Benzeen in lucht, 1995-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2013 bedroegen de gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie in Nederland 0,6 tot 1,4 µg/m³. Dat is ver onder de Europese grenswaarde van 5 µg/m³. De gemeten concentraties liggen ook lager dan 1,7 µg/m³. Deze waarde is afgeleid uit de WHO-risicoschatting.

Concentraties

De benzeenconcentraties liggen in Nederland al jaren onder de Europese grenswaarde van 5 µg/m³. Sinds 2012 wordt de landsdekkende kaart met benzeenconcentraties niet meer geactualiseerd. De laatst berekende kaart was voor 2011. De beschikbare kaart voor 2013 in de GCN-viewer is identiek aan de kaart van 2011. De grootschalige benzeenconcentratie vertoonde in dat jaar een vrij vlak beeld over Nederland variërend van ongeveer 0,3 µg/m3 in het noorden tot ongeveer 0,6 µg/m3 in het zuiden. In grote steden zijn de concentraties ongeveer 1 µg/m3. Een lokaal sterk verhoogde concentratie is aanwezig in de Rotterdamse haven als gevolg van emissies van de chemische industrie. Er is geen reden om aan te nemen dat het beeld voor 2013 erg verschillend zal zijn.

De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie daalt al jaren. Deze daling is vooral het gevolg van de invoering van de geregelde driewegkatalysator in begin van de jaren negentig, technische verbeteringen aan personenwagens en de verlaging van het benzeengehalte in benzine. Per 1 januari 2000 is het toegestane benzeengehalte in benzine verlaagd van 5% naar 1%. Volgens steekproeven van de milieu-inspectie voldeed het benzeengehalte echter in oktober 1999 al aan deze nieuwe norm. Benzeenemissies door wegverkeer dalen nog steeds ondanks het toenemende verkeersvolume. De daling in de jaren negentig is echter veel groter geweest dan de daling na 2000. Vanaf 2000 dalen de concentraties nog licht.

 

Bronnen

Benzeen is een bestanddeel van benzine. Het verkeer en vervoer is met ongeveer 52% de belangrijkste bron van de Nederlandse benzeenemissies. Hiervan is ongeveer 80% afkomstig van het wegverkeer. Anderen bronnen in Nederland zijn de verbranding in houtkachels en open haarden, die ongeveer 20% van de totale Nederlandse benzeenemissie veroorzaakt, op- en overslag en de chemische industrie in het Rijnmondgebied. Benzeen heeft een levensduur van enkele dagen in de atmosfeer. Hierdoor is ruim de helft van het in de Nederlandse lucht aanwezige benzeen afkomstig van buitenlandse bronnen. De hoogste concentraties worden gevonden in stedelijke gebieden met hoge industriële activiteit, zoals bij de op- en overslag van benzine en rond snelwegen.

Normstelling

De Europese Unie (EU) heeft grenswaarde van 5 µg/m3 voor benzeenconcentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid (EU, 2008). Vanaf 2011 moet aan deze grenswaarde voldaan worden. Tot 2011 gold onder de Nederlandse wetgeving een grenswaarde van 10 µg/m³. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat er geen veilig niveau voor benzeen kan worden gedefinieerd. Een maximaal toelaatbaar sterfterisico van 1 op de 100.000 mensen komt overeen met een maximale benzeenconcentratie van 1,7 µg/m3 (EEA, 2013).Voor meer informatie over de normstelling zie Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen

Effecten

Benzeen heeft een toxische werking op het bloed en bloedvormende weefsels. Daarnaast is benzeen carcinogeen; blootstelling kan leiden tot leukemie. In vergelijking met andere risicofactoren wordt aan aromaten, de groep van verbindingen met benzeen als uitgangspunt, bij de huidige concentraties een beperkt risico toegeschreven.

Door benzeen veroorzaakte sterfte in Nederland wordt door De Hollander en Brunekreef (2003) op drie gevallen per jaar geschat. De schatting voor het verlies aan gezondheid gewogen levensjaren (disability adjusted life year, DALY) komt voor benzeen op 140 DALYs/jaar.

 

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Concentratie van benzeen in lucht
Omschrijving
Concentratie van benzeen in Nederland op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Berekeningswijze
De trend van de jaargemiddelde benzeenconcentratie op regionale en straatstations is gebaseerd op metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML).
Basistabel
Reken- en Informatiesysteem Lucht van het RIVM.
Geografische verdeling
De trendfiguur is gebaseerd op de meetgegevens van twee individuele stations en daarmee slechts indicatief voor de ontwikkelingen. De trendlijn 'regionaal' geeft de concentraties weer van station Zegveld (633, LML). De trendlijn 'Utrecht' geeft de concentraties weer van een straatstation in Utrecht (639, LML). In de periode 2010-2012 zijn er op deze locatie geen metingen uitgevoerd.
Andere variabelen
Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als ammoniak, koolmonoxide, ozon, stikstofoxiden en zwaveldioxide.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2014 (Velders et al., 2014; zie bij 'Referenties').Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2012 (Mooibroek et al., 2013; zie bij 'Referenties').
Betrouwbaarheidscodering
Trend 1995-2013: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Benzeen in lucht, 1995-2013 (indicator 0457, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.