Afzet van gewasbeschermingsmiddelen, 2011-2023

De afzet van gewasbeschermingsmiddelen is in 2023 afgenomen naar 7,5 miljoen kg werkzame stof. Dat is 17 procent minder dan een jaar eerder. Sinds 2018 is de afzet onder de 10 miljoen kg. De afzet daalt sinds 2020.

Toelichting bij de gepresenteerde cijfers

De grafiek toont cijfers over de afzet van gewasbeschermingsmiddelen. In de te downloaden tabel bij de grafieken staan meer gegevens over de afzet van gewasbeschermingsmiddelen: 

  • door CBS berekende totaalcijfers voor 2010-2023 (CBS, 2025);
  • door CBS berekende totaalcijfers voor 2010-2023 (CBS, 2025) exclusief microbiologische stoffen en exclusief stoffen van botanische oorsprong.

Een toelichting bij de berekening van de afzetcijfers is te vinden in onderstaande factsheet. Daarnaast is meer informatie over de cijfers te vinden in de noten onder de tabel.

Totale afzet in 2023 fors lager dan in 2022

De totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen is in 2023 met 7,5 miljoen kg ruim onder de 10 miljoen kg werkzame stof in 2017. De afzet in 2023 is 17 procent lager dan in 2022 en 20 procent lager dan in 2020, toen de totale afzet nog ruim 9,8 miljoen kg bedroeg (CBS, 2025). In de periode 2011-2017 schommelde de afzet rond 11 miljoen kg (CBS, 2020). De afzet in 2023 is 31 procent van de afzet in 2011.

Bestrijding van schimmels en bacteriën (fungiciden F)

In 2023 is 2,5 miljoen kg aan middelen afgezet voor de bestrijding van schimmels en bacteriën. Dit is 0,5 miljoen, ofwel ruim 16 procent, minder dan een jaar eerder. Deze verdere daling in 2023 komt vooral door een normaler afzet in de productengroep ‘andere fungiciden voor captan’ (in F99) waarbij de sinds 2022 volledig verdwenen van afzet van dithiocarbamaat mancozeb enigszins wordt gecompenseerd door een toename van carbamaat propamocarb (in F02) (zie voor de afzet per stof referentie LVVN, 2024).
De middelen voor bestrijding van schimmels en bacteriën nemen nog steeds het grootste aandeel in de totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het aandeel schommelde per jaar tussen de 40 en 45 procent, maar is sinds 2018 gedaald van 46 naar 33 procent. Dit komt vooral door het wegvallen van de afzet van mancozeb. 
Droge warme zomers leiden doorgaans tot een lager gebruik, natte koude zomers juist tot een hoger gebruik. 

Bestrijding van onkruiden en loofdoding (herbiciden H)

In 2023 is 2,4 miljoen kg aan middelen afgezet voor het bestrijden van onkruiden en loofdoding. Dit is 0,5 miljoen kg minder dan in 2022 en dat is een daling van 11 procent sinds 2022. Sinds 2018 zien we een geleidelijke daling. In 2017 werd het meeste glyfosaat afgezet (zie H99 Andere Herbiciden), maar in 2023 zien we een afname ten opzichte van 2022 (LVVN, 2024). Ook voor MCPA (in H01 Herbiciden; fenoxy-fytohormonen) zien we een afname. De afzet van middelen voor het bestrijden van onkruiden en loofdoding fluctueert jaarlijks, maar doorgaans minder dan bij de middelen voor schimmel- en bacteriebestrijding. Het aandeel van de middelen voor onkruidbestrijding en loofdoding schommelt al jaren tussen de 25 en 30 procent. In 2023 is het 32 procent.
Sinds 2016 is het professioneel gebruik van bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw op verhardingen en in openbaar groen niet meer toegestaan. Alleen enkele uitzonderingen mogen nog. Dit heeft een beperkte invloed op de afzet voor onkruidbestrijding. In 2023 is nagenoeg al het professioneel gebruik in de niet-landbouw verboden.

Bestrijding van insecten en mijten (insecticiden en acariciden I)

In 2023 is nog maar 1,7 miljoen kg aan middelen afgezet voor het bestrijden van insecten en mijten. In 2022 was dit 2,3 miljoen kg. Dat is dus een afname van 27 procent. De afzet van middelen voor de bestrijding van insecten en mijten steeg aanvankelijk sinds 2018, maar daalt nu sinds 2021. De afzet voor insecten wordt gedomineerd door de afzet van paraffine-olie (in I99 Andere insecticiden), die piekte in 2016 (LNV, 2024). Het aandeel in de totale afzet is in 2023 22 procent en schommelt over de jaren tussen de 15 en 30 procent.

Overige gewasbeschermingsmiddelen

De afzet van de ‘overige middelen’, grondontsmettingsmiddelen en plantengroeiregulatie en slakkenbestrijding, is 0,95 miljoen kg in 2023. Sinds 2017 was er een geleidelijke toename, maar nu in 2023 dus een daling. De plantengroeiregulatie steeg aanvankelijk maar stabiliseert nu. Tussen 2013 en 2017 was er juist een afname voor ‘overige middelen’. Gedurende de periode 2011-2013 was het nog 1,8 miljoen kg. De afzet van ‘overige middelen’ is daarmee de laatste jaren 1 miljoen kg lager dan in 2013, hetgeen een gevolg is van het minder toepassen van metam-natrium als grondontsmettingsmiddel (CBS, 2025). In 2023 zien we een verdere daling (in ZR03 grondontsmetters).

Nagenoeg alle afzet is chemisch

De totale afzet in 2023 is 7,506 miljoen kg, terwijl de afzet exclusief microbiologische middelen en middelen van botanische oorsprong (totaal minus F06 en I05) 7,263 miljoen kg is. Het aandeel chemisch is dus 96,8 procent. Dat is vergelijkbaar met 2022.

Harmonised Risk Indicator

Sinds mei 2019 heeft de Europese Commissie indicatoren vastgesteld om daarmee het gebruik van laag-risicostoffen te stimuleren en het gebruik van stoffen met hogere risicoprofielen te ontmoedigen. Naarmate het risicoprofiel van een werkzame stof lager is, heeft de stof een lagere wegingsfactor. De indicator wordt als eerste toegepast op de afzetcijfers. Ministerie LVVN publiceert de gegevens voor Nederland op haar website (LVVN, 2024). De publicatie Staat van Plantgezondheid (WPR, 2023) bespreekt de trends.

Bepalende variabelen in de afzet van gewasbeschermingsmiddelen

Het verbruik van gewasbeschermingsmiddelen, en daarmee ook de verkoop ervan, wordt bepaald door een mix van variabelen. Schommelingen in de afzet komen door de jaarlijks wisselende gewasarealen binnen de landbouw, de mate waarin ziekten, plagen en onkruiden jaarlijks voorkomen, het beschikbare middelenpakket, de middelenkeuze en in hoeverre geïntegreerde gewasbescherming is toegepast. De relevantste variabelen zijn het toelatingsbeleid in Europa en het weer, als gevolg van elk jaar wisselende weersomstandigheden tijdens de groei van de gewassen. 

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Afzet van gewasbeschermingsmiddelen

Omschrijving

Ontwikkeling van de afzet van gewasbeschermingsmiddelen, in miljoen kg werkzame stof, door de agrochemische industrie op de Nederlandse markt. 
De EU-verordening kent een indeling van gewasbeschermingsmiddelen in 6 hoofdgroepen. In deze indicator zijn de gegevens verdeeld naar vier groepen: 
- bestrijding van schimmels en bacteriën (fungiciden F), 
- bestrijding van onkruid en loofdoding (herbiciden H), 
- bestrijding van insecten en mijten (insecticiden I) en 
- overig; bestrijding van slakken, plantengroeiregulatie en kiemremming, en andere gewasbeschermingsmiddelen zoals grondontsmetting.
De gepubliceerde afzetcijfers zijn inclusief de afzet van microbiologische stoffen, zoals Bacillus thuringiensis. 

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Berekeningswijze

Een korte beschrijving van de onderzoekmethode geeft het artikel Afzet bestrijdingsmiddelen (CBS).

Rol diverse organisaties in de berekening en publicatie van afzetcijfers van gewasbeschermingsmiddelen
CropLifeNL (eerder Nefyto) levert jaarlijks aan RVO en Ministerie LVVN de afzet van gewasbeschermingsmiddelen op de Nederlandse markt door haar leden. 
De CropLifeNL-afzet wordt aangevuld met gegevens over de afzet van bedrijven die geen lid zijn van CropLife, op basis van een waarneming voor Ministerie LVVN die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitvoert. 
Ministerie LVVN levert de totale afzet van beide datastromen van gewasbeschermingsmiddelen per werkzame stof op de Nederlandse markt aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS zet de afzetcijfers om naar de actuele indeling van actieve stoffen, zoals voorgeschreven door EU-verordening 1185 / 2009 (betreffende statistieken over pesticiden). 
Het CBS publiceert de aggregaten van de afzetcijfers in een StatLine-tabel (CBS, 2025) en levert de afzetcijfers conform EU-verordening 1185 / 2009 aan het Europees statistische bureau. De Europese cijfers worden gepubliceerd in een Agri-Environmental Indicator (Eurostat, 2024). Op basis van dezelfde Europese wetgeving stelt CBS eens in de vier jaar statistieken samen over o.a. het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij de landbouwbedrijven. 
Uit de afzetgegevens alleen kan geen informatie worden afgeleid over: het exacte aandeel landbouw, het aandeel van een bepaalde sector van de land- en tuinbouw en het aandeel van een bepaald gewas.

Sinds 2019 publiceert Ministerie LVVN de afzet naar werkzame stof (LVVN, 2024a). Daarbij wordt niet alleen de stofnaam maar ook de EU(rostat) code vermeld.Zo betekent bijvoorbeeld F99_02_06 mandipropamid dat deze schimmelbestrijder tot de chemische klasse F99_02 namelijk amide fungicides gerekend wordt.

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
25
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2025). Afzet van gewasbeschermingsmiddelen, 2011-2023 (indicator 0015, versie 25, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.