Afzet van gewasbeschermingsmiddelen, 2011-2022
De afzet van gewasbeschermingsmiddelen is in 2022 afgenomen naar 9,0 miljoen kg werkzame stof. Dat is 4 procent minder dan een jaar eerder. Sinds 2018 is de afzet onder de 10 miljoen kg. De afzet daalt sinds 2020.
Toelichting bij de gepresenteerde cijfers
De grafiek toont cijfers over de afzet van gewasbeschermingsmiddelen die berekend zijn door het CBS. Aanklikken van “download data” rechtsboven in de grafiek roept een tabel op met meer gegevens over de afzet van gewasbeschermingsmiddelen:
- door CBS berekende totaalcijfers voor 2010-2022 (CBS, 2024);
- door CBS berekende totaalcijfers voor 2010-2022 (CBS, 2024) exclusief microbiologische stoffen en exclusief stoffen van botanische oorsprong.
Een toelichting bij de berekening van de afzetcijfers is te vinden in de beschrijving van de berekeningsmethode in de technische toelichting. Daarnaast is meer informatie over de cijfers te vinden in het artikel Vergelijking afzet en gebruik gewasbeschermingsmiddelen (CBS, 2023a) en in de noten onder de tabel.
Totale afzet in 2022 lager dan in 2021
De totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen is in 2022 met 9,0 miljoen kg ruim onder de 10 miljoen kg werkzame stof van 2017. De afzet in 2022 is 9 procent minder dan in 2020, toen de totale afzet nog ruim 9,8 miljoen kg bedroeg (CBS, 2024). De zes jaar voor 2017 schommelde de afzet rond 11 miljoen kg (CBS, 2020).
Bestrijding van schimmels en bacteriën (fungiciden F)
In 2022 is 3,0 miljoen kg aan middelen afgezet voor de bestrijding van schimmels en bacteriën. Dit is 0,3 miljoen, ofwel ruim 10 procent minder dan een jaar eerder. Deze daling in 2022 komt vooral door het nu volledig vervallen van afzet voor mancozeb (LNV, 2024).
De middelen voor bestrijding van schimmels en bacteriën nemen nog steeds het grootste aandeel in de totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het aandeel schommelde per jaar tussen de 40 en 45 procent, maar is sinds 2018 gedaald van 46 naar 33 procent. Droge warme zomers leiden doorgaans tot een lager gebruik, natte koude zomers juist tot een hoger gebruik.
Bestrijding van onkruiden en loofdoding (herbiciden H)
In 2022 is 2,7 miljoen kg aan middelen afgezet voor het bestrijden van onkruiden en loofdoding. Dit is 0,12 miljoen kg meer dan in 2021 en dat is een stijging van 5 procent. Sinds 2018 zagen we een geleidelijke daling, maar nu gaat de afzet dus omhoog. In 2017 werd het meeste glyfosaat afgezet, maar in 2022 zien we een toename ten opzichte van 2021 (LNV, 2024). De afzet van middelen voor het bestrijden van onkruiden en loofdoding fluctueert jaarlijks, maar doorgaans minder dan bij de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding. Het aandeel van de middelen voor onkruidbestrijding en loofdoding schommelt al jaren tussen de 25 en 30 procent. In 2022 is het 30 procent.
Sinds 2016 is het professioneel gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw op verhardingen en in openbaar groen niet meer toegestaan. Alleen enkele uitzonderingen mogen nog. Dit heeft een beperkte invloed op de afzet voor onkruidbestrijding. In 2022 is nagenoeg al het professioneel gebruik in de niet-landbouw verboden.
Bestrijding van insecten en mijten (insecticiden en acariciden I)
In 2022 is bijna 2,3 miljoen kg aan middelen afgezet voor het bestrijden van insecten en mijten. In 2021 was dit 2,7 miljoen kg. Dat is dus een afname van 15 procent. De afzet van middelen voor de bestrijding van insecten en mijten steeg de laatste 3 jaar, maar daalt nu weer. Dat komt vooral door de afzet van paraffine-olie, die piekte in 2020 (LNV, 2024). Het aandeel in de totale afzet is in 2022 25 procent en schommelt over de jaren tussen de 15 en 30 procent
Overige gewasbeschermingsmiddelen
De afzet van de ‘overige middelen’, grondontsmettingsmiddelen en plantengroeiregulatie en slakkenbestrijding, is 1,1 miljoen kg in 2022. Sinds 2017 zien we een geleidelijke, duidelijk toename. Dat komt vooral door een toename bij plantengroeiregulatie. Tussen 2013 en 2017 juist een afname. Gedurende de periode 2011-2013 was het nog 1,8 miljoen kg. De afzet van ‘overige middelen’ is daarmee de laatste jaren 1 miljoen kg lager dan in 2013, hetgeen een gevolg is van het minder toepassen van metam-natrium als grondontsmettingsmiddel (CBS, 2024).
Nagenoeg alle afzet is chemisch
De totale afzet over 2022 is 8,991 miljoen kg, terwijl de afzet exclusief microbiologische middelen en middelen van botanische oorsprong 8,732 miljoen kg is. Het aandeel chemisch is dus 97,1 procent.
Harmonised Risk Indicator
Sinds mei 2019 heeft de Europese Commissie indicatoren vastgesteld om daarmee het gebruik van laag-risicostoffen te stimuleren en het gebruik van stoffen met hogere risicoprofielen te ontmoedigen. De afzet van laag-risicostoffen krijgt een lage weging in de HRI. De indicator wordt als eerste toegepast op de afzetcijfers. Ministerie LNV publiceert de gegevens voor Nederland op haar website (LNV, 2023).
Bepalende variabelen in de afzet van gewasbeschermingsmiddelen
Het verbruik van gewasbeschermingsmiddelen, en daarmee ook de verkoop ervan, wordt bepaald door een mix van variabelen. Schommelingen in de afzet komen door de jaarlijks wisselende gewasarealen binnen de landbouw, de mate waarin ziekten, plagen en onkruiden jaarlijks voorkomen, het beschikbare middelenpakket, de middelenkeuze en in hoeverre geïntegreerde gewasbescherming is toegepast. De relevantste variabele is het weer, als gevolg van elk jaar wisselende weersomstandigheden tijdens de groei van de gewassen.
Bronnen
- CBS (2020). Verkoop gewasbeschermingsmiddelen afgenomen in 2018. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2021). Iets minder gewasbeschermingsmiddelen verkocht in 2019.
- CBS (2023a) Vergelijking afzet en gebruik gewasbeschermingsmiddelen.
- CBS (2023b). Verkoop gewasbeschermingsmiddelen weer gedaald in 2021.
- CBS (2024). StatLine: Gewasbeschermingsmiddelen; afzet werkzame stof, toepassingsgroepen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS. Afzet bestrijdingsmiddelen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS. Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw. CBS, Den Haag / Heerlen.
- Eurostat (2023). Agri-environmental indicator - consumption of pesticides. Eurostat, Luxemburg.
- LNV (2019). Toekomstvisie gewasbescherming 2030, naar weerbare planten en teeltsystemen | Publicatie | Rijksoverheid.nl
- LNV, 2024. Afzetgegevens gewasbeschermingsmiddelen in Nederland | Publicatie | Rijksoverheid.nl
- LNV, 2023. Harmonised Risk Indicator (HRI) in Nederland | Publicatie | Rijksoverheid.nl.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Afzet van gewasbeschermingsmiddelen
- Omschrijving
Ontwikkeling van de afzet van gewasbeschermingsmiddelen, in miljoen kg werkzame stof, door de agrochemische industrie op de Nederlandse markt.
De EU-verordening kent een indeling van gewasbeschermingsmiddelen in 6 hoofdgroepen. In deze indicator zijn de gegevens verdeeld naar vier groepen:
- bestrijding van schimmels en bacteriën (fungiciden F),
- bestrijding van onkruid en loofdoding (herbiciden H),
- bestrijding van insecten en mijten (insecticiden I) en
- overig; bestrijding van slakken, plantengroeiregulatie en kiemremming, en andere gewasbeschermingsmiddelen zoals grondontsmetting.
De gepubliceerde afzetcijfers zijn inclusief de afzet van microbiologische stoffen, zoals Bacillus thuringiensis.- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
Een korte beschrijving van de onderzoekmethode geeft het artikel Afzet bestrijdingsmiddelen (CBS).
Rol diverse organisaties in de berekening en publicatie van afzetcijfers van gewasbeschermingsmiddelen
CropLifeNL (eerder Nefyto) levert jaarlijks aan Ministerie LNV de afzet van gewasbeschermingsmiddelen door haar leden op de Nederlandse markt.
De CropLifeNL-afzet wordt aangevuld met gegevens over de afzet van bedrijven die geen lid zijn van CropLife, op basis van waarneming voor Ministerie LNV die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitvoert.
Ministerie LNV levert de totale afzet van beide datastromen van gewasbeschermingsmiddelen per werkzame stof op de Nederlandse markt aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS zet de afzetcijfers om naar de actuele indeling van actieve stoffen, zoals voorgeschreven door EU-verordening 1185 / 2009 (betreffende statistieken over pesticiden).
Het CBS publiceert de aggregaten van de afzetcijfers in een StatLine-tabel (CBS, 2024) en levert de afzetcijfers conform EU-verordening 1185 / 2009 aan het Europees statistische bureau. De Europese cijfers worden gepubliceerd in een Agri-Environmental Indicator (Eurostat, 2023). Op basis van dezelfde Europese wetgeving stelt CBS eens in de vier jaar statistieken samen over o.a. het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de landbouwbedrijven.
Uit de afzetgegevens alleen kan geen informatie worden afgeleid over het exacte aandeel landbouw, het aandeel van een bepaalde sector van de land- en tuinbouw en het aandeel van een bepaald gewas.Sinds 2019 publiceert Ministerie LNV de afzet naar werkzame stof (LNV, 2024). Daarbij wordt niet alleen de stofnaam maar ook de EU(rostat) code vermeld. Zo betekent bijvoorbeeld F99_02_06 mandipropamid dat deze schimmelbestrijder tot de chemische klasse F99_02 namelijk amide fungicides gerekend word.
- Basistabel
StatLine: Gewasbeschermingsmiddelen; afzet werkzame stof, toepassingsgebieden (CBS, 2024)
- Geografische verdeling
Nederland
- Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
Verkoop gewasbeschermingsmiddelen afgenomen in 2018 (CBS, 2020)
Iets minder gewasbeschermingsmiddelen verkocht in 2019 (CBS, 2021)
Verkoop gewasbeschermingsmiddelen weer gedaald in 2021 (CBS, 2023b)
Afzet bestrijdingsmiddelen (CBS)
Vergelijking afzet en gebruik gewasbeschermingsmiddelen (CBS, 2023a)
Bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw (CBS)
Afzetgegevens gewasbeschermingsmiddelen in Nederland | Publicatie | Rijksoverheid.nl (LNV, 2024)
- Betrouwbaarheidscodering
- Integrale waarneming.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2024). Afzet van gewasbeschermingsmiddelen, 2011-2022 (indicator 0015, versie 24, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.