Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: emissies, 1990 - 2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De emissies van zwaveldioxide, stikstofoxiden, ammoniak, fijn stof (PM10/PM2,5)en NMVOS zijn sterk afgenomen sinds 1990. De emissies van ammoniak en NMVOS liggen in 2017 allebei boven het Europese emissieplafond(NEC) van 2010. De emissies van de overige stoffen liggen allen onder Europese emissieplafond(NEC) van 2010.

Uitstoot van verzurende stoffen, NMVOS en fijn stof sterk gedaald

De emissies (uitstoot) van de verzurende stoffen ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) zijn fors afgenomen in de periode 1990-2000. Ook de emissies van fijn stof Fijn stof (PM10/PM2,5) en vluchtige organische stoffen (Niet-Methaan-VOS) zijn fors gedaald in deze periode. Na 2000 namen de emissies van de meeste stoffen verder af, maar minder sterk dan in de periode daarvoor. De NOX-emissie daalde nog wel in hetzelfde tempo als de voorgaande periode. De SO2-emissie bleef tussen 2003 en 2007 stabiel en is na 2007 verder gedaald. In de onderstaande alinea's wordt de trend per stof verder toegelicht.
De emissies zijn hier weergegeven volgens de definities van de EU-richtlijn inzake Nationale Emissieplafonds (NEC-richtlijn). De emissieplafonds 2010, die gelden tot en met 2019, zijn voor Nederland bepaald op basis van de totaal binnenlands gereden kilometers (Fuel used) voor Wegverkeer. Dit betekent dat de emissies tot en met 2019 bepaald zullen worden op basis van het berekende brandstof verbruik(Fuel used) voor Wegverkeer.
De emissieplafonds 2020 en 2030 zijn voor Nederland bepaald op basis van de hoeveelheid afgezette brandstof (Fuel Sold) voor Wegverkeer. Dit betekent dat de emissies na 2019 bepaald zullen worden op basis van de brandstofafzet voor Wegverkeer. De emissies van zeescheepvaart vallen niet onder de NEC-richtlijn.Voor de luchtverontreinigende emissies van de zeescheepvaart zie:

Wijzigingen 1990-2017 reeksen ten opzichte van de 1990-2016 reeksen

In de landbouwsector zijn in de 1990-2017 reeksen ten opzichte van de 1990-2016 reeksen de volgende aanpassingen gedaan:
- Deze ronde zijn voor de eerste keer NMVOS emissies vanuit de landbouw berekend en opgenomen als nieuwe bronnen. NMVOS emissies komen voornamelijk uit de opslag en toediening van mest en kuilvoer.
- Een aantal NOx bronnen die tot nu nog niet onder het NEC regime waren opgenomen, zijn nu wel opgenomen.
- Voor NH3 zijn voor de eerste keer de volgende bronnen aan de inventarisatie toegevoegd: sfeerverwarming (open haarden en allesbranders), vreugdevuren, woningbranden.
- De NH3 en NOx emissies van mestbewerking en -verwerking zijn als nieuwe bronnen opgenomen onder Afvalverwijdering.
Bovenstaande wijzigingen hebben geresulteerd in een (flinke) bijstelling naar boven toe van de totale emissiereeksen van NH3, NOx en NMVOS.


De emissies van ammoniak en NMVOS liggen in 2017 allebei boven het Europese emissieplafond (NEC) van 2010.De door Europa vastgestelde maxima zijn echter gebaseerd op de situatie in 2000. Het is mogelijk om de uitstoot van bronnen die de afgelopen jaren zijn toegevoegd, niet te hoeven meetellen. Nederland heeft daartoe een verzoek ingediend. Voor ammoniak gaat het om de bronnen afrijping van gewassen, gewasresten in de bodem en mestverwerking. Voor vluchtige organische stoffen gaat het om de uitstoot uit landbouwbodems en het gebruik van kuilvoer. Als dit verzoek wordt geaccepteerd, dan liggen de emissies van NH3 en NMVOS in 2017 allebei onder het NEC plafond van 2010.

Uitstoot stikstofoxiden met 61% afgenomen sinds 1990, en onder emissieplafond 2010

Gedurende de periode 1990-2017 zijn de NOx emissies gedaald van 629 kton naar 246 kton (-61%). Dit is vooral het gevolg van het stellen van emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen), genomen maatregelen, zoals SCR (Selectieve Catalytische Reductie) in de industrie, raffinaderijen en energiesector en betere isolatie en een grotere inzet van hoogrendementsketels in woningen en bedrijfsgebouwen.
Ten opzichte van 2016 is de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) in 2017 met 8 kton afgenomen tot 246 kton. Hierdoor ligt de emissie circa 14 kton onder het emissieplafond van 260 kton vanaf 2010. De daling in 2017 is vooral het gevolg van de emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen). een lagere inzet van steenkool in de Energiesector en minder inzet van WKK in de tuinbouwsector.

Zwaveldioxide-uitstoot met 86% afgenomen en ruim onder het NEC-plafond

Tijdens de periode 1990-2017 zijn de SO2 emissies gedaald van 193,7 kton naar 26,9 kton (-86%). Dit is ruim onder het emissieplafond voor SO2 dat 50 kton bedraagt vanaf 2010.
In de periode 1990-2007 zijn de SO2-emissies vooral gedaald door het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) voor de energiesector, raffinaderijen en industrie en het verzuringsconvenant met de energiesector. De maatregelen waarmee de reductie werd bereikt, zijn:
- rookgasreiniging bij raffinaderijen, de industrie en de energiesector;
- overgang van olie- naar gasstook bij raffinaderijen en in de chemische industrie;
- inzet van kolen met een lager zwavelgehalte in de kolengestookte energiecentrales.
Naast de reductie in de bovengenoemde sectoren is de SO2-emissie van verkeer en vervoer afgenomen door de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen.
De lagere SO2-emissie in periode 2007-2013 is vooral het gevolg van een overschakeling van oliestook naar gasstook bij de raffinaderijen en door het verder aanscherpen van normen voor het maximaal zwavelgehalte van rode diesel die wordt gebruikt door de binnenvaart, visserij en mobiele werktuigen.
In 2017 is de SO2-emissie ten opzichte van 2016 afgenomen met 1,7 kton. Deze afname vond met name plaats in de Energiesector door een lagere inzet van steenkool bij de elektriciteitsproductie.

Uitstoot ammoniak met 62% afgenomen; in 2017 iets boven het NEC-plafond

Sinds 1990 zijn de emissies van NH3 gedaald van 351,3 kton naar 132,4 kton in 2017 (-62%) en ligt hiermee boven het maximum(128,0 kton) dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald.
De afname tijdens de periode 1990-2013 is het gevolg van krimp van de veestapel, eiwitarm voer, afdekken van mestopslagen, emissiearm bemesten en emissiearme stallen. De grootste bijdrage levert emissiearme bemesting. Bij emissiearm bemesten vervluchtigt er weinig ammoniak, waardoor er meer stikstof in de bodem beschikbaar komt voor het gewas en er minder kunstmest nodig is.
Sinds 2014 neemt, na een jarenlange daling, de uitstoot van ammoniak (NH3) weer toe. De twee belangrijkste oorzaken voor deze stijging zijn de groei van de melkveestapel en de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. Deze stijging werd voor een deel afgezwakt door schonere stalsystemen voor varkens en pluimvee.
De emissie van ammoniak is in 2017 ten opzichte van 2016 met 3,9 kton toegenomen en ligt nu met 132,4 kiloton boven het maximum (128,0 kiloton) dat vanuit Europa voor Nederland is bepaald. Door het voeren van meer gras (t.o.v. mais), een grotere melkproductie en een hoger lichaamsgewicht van melkvee is de hoeveelheid N in de mest in 2017 gestegen. Deze stijging wordt echter door een kleinere veestapel enigszins gedempt.

Uitstoot van vluchtige organische stoffen (NMVOS) ruim boven emissieplafond

De NMVOS-emissies zijn sinds 1990 (600,7 kton) met 58% gedaald tot een niveau van circa 254 kton in 2017. Omdat deze ronde voor de eerste keer NMVOS emissies vanuit de landbouw zijn berekend en opgenomen, is dit ruim boven het emissieplafond voor NMVOS dat 185 kton bedraagt vanaf 2010. De emissies zijn vooral gedaald door maatregelen in het kader van het Koolwaterstoffen 2000-programma en het Nationaal Reductieplan NMVOS (VROM, 2005). Daarnaast zijn de emissies in de verkeerssector gedaald doordat de emissie-eisen voor het wegverkeer (Euro-normen) regelmatig zijn aangescherpt.
Door met name meer verfverbruik in Industrie zijn de totale NMVOS-emissies ten opzichte van 2016 in 2017 licht toegenomen.

Fijn stof (PM10/PM2,5) uitstoot flink gedaald sinds 1990

Sinds 1990 zijn de emissies van PM10 met circa 63% gedaald, van 71,9 kton in 1990 tot 26,8 kton in 2017. De uitstoot van de fijnere fractie van fijn stof (PM2,5) daalde met 72% van 49,5 kton in 1990 tot 13,3 kton in 2017.
Alleen de emissies van PM2,5 vallen onder de herzienen NEC-richtlijn. De afname van de emissies van PM10 en PM2,5 heeft vooral plaatsgevonden bij de bedrijven en het (weg)verkeer. De afname bij de bedrijven (industrie, energiesector en raffinaderijen) is vooral te danken aan milieuregelgeving, waaronder het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) en de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NER). Dit heeft geleid tot maatregelen zoals procesaanpassingen en een toename van het gebruik van filters. De daling bij het wegverkeer is het gevolg van de Europese emissie-eisen aan nieuwe auto's.
Ten opzichte van 2016 namen de PM10 en PM2,5 emissies in 2017 met 0,3 kton en respectievelijk 0,2 kton nauwelijks af.

Nieuwe inzichten in emissiecijfers

Voor een volledig overzicht van alle wijzigingen, zie de website van de emissieregistratie:

Nieuwe emissiedoelen voor 2020/2030

De emissieplafonds 2020 en 2030 zijn voor Nederland bepaald op basis van de emissies berekend via de hoeveelheid afgezette brandstof (Fuel Sold) voor Wegverkeer en zonder de emissies van NOx en NMVOS van mestbeheer en landbouwgronden. Dit betekent dat de emissies voor 2020 en later bepaald zullen gaan worden op basis van de brandstofafzet voor Wegverkeer en zonder de emissies van NOx en NMVOS van mestbeheer en landbouwgronden. (berekeningswijze na 2019).
Zowel de emissieplafonds voor 2020 en 2030 en de emissies voor de periode 1990-2017 berekend op basis van de brandstofafzet voor Wegverkeer en zonder de emissies van NOx en NMVOS van mestbeheer en landbouwgronden zijn opgenomen in de laatste grafiek (Totaal volgens berekeningswijze na 2019)..

Bronnen

Technische toelichting

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2019). Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: emissies, 1990 - 2017 (indicator 0183, versie 25, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.