
Milieuverontreiniging
Milieuverontreiniging kan ontstaan door menselijke activiteiten, zoals uitstoot van schadelijke stoffen naar water, lucht of bodem. Milieuverontreiniging heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid van mensen en het functioneren van ecosystemen.
Uitstoot van schadelijke stoffen
Bij uiteenlopende menselijke activiteiten kan milieuverontreiniging ontstaan. Bijvoorbeeld door toenemend gebruik van geneesmiddelen: daardoor neemt de uitstoot van geneesmiddelen naar het riool toe. Via de rioolwaterzuivering komt een deel hiervan terecht in het oppervlaktewater. Ook bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten en ongedierte kunnen chemische stoffen in het oppervlaktewater of in de bodem terecht komen. Bij industriƫle processen, afvalverwerking, energieproductie en verkeer kunnen emissies met zware metalen vrijkomen naar de lucht, het water of de bodem. Verkeer is ook een belangrijke bron van benzeenemissies naar de lucht, andere bronnen in Nederland zijn houtstook en industrie.
Schade voor gezondheid
Milieuverontreinigingen kunnen schadelijke effecten veroorzaken voor de gezondheid. Zo behoren bijvoorbeeld benzeen en zware metalen tot de zogenoemde Zeer Zorgwekkende Stoffen, die gevaarlijk zijn voor de gezondheid van mensen omdat ze bijvoorbeeld kankerverwekkend zijn of de voortplanting remmen. Milieuverontreinigingen in de lucht kunnen leiden tot verergering van klachten van aandoeningen zoals astma, chronische bronchitis en hart- en vaatziekten.
Schade aan ecosystemen
Schadelijke effecten voor ecosystemen ontstaan bijvoorbeeld wanneer dieren per ongeluk plastic afval opeten en het plastic zo in de voedselketen terecht komt. Of wanneer vogels terechtkomen in olieverontreiniging op zee. Een ander voorbeeld is de vermesting van bodem of water door de uitstoot van stikstofhoudende stoffen, zoals ammoniak en stikstofoxiden. Hoewel planten stikstof nodig hebben om te kunnen groeien, leidt een te hoge blootstelling aan deze stoffen tot de aantasting van ecosystemen.