Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021

De emissies van zwaveldioxide, stikstofoxiden, ammoniak, fijn stof (PM2,5) en NMVOS zijn sterk afgenomen sinds 1990. De emissies van al deze NEC-stoffen voldoen in 2021 aan de relatieve reductiedoelstellingen die gelden voor de periode 2020-2029.

Uitstoot van de NEC-stoffen NOx, SO2, NH3, NMVOS en PM2,5 sterk gedaald

De emissies (uitstoot) van de verzurende stoffen ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) zijn sterk afgenomen in de periode 1990-2000. Ook de emissies van fijn stof (PM2,5) en vluchtige organische stoffen (niet-methaan-VOS; NMVOS) zijn sterk gedaald in deze periode, zie figuur 'Totaal volgens doel 2020-2029 en 2030'.
Na 2000 namen de emissies van de meeste stoffen verder af, maar minder sterk dan in de periode daarvoor. De NOx-emissie daalde nog wel in hetzelfde tempo als de voorgaande periode. De SO2-emissie bleef tussen 2003 en 2007 stabiel en is na 2007 verder gedaald. De emissies van alle NEC-stoffen voldoen in 2021 aan de relatieve reductiedoelstellingen die gelden voor de periode 2020-2029.

Berekeningswijze emissies onder de NEC-richtlijn veranderd

De emissies zijn hier weergegeven volgens de definities van de EU-richtlijn inzake Nationale Emissieplafonds (NECD of ook wel NEC-richtlijn). Onder deze richtlijn gelden met ingang van 2020 relatieve reductiedoelstellingen voor de periode 2020-2029 en voor de periode 2030 en verder.
De emissies van zeescheepvaart vallen niet onder de NEC-richtlijn.

Met ingang van 2020 gelden er in de EU voor de emissies van NH3, NOx, SO2, PM2,5 en NMVOS reductiepercentages. Deze relatieve reductiedoelstellingen moeten worden gerealiseerd ten opzichte van de emissies in het emissiejaar 2005. Herberekeningen van emissiereeksen door nieuwe inzichten hebben daarmee als gevolg dat de te reduceren emissies jaarlijks kunnen verschillen.
Onder deze nieuwe NEC-richtlijn is ook de berekeningswijze voor toetsing aan de relatieve emissieplafonds van de NEC-stoffen gewijzigd. Onder de vorige NEC-richtlijn hoefden al de emissies van zeescheepvaart en luchtvaart (boven 3000 voet hoogte) niet in de berekeningen te worden meegenomen, nu geldt dat eveneens voor de emissies van NOx en NMVOS uit mestmanagement en landbouwbodems.
Aanvullend heeft Nederland ervoor gekozen om de berekeningen van emissies van wegverkeer te berekenen op basis van verkochte brandstoffen in plaats van verbruikte brandstoffen.
Voor de luchtverontreinigende emissies van de zeescheepvaart zie:

Deze emissiegegevens worden ook internationaal, in de vorm van het Informative Inventory Report (IIR) en bijbehorende NFR tabellen geleverd aan EMEP/EEA.

Alle emissies onder de NEC-richtlijn liggen onder de reductiedoelstelling voor de periode 2020-2029.

Wijzigingen 1990-2021 reeksen ten opzichte van de 1990-2020 reeksen

In de 1990-2021 reeksen ten opzichte van de 1990-2020 reeksen zijn de volgende aanpassingen gedaan:

Sector Landbouw:
- Er is een verbeterde uitsplitsing doorgevoerd van de emissies van Hobbydieren (particulier gehouden landbouwhuisdieren zonder economische motivatie). Hierdoor kunnen de emissies daarvan beter worden toegedeeld aan de verschillende doelgroepen.

Sector Verkeer en vervoer:
- Er is een inventarisatie gehouden bij bedrijven om meer inzicht te krijgen in gebruik van de aanwezige mobiele werktuigen. Daarnaast is in de emissieberekeningen de elektrificatie meegenomen, gegevens van RDW-data zijn geanalyseerd en brandstoftotalen zijn gevalideerd. De emissieberekeningen van mobiele werktuigen die in de verschillende doelgroepen gebruikt worden zijn hieraan aangepast. Een inventarisatie van bouwwerkzaamheden aan het spoor geeft nieuwe inzichten in activiteitgegevens. De emissies van spoorwegen zijn daardoor aangepast.

Sector Consumenten:
- Verbranding van hout buitenshuis (vuurschalen, tuinkachels, vuurkorven e.d.) is als nieuwe emissieoorzaak toegevoegd;
- De emissies van verbranding van hout voor ruimteverwarming zijn gecorrigeerd voor het aantal graaddagen per jaar;
- De emissieberekeningen van het gebruik van schoonmaakmiddelen zijn aangepast aan een nieuwe bron voor activiteitdata (verkoopcijfers). Hierdoor zijn de emissies van NMVOS afgenomen.

Sector Handel, diensten en overheid:
- Door het gebruik een nieuwe bron voor activiteitdata (verkoopcijfers) zijn de emissies van NMVOS tot 2015 afgenomen en vanaf 2015 toegenomen.

Uitstoot stikstofoxiden (NOx) is met 72% afgenomen sinds 1990

Voor de periode 2020-2029 geldt voor stikstofoxiden een NEC-reductiedoelstelling van 45% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NOx met 56% afgenomen en voldoet daarmee ruim aan de NEC-reductiedoelstelling voor de geldende periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt voor NOx een reductiedoelstelling van 61%, waar de huidige reductie nog niet aan voldoet.
Gedurende de periode 1990-2021 zijn de NOx-emissies volgens NEC gedaald van 629,0 kton naar 177,8 kton (-72%), zie figuur 'NOx'. Dit is vooral het gevolg van het stellen van emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen), genomen maatregelen, zoals toepassen van Selectieve Katalytische Reductie in de industrie, bij raffinaderijen en in de energiesector, betere isolatie en een grotere inzet van hoogrendementsketels in woningen en bedrijfsgebouwen en een lagere steenkoolinzet in de energiesector.
Ten opzichte van 2020 is de uitstoot van stikstofoxiden in 2021 met 4,1 kton verder afgenomen. Deze afname in 2021 is het saldo van een aantal oorzaken. De afname is vooral gevolg van de emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen). Daar tegenover staan echter enkele toenamen als gevolg van hogere steenkoolinzet bij de Energie-opwekking (+0,7 kton) een hogere aardgas en houtinzet bij consumenten voor woningverwarming en warmwaterproductie (+0,7 kton).

Uitstoot zwaveldioxide (SO2) is met 89% afgenomen sinds 1990

Voor de periode 2020-2029 geldt voor SO2 een NEC-reductiedoelstelling van 28% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van SO2 met 69% afgenomen en voldoet daarmee ruim aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. De reductiedoelstelling vanaf 2030 is 53%, waaraan dus nu al voldaan wordt.
Tijdens de periode 1990-2021 zijn de SO2-emissies gedaald van 198,1 kton naar 20,9 kton (-89%), zie figuur 'SO2'. In de periode 1990-2007 zijn de SO2-emissies vooral gedaald door het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) voor de energiesector, raffinaderijen, de industriesector en het verzuring-convenant met de energiesector. De maatregelen waarmee de reductie werd bereikt, zijn:
- Rookgasreiniging bij raffinaderijen, de industrie en de energiesector;
- Overgang van olie- naar gasstook bij raffinaderijen en in de chemische industrie;
- Inzet van kolen met een lager zwavelgehalte in de kolengestookte energiecentrales.
Naast de reductie in de bovengenoemde sectoren is de SO2-emissie van verkeer en vervoer afgenomen door de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen.
De lagere SO2-emissie in periode 2007-2013 is vooral het gevolg van een overschakeling van oliestook naar gasstook bij de raffinaderijen en door het verder aanscherpen van normen voor het maximaal zwavelgehalte van rode diesel, die wordt gebruikt door de binnenvaart, visserij en voor 2013 door mobiele werktuigen.
In 2021 is de SO2-emissie ten opzichte van 2020 toegenomen met 1,2 kton. Deze toename vond met name plaats in de energiesector als gevolg van de hogere inzet van steenkool (+0,7 kton) en bij raffinaderijen als gevolg van jaarlijks schommelende proces-emissies (+0,9 kton). De emissies in de sector industrie daalden echter met 0,5 kton.

Uitstoot ammoniak (NH3) met 65% afgenomen

Voor de periode 2020-2029 geldt voor NH3 een NEC-reductiedoelstelling van 13% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NH3 met 21% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Echter, voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 21%, waar de huidige NH3-emissies nog (net) niet aan voldoet.
Sinds 1990 zijn de emissies van NH3 gedaald van 344,5 kton naar 121,9 kton in 2021 (-65%), zie figuur 'NH3'. De afname tijdens de periode 1990-2013 is het gevolg van krimp van de veestapel, eiwitarm voer, afdekken van mestopslagen, emissiearm bemesten en emissiearme stallen. De grootste bijdrage levert emissiearm bemesten. Hierbij vervluchtigt er weinig ammoniak, waardoor er meer stikstof in de bodem beschikbaar komt voor het gewas en er minder kunstmest nodig is.
Tussen 2014 en 2017 neemt, na een jarenlange daling, de uitstoot van ammoniak weer toe. De twee belangrijkste oorzaken voor deze stijging zijn de groei van de melkveestapel en de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. Deze toename werd voor een deel afgezwakt door schonere stalsystemen voor varkens en pluimvee.
Vanaf 2018 nemen de NH3-emissies weer af als gevolg van afnemende dieraantallen van rundvee, (fok)varkens en pluimvee (leghennen), een verdere toename in het gebruik van vooral emissiearme varkensstallen en de verplichtte mestverdunning bij toepassing van mest op klei en veen grasland.
De emissie van ammoniak is in 2021 ten opzichte van 2020 met 1,4 kton afgenomen. Deze NH3-afname vindt plaats in de sector landbouw als gevolg van lagere dieraantallen rundvee, pluimvee en varkens en een lagere N-excretie bij met name melkvee als gevolg van lagere eiwitgehalten in het voer.

Uitstoot vluchtige organische stoffen (NMVOS) is ruim onder de reductiedoelstelling

Voor de periode 2020-2029 geldt voor NMVOS een NEC-reductiedoelstelling van 8% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NMVOS met 8% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Echter, voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 15%, waar de huidige NMVOS-reductie nog niet aan voldoet.
De NMVOS-emissies zijn sinds 1990 (509,7 kton) met 63% gedaald tot een niveau van circa 190,3 kton in 2021, zie figuur 'NMVOS'. De emissies zijn vooral gedaald door maatregelen in het kader van het Koolwaterstoffen 2000-programma en het Nationaal Reductieplan NMVOS (VROM, 2005). Daarnaast zijn de emissies in de verkeerssector gedaald, doordat de emissie-eisen voor het wegverkeer (Euro-normen) regelmatig zijn aangescherpt.
In 2021 is ten opzichte van 2020 de totale uitstoot van NMVOS bij consumenten met 10,3 kton toegenomen door het extra gebruik van handdesinfectiemiddelen als gevolg van de Covid19-crisis. De Covid-19-crisis heeft geleid tot een hoger gebruik van handdesinfectiemiddelen, als gevolg hiervan zijn de NMVOS emissies in 2021 ten opzichte van 2019 met 48,1 kton toegenomen.

Uitstoot fijnstof (PM2,5) flink gedaald sinds 1990

De NEC-reductiedoelstelling voor PM2,5 voor de periode 2020-2029 is 37% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van PM2,5 met 51% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 45%, waar de huidige PM2,5-emissies aan voldoen.
Sinds 1990 zijn de emissies van PM2,5 met 75% gedaald, van 57,1 kton in 1990 tot 14,2 kton in 2021, zie figuur 'PM2,5'. De afname van de emissies van PM2,5 heeft vooral plaatsgevonden bij de bedrijven en het (weg)verkeer. De afname bij de bedrijven (industrie, energiesector en raffinaderijen) is vooral te danken aan milieuregelgeving, waaronder het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) en de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NER). Dit heeft geleid tot maatregelen, zoals procesaanpassingen en een toename van het gebruik van luchtfilters. De daling bij het wegverkeer is het gevolg van de Europese emissie-eisen aan nieuwe auto's.
Ten opzichte van 2020 namen de PM2,5 emissies in 2021 met 0,7 kton af. De afname van PM2,5 in 2021 wordt voor het grootste deel veroorzaakt door wegverkeer, waar als gevolg van de Covid19-crisis nog steeds minder kilometers gereden zijn.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings Directive" (NEC): emissies, 1990 - 2021
Omschrijving
Emissies van grootschalige luchtverontreinigende stoffen (zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM2,5), ammoniak (NH3), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (NMVOS), volgens de NEC-richtlijn.
Verantwoordelijk instituut
RIVM, in samenwerking met de Emissieregistratie (RIVM, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Wageningen University & Research: en Deltares).
Berekeningswijze
De emissiegegevens voor grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt (bij)geschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie.Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie
Basistabel
Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodememissies, emissies oppervlaktewater, luchtemissies, luchtemissies volgens IPCC. In totaal circa 300 stoffen. Circa 1.600 emissie-oorzaken en circa 1.000 (individuele) puntbronnen.
Verschijningsfrequentie
In februari definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Methoden en begrippen zie Emissieregistratie
Betrouwbaarheidscodering
Zie Kwaliteit van de emissiecijfers

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021 (indicator 0183, versie 28, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.