 1969 en 1992 werden jaarlijks maar 15 gewone zeehonden in het gebied geteld. Toen de werkzaamheden werden afgerond begon ook daar de aantallen, gevoed door migratie uit de Waddenzee, te groeien. Het herstel van de zeehondenaantallen in Nederland werd echter door een virusepidemie in de Noordzee verstoord. Tot tweemaal toe, in 1988 en 2002, werden de aantallen met ongeveer 50% gereduceerd (Härkönen et al., 2007). Desondanks herstelde de Waddenzeepopulatie, en daarmee ook de aantallen in het Deltagebied, zich goed. De emigratie uit de andere Waddengebieden en de toename van het aantal lokale geboortes zorgden voor een exponentiële groei in de Nederlandse Waddenzee. Ook maakten steeds meer dieren gebruik van het Deltagebied. In 2013 werden 7.605 gewone zeehonden in het Waddengebied geteld en 597 in de Delta. De aantallen in het gehele Waddengebied, inclusief Denemarken en Duitsland, werd geschat op bijna 40.000 dieren (Brasseur et al., 2013). De jaarlijkse groei was gemiddeld 9% per jaar.

Stagnatie vanaf 2013 in het aantal gewone zeehonden

Vanaf 2013 stagneert de groei van het aantal zeehonden in het Waddengebied (Cremer et al., 2017). Er wordt geen of nauwelijks groei waargenomen, ondanks een jaarlijkse toename van het aantal geboren pups. Dit bereikt een maximum in 2021 wanneer er bijna 11.000 pups in de Waddenzee geteld werden, waarvan 2.529 in Nederland. In dat jaar werd de gehele populatie geschat op 40.000 en werden er 8.245 verharende dieren geteld in de Nederlandse Waddenzee. De afgelopen tien jaar heeft er dus amper groei plaatsgevonden. Daarmee is er na 2013 sprake van een trendbreuk ten opzichte van de periode ervoor (1974-2013), toen de populatie in de Waddenzee, met uitzondering van de virusuitbraken, praktisch continu groeide (Brasseur et al., 2018). Dit is opmerkelijk, omdat het aantal getelde pups jaarlijks wel gemiddeld met 10% per jaar groeide in die periode.
In 2022 werden in de Nederlandse Waddenzee 7.721 zeehonden geteld (Galatius et al., 2022), een daling ten opzichte van 2021, waarmee de aantallen ongeveer even groot waren als in 2013. Daarnaast daalde voor het eerst ook het aantal waargenomen geboortes, in Nederland werden er 22% minder pups geteld dan het jaar ervoor. De reden van de waargenomen trendbreuk in 2013 en de afname in de tellingen in 2022 is vooralsnog onbekend (Galatius et al., 2022). Grootschalige emigratie kan worden uitgesloten, blijkt uit de tellingen uit omliggende landen (ICES, 2022).
In het Zeeuwse en Zuid-Hollandse Deltagebied is sinds eind jaren negentig sprake van een continue toename in aantallen. In 2021 werden in het Deltagebied in augustus 1.162 gewone zeehonden geteld (Hoekstein et al., 2022). Omdat het aantal pups relatief laag is en de sterfte hoog (Brasseur, 2018) is deze groei vooral het gevolg van import uit onder andere de Waddenzee.
De gewone zeehond in Nederland maakt deel uit van de Waddenzeepopulatie, die zich uitstrekt tot Noord-Denemarken. Dit is met ongeveer 40.000 dieren de grootste populatie gewone zeehonden in het Noordzeegebied en ruim 25% hiervan wordt in Nederland geteld.

Ontwikkeling grijze zeehond

Sinds 1980 is de grijze zeehond terug in de Nederlandse wateren (Reijnders et al., 1995, Brasseur et al., 2015). Eeuwenlang werd de soort zelden waargenomen in ons land. In 1985 werden de eerste jongen geboren en sindsdien is het aantal sterk toegenomen. De groei is het gevolg van lokale geboortes, maar ook in belangrijke mate het gevolg van import vanuit de Britse eilanden waar naar schatting 150.000 dieren zijn (Brasseur et al., 2015, SCOS, 2018). Grijze zeehonden worden vooral in het westelijk Waddengebied waargenomen, maar breiden zich langzaam in oostelijk richting uit. Ook in Duitsland hebben zich groeiende kolonies gevestigd, hoewel in Nederland verreweg de meeste dieren worden geteld (Schop et al., 2023). In 2023 zijn in het totale Waddengebied 10.544 grijze zeehonden geteld, waarvan 7.613 in het Nederlandse Waddengebied (Schop et al., 2023).
In het Deltagebied neemt het aantal grijze zeehonden sinds 2003 toe. In 2022 werden in de Delta 2.738 grijze zeehonden waargenomen (Hoekstein et al., 2023). Ook voor deze soort geldt dat de groei vrijwel uitsluitend door import van andere kolonies verklaard kan worden.

Bescherming

De gewone zeehond en grijze zeehond staan in de Habitatrichtlijn (bijlage II en V) en de gewone zeehond valt onder de trilaterale "Agreement on the Conservation of Seals in the Wadden Sea" de Conventie van Bonn (CMS).

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aantallen zeehonden in de Waddenzee en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta
Omschrijving
Jaarlijkse tellingen van grijze en gewone zeehonden in de Waddenzee en in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta
Verantwoordelijk instituut
Wageningen Research (eindredactie).
Tellingen Waddenzee: Wageningen Marine Research (Jessica Schop).
Tellingen Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta: Delta Project Management in opdracht van RWS/Provincie Zeeland.
Berekeningswijze
Zuivere tellingsresultaten aantal dieren tijdens de rui op de zandplaten
Basistabel
Jaar en aantal
Geografische verdeling
Gehele Nederlandse deel van de Waddenzee en Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
A. Integrale waarneming

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Gewone en grijze zeehond in Waddenzee en Deltagebied, 1960-2023 (indicator 1231, versie 20, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.