Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2022

De emissies van zwaveldioxide, stikstofoxiden, ammoniak, fijnstof (PM2,5) en NMVOS zijn sterk afgenomen sinds 1990. De emissies van al deze NEC-stoffen voldoen in 2022 aan de relatieve reductiedoelstellingen die gelden voor de periode 2020-2029.

Uitstoot van de NEC-stoffen NOx, SO2, NH3, NMVOS en PM2,5 sterk gedaald

De emissies (uitstoot) van de verzurende stoffen ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) zijn sterk afgenomen in de periode 1990-2000. Ook de emissies van fijnstof (PM2,5) en vluchtige organische stoffen (niet-methaan-VOS; NMVOS) zijn sterk gedaald in deze periode, zie figuur ‘Totaal volgens doel 2020-2029 en 2030’.
Na 2000 namen de emissies van de meeste stoffen verder af, maar minder sterk dan in de periode daarvoor. De NOx-emissie daalde nog wel in hetzelfde tempo als de voorgaande periode. De SO2-emissie bleef tussen 2003 en 2007 stabiel en is na 2007 verder gedaald. De emissies van alle NEC-stoffen voldoen in 2022 aan de relatieve reductiedoelstellingen die gelden voor de periode 2020-2029.

Berekeningswijze emissies onder de NEC-richtlijn veranderd

De emissies zijn hier weergegeven volgens de definities van de EU-richtlijn over Nationale Emissieplafonds (NECD of ook wel NEC-richtlijn). Onder deze richtlijn gelden met ingang van 2020 relatieve reductiedoelstellingen voor de periode 2020-2029 en voor de periode 2030 en verder. 

Deze relatieve reductiedoelstellingen moeten worden gerealiseerd ten opzichte van de emissies in het emissiejaar 2005. Herberekeningen van emissiereeksen door nieuwe inzichten hebben daarmee als gevolg dat de te reduceren emissies in absolute zin jaarlijks kunnen verschillen. Als door een herberekening bijvoorbeeld de emissie in 2005 verandert, wijzigt ook de te reduceren emissie. Ook als door een herberekening de emissie in 2005 gelijk blijft maar de emissies in 2020 en 2021 veranderen, wijzigt de te reduceren emissie. Dit komt doordat de te realiseren reductie bepaald is als een percentage van de emissie in 2005.

Niet onder de NEC-richtlijn vallen de NOx- en NMVOS-emissies van mestmanagement en landbouwbodems. Ook de emissies van zeescheepvaart en van luchtvaart boven 3000 voet vallen niet onder de NEC-richtlijn. Voor de luchtverontreinigende emissies van de zeescheepvaart zie: Emissies door de zeescheepvaart, 1990-2022.
Nederland heeft ervoor gekozen om de berekeningen van emissies van wegverkeer te berekenen op basis van verkochte brandstoffen in plaats van verbruikte brandstoffen.

De emissiegegevens worden ook internationaal, in de vorm van het Informative Inventory Report (IIR) en bijbehorende NFR-tabellen, geleverd aan het European Monitoring and Evaluation Programme/European Environment Agency (EMEP/EEA).

Alle emissies onder de NEC-richtlijn liggen onder de reductiedoelstelling voor de periode 2020-2029.

Wijzigingen 1990-2022 reeksen ten opzichte van de 1990-2021 reeksen

In de 1990-2022 reeksen zijn de volgende aanpassingen gedaan ten opzichte van de 1990-2021 reeksen: 

Sector Landbouw:
-           Er is een verbeterde uitsplitsing doorgevoerd van de emissies van Hobbydieren (particulier gehouden landbouwhuisdieren zonder economische motivatie). Hierdoor kunnen de emissies daarvan beter worden toegedeeld aan de verschillende doelgroepen;
-           Bij een aantal kleine bronnen zijn nieuwe inzichten toegepast. Die hebben geringe invloed op de totale invloed van de landbouwemissies. In de berekening van emissies van bewerking van kalvermest is overgestapt op de jaarlijkse TAN-gehalten van de mest. Dit geeft kleine verschillen voor NH3 en NOx. Voor het areaal gemaaid grasland is overgestapt op de grasland-enquête uit de “Gecombineerde opgave”. Bij de diersoorten rundvee, varkens, pluimvee, schapen, geiten, paarden en pony’s wordt in de berekeningen van mestopslag, -bewerking en -aanwending nu ook het strooisel meegenomen

Sector Verkeer en vervoer:
-           Voor de binnenvaart is voor de jaren 2020-2022 overgestapt naar het gebruik van real-time snelheidsgegevens (AIS-data). Het hieruit berekende gemiddeld brandstofverbruik per ton.kilometer is gebruikt voor het herberekenen van de emissiereeks 1990-2019, waardoor deze emissies ca. 7% lager zijn geworden;
-           Ook bij de kleine emissiebronnen Railvervoer en Tweewielers zijn nieuwe inzichten toegepast, waardoor de emissies over de gehele reeks zijn aangepast. Bij Railvervoer zijn de slijtage-emissies (PM10 en PM2,5) van wielen, remmen en rails aan de reeks toegevoegd. De fijnstof emissies van spoorwegen zijn daardoor over de gehele reeks ca. 20% hoger. Voor de gehele reeks zijn de emissiefactoren (uitlaatgassen) geactualiseerd op basis van de laatste inzichten, waardoor de emissie van NH3, NOx, NMVOS en SO2 zijn gewijzigd.
Bij Tweewielers zijn de verkeersprestaties aangepast waardoor in 2021 de emissies van NH3, NOx en SO2 met ca 17% zijn afgenomen en die van fijnstof en NMVOS met ca 35%.

Sector Consumenten:
-           Voor de berekening van de van de NMVOS-emissies van het gebruik van handdesinfectiemiddelen is overgestapt van gebruik op basis van een enquête onder gebruikers op het gebruik van verkoopcijfers. Hierdoor zijn de emissies in periode 1990-2019 toegenomen met ca 5,3 tot 7,8 kton. Daarentegen zijn de emissies in de jaren 2020 en 2021 aanzienlijk afgenomen met respectievelijk 22,2 kton en 35,6 kton.   

Sector Handel, diensten en overheid:
-            Bij mobiele werktuigen zijn er kleine wijzigingen bij NMVOS-emissies door het toepassen van nieuwe inzichten in de verkoop- en invoeringsdata van enkele machinetypen;
-           Voor het gebruik van vloerwas is een nieuwe databron gebruikt, waardoor de NMVOS-emissies over de gehele reeks zijn toegenomen.

Uitstoot stikstofoxiden (NOx) is met 74% afgenomen sinds 1990

Voor de periode 2020-2029 geldt voor stikstofoxiden een NEC-reductiedoelstelling van 45% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NOx met 59% afgenomen en voldoet daarmee ruim aan de NEC-reductiedoelstelling voor de geldende periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt voor NOx een reductiedoelstelling van 61% en daar voldoet de huidige uitstoot nog niet aan. 

In de periode 1990-2022 zijn de NOx emissies volgens NECD gedaald van 630,3 kton naar 162,2 kton (-74%). Dit is vooral het gevolg van het stellen van emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen), genomen maatregelen, zoals toepassen van SCR (Selectieve Katalytische Reductie) in de industrie, bij raffinaderijen en in de energiesector, betere isolatie en een grotere inzet van hoogrendementsketels in woningen en bedrijfsgebouwen en een lagere steenkoolinzet in de Energiesector.
De afname in 2022 met 10 kton ten opzichte van 2021 is een optelsom van de afnames in de diverse sectoren, waarvan ruim 50% in de sector Verkeer (wederom met name door de emissie-eisen aan personenauto's en vrachtverkeer (Euro-normen)).

Uitstoot zwaveldioxide (SO2) is met 90% afgenomen sinds 1990

Voor de periode 2020-2029 geldt voor SO2 een NECD-reductiedoelstelling van 28% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van SO2 met 71% afgenomen en voldoet daarmee ruim aan de NECD-reductiedoelstelling voor de huidige periode. De reductiedoelstelling vanaf 2030 is 53%. Hier wordt nu al aan voldaan.
Tijdens de periode 1990-2022 zijn de SO2-emissies gedaald van 197,6 kton naar 19,6 kton (-90%). In de periode 1990-2007 zijn de SO2-emissies vooral gedaald door het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) voor de energiesector, raffinaderijen, de industriesector en het verzuring-convenant met de energiesector. De maatregelen waarmee de reductie werd bereikt, zijn:
-           Rookgasreiniging bij raffinaderijen, de industrie en de energiesector;
-           Overgang van olie- naar gasstook bij raffinaderijen en in de chemische industrie;
-           Inzet van kolen met een lager zwavelgehalte in de kolengestookte energiecentrales.
Naast de reductie in de bovengenoemde sectoren is de SO2-emissie van verkeer en vervoer afgenomen door de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen.
De lagere SO2-emissie in periode 2007-2013 is vooral het gevolg van een overschakeling van oliestook naar gasstook bij de raffinaderijen en door het verder aanscherpen van normen voor het maximaal zwavelgehalte van rode diesel, die wordt gebruikt door de binnenvaart, visserij en voor 2013 door mobiele werktuigen.
In 2022 is de SO2-emissie ten opzichte van 2021 verder afgenomen met 1,3 kton. Deze afname vond vooral plaats in de Overige Industrie. Daar tegenover staat dat de Raffinaderijen voor het 2e jaar op rij een toename van de SO2-emissies laat zien.

Uitstoot ammoniak (NH3) met 65% afgenomen

Voor de periode 2020-2029 geldt voor NH3 een NEC-reductiedoelstelling van 13% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NH3 met 22% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 21% en daar voldoet de huidige NH3-emissie ook aan.
Sinds 1990 zijn de emissies van NH3 gedaald van 346,6 kton naar 121,2 kton in 2022 (-65%). De afname in de periode 1990-2013 is het gevolg van krimp van de veestapel, eiwitarm voer, afdekken van mestopslagen, emissiearm bemesten en emissiearme stallen. De grootste bijdrage levert emissiearm bemesten. Hierbij vervluchtigt er weinig ammoniak, waardoor er meer stikstof in de bodem beschikbaar komt voor het gewas en er minder kunstmest nodig is.
Tussen 2014 en 2017 neemt, na een jarenlange daling, de uitstoot van ammoniak weer toe. De twee belangrijkste oorzaken voor deze stijging zijn de groei van de melkveestapel en de veranderde voedselsamenstelling voor het vee. Deze toename werd voor een deel afgezwakt door schonere stalsystemen voor varkens en pluimvee.
Vanaf 2018 nemen de NH3-emissies weer af door afnemende dieraantallen van rundvee, (fok)varkens en pluimvee (leghennen), een verdere toename in het gebruik van vooral emissiearme varkensstallen en de verplichtte mestverdunning bij toepassing van mest op klei en veen grasland.
De emissie van NH3 is in 2022 ten opzichte van 2021 met 2,3 kton afgenomen. Deze NH3-afname vindt vooral plaats in de sector Landbouw, vooral als gevolg van een afname van de hoeveelheid ruw-eiwit in het melkveevoerrantsoen, een lichte toename van aandeel luchtwassers bij fokvarkens en een lager gebruik van kunstmeststoffen.

Uitstoot vluchtige organische stoffen (NMVOS) is ruim onder de reductiedoelstelling

Voor de periode 2020-2029 geldt voor NMVOS een NEC-reductiedoelstelling van 8% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van NMVOS met 24% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 15%, waar de huidige NMVOS-uitstoot eveneens aan voldoet.
De NMVOS-emissies zijn sinds 1990 (508,5 kton) met 70% gedaald tot een niveau van circa 154,5 kton in 2022. De emissies zijn vooral gedaald door maatregelen in het kader van het Koolwaterstoffen 2000-programma en het Nationaal Reductieplan NMVOS (VROM, 2005). Daarnaast zijn de emissies in de verkeerssector gedaald, doordat de emissie-eisen voor het wegverkeer (Euro-normen) regelmatig zijn aangescherpt.
Na een toename van de NMVOS-emissies in 2020 in de sector Consumenten door het gebruik van handdesinfectiemiddelen als gevolg van de Covid19-pandemie, nemen de emissies nu weer langzaam af. De NMVOS-emissies zijn in 2020 door de toegenomen verkopen van handdesinfectiemiddelen met 8,8 kton toegenomen. In 2022 zijn deze NMVOS-emissies inmiddels weer met 4,7 kton afgenomen. De totale NMVOS-emissies van consumenten zijn in 2022 ten opzichte van 2021 afgenomen met 0,9 kton. 

Uitstoot fijnstof (PM2,5) flink gedaald sinds 1990

De NEC-reductiedoelstelling voor PM2,5 voor de periode 2020-2029 is 37% ten opzichte van het jaar 2005. Sinds 2005 is de uitstoot van PM2,5 met 50% afgenomen en voldoet daarmee aan de NEC-reductiedoelstelling voor de huidige periode. Voor de periode vanaf 2030 geldt een reductiedoelstelling van 45%, waar de huidige PM2,5-emissies aan voldoen.
Sinds 1990 zijn de emissies van PM2,5 met 75% gedaald, van 57,3 kton in 1990 tot 14,3 kton in 2022. De afname van de emissies van PM2,5 vond vooral plaats bij de bedrijven en het (weg)verkeer. De afname bij de bedrijven (industrie, energiesector en raffinaderijen) is vooral te danken aan milieuregelgeving, waaronder het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) en de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NER). Dit heeft geleid tot maatregelen, zoals procesaanpassingen en een toename van het gebruik van luchtfilters. De daling bij het wegverkeer is het gevolg van de Europese emissie-eisen aan nieuwe auto's. 
Ten opzichte van 2021 namen de PM2,5 emissies in 2022 met 0,2 kton af. De afname van PM2,5 in 2021 wordt voor het grootste deel veroorzaakt door wegverkeer.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Grootschalige luchtverontreiniging de “National Emission Ceilings Directive” (NEC): emissies, 1990 - 2022

Omschrijving

Emissies van grootschalige luchtverontreinigende stoffen (zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijnstof (PM2,5), ammoniak (NH3), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (NMVOS), volgens de NEC-richtlijn.

Verantwoordelijk instituut

Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op basis van data van Emissieregistratie.

Berekeningswijze

De emissiegegevens voor grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt (bij)geschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie.

Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie

Basistabel

Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie

Geografische verdeling

Nederland

Andere variabelen

Belasting oppervlaktewater, bodememissies, emissies oppervlaktewater, luchtemissies, luchtemissies volgens IPCC. In totaal circa 300 stoffen. Circa 1.600 emissie-oorzaken en circa 1.000 (individuele) puntbronnen.

Verschijningsfrequentie

In februari definitieve cijfers t-2

Achtergrondliteratuur

Methoden en begrippen zie Emissieregistratie

Betrouwbaarheidscodering

Zie Kwaliteit van de emissiecijfers

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2024). Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2022 (indicator 0183, versie 29, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.