Afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 1985-2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De aanvankelijke daling in de afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik in de landbouw is vrijwel tot stilstand gekomen. De laatste jaren is de totale afzet vrij stabiel. Fluctuaties in de afzetcijfers worden, afgezien van seizoensinvloeden, de laatste jaren meer bepaald door wijzigingen in de toelating van enkele stoffen dan door een structurele wijziging in het gebruik.
1985 | 1990 | 1995 | 2000 | 2004 | 2005 | 2006 | ||
1 000 kg actieve stof | ||||||||
Totaal | 21 003 | 18 837 | 10 922 | 9 644 | 9 071 | 9 309 | 9 411 | |
Insecticiden | 634 | 731 | 495 | 260 | 200 | 176 | 173 | |
Carbamaten | 74 | 93 | 113 | 68 | 34 | 36 | 27 | |
Organische fosforverbindingen | 303 | 447 | 253 | 141 | 48 | 44 | 47 | |
w.o. | Dimethoaat | 32 | 79 | 57 | 43 | 31 | 27 | 31 |
Overige insecticiden | 257 | 191 | 129 | 51 | 118 | 96 | 99 | |
Fungiciden | 4 363 | 4 143 | 3 991 | 4 460 | 4 176 | 4 181 | 3 980 | |
Captan en verwante verbindingen | 606 | 434 | 709 | 380 | 452 | 463 | 462 | |
w.o. | Captan | 360 | 370 | 580 | 246 | 350 | 389 | 391 |
Dithiocarbamaten | 2 453 | 2 436 | 2 026 | 2 242 | 2 388 | 2 352 | 2 135 | |
w.o. | Mancozeb | . | . | 888 | 1 607 | 1 933 | 2 028 | 1 885 |
Maneb | 1 991 | 1 383 | 861 | 338 | 156 | 122 | 90 | |
Nitro-verbindingen | 19 | 19 | 160 | 237 | 184 | 185 | 164 | |
Pyrimidine-verbindingen | 388 | 232 | 149 | 10 | 8 | 9 | 9 | |
Carbamaten | . | . | 66 | 295 | 103 | 105 | 83 | |
Overige fungiciden | . | . | 881 | 1 296 | 1 041 | 1 068 | 1 127 | |
Herbiciden | 3 978 | 3 467 | 3 070 | 2 605 | 2 443 | 2 482 | 2 533 | |
Dinitroalkylfenolen | 615 | 380 | 151 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Fenoxycarbonzuren | 756 | 708 | 414 | 398 | 509 | 461 | 486 | |
w.o. | MCPA | . | 249 | 203 | 219 | 326 | 299 | 329 |
Mecoprop-P | . | . | 166 | 153 | 132 | 117 | 112 | |
Triazinen en triazinonen | 630 | 499 | 412 | 288 | 149 | 146 | 145 | |
Ureumverbindingen | 306 | 378 | 349 | 230 | 200 | 232 | 209 | |
w.o. | Isoproturon | . | 72 | 85 | 112 | 135 | 155 | 121 |
Aminofosfonaten | . | . | 344 | 613 | 556 | 619 | 613 | |
Overige herbiciden | . | . | 1 400 | 1 076 | 1 029 | 1 024 | 1 080 | |
Grondontsmettingsmiddelen | 10 784 | 8 937 | 2 374 | 1 402 | 1 171 | 1 368 | 1 448 | |
Overige middelen | 1 244 | 1 559 | 992 | 917 | 1 181 | 1 102 | 1 276 | |
w.o. | Minerale olie | 931 | 1 237 | 764 | 748 | 839 | 854 | 1 032 |
Bron: Nefyto. | CBS/MNC/jun07/0015 |
Totale afzet in 2006 iets toegenomen
In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is de totale afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen fors afgenomen. Dit komt vooral door de reductie in het gebruik van grondontsmettingsmiddelen. Deze daling heeft zich de laatste tien jaar niet duidelijk voortgezet. In 2006 is de totale afzet weer iets hoger dan in 2005.
Per hoofdgroep is het beeld genuanceerder en vooral de jaarlijkse fluctuaties in het gebruik van fungiciden en in mindere mate herbiciden vallen op. De laatste jaren is de afzet per hoofdgroep vrij stabiel. De uitzondering hierop zijn de insecticiden, want over het gehele beschouwde tijdsvak is hier sprake van een dalende trend in het gebruik die doorzet in 2006. Hier staat weer tegenover dat er voor minerale olie, na een aanvankelijke daling, sprake is van een stijgende trend sinds 2000. Ook bij grondontsmetting lijkt sinds 2004 sprake van een toename.
De afzetcijfers zijn inclusief de afzet voor particulier gebruik en voor toepassing in openbaar groen. Schattingen wijzen uit dat dit gebruik maximaal 2% van de afzet van Nefyto omvat, voornamelijk in de vorm van herbiciden.
- Verkoop van bestrijdingsmiddelen door de detailhandel aan particulieren, 2004
- Bestrijdingsmiddelengebruik door de overheid
Het weer en akkerbouwareaal bepalen afzet fungiciden
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de afzet van fungiciden nogal schommelt doordat zij voor een belangrijk deel wordt bepaald door de weersomstandigheden tijdens het teeltseizoen. Droge warme zomers leiden tot een lager gebruik. Ook het sterk wisselende toelatingsbeleid ten aanzien van enkele veel gebruikte fungiciden in aardappelen beïnvloedt de afzetcijfers van vooral de laatste jaren. Het gaat daarbij vooral om het afwisselend verbieden en dan weer toelaten van de stoffen mancozeb, maneb (dithiocarbamaten) en chloorthalonil ("overige fungiciden"). De afzetcijfers van de groep carbamaten fluctueert alleen omdat chloorthalonil in aardappelen hoofdzakelijk wordt toegepast in combinatie met een carbamaat.
Bronnen
- Nefyto (2007). Samenvatting van de afzet (per actieve stof) van gewasbeschermingsmiddelen verstrekt door de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie Nefyto 2006. Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, Den Haag.
- CBS (2007). Afzet van chemische bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. In: Statistisch Jaarboek 2007, p. 149, tabel 13.30.
Relevante informatie
- Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016-2020
- Afzet gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik in enkele landen
- Emissie van bestrijdingsmiddelen in Nederland, 1984-2000
- Uitspoeling en drainage van bestrijdingsmiddelen, 2000
- Bestrijdingsmiddelen in zout oppervlaktewater, 1997-2004
- Bestrijdingsmiddelen in de bodem
- Verkoop van bestrijdingsmiddelen door de detailhandel aan particulieren, 2004
- Bestrijdingsmiddelengebruik door de overheid
- Meer gegevens over gewasbescherming en de afzet van gewasbeschermingsmiddelen over de laatste jaren zijn te vinden op de website van de Nederlandse Stichting voor Fytofarmacy Nefyto.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De afzetcijfers in tonnen actieve of werkzame stof geven geen inzicht in de precieze omvang van het gebruik, maar zijn wel geschikt om gebruiksontwikkelingen af te leiden. Omdat circa 70% van de afzet bestemd is voor toepassing in een beperkt aantal grote akkerbouwgewassen geeft de tabel geen inzicht in mogelijke verschuivingen in de afzet ten behoeve van het gebruik in kleinere tuinbouwgewassen. De Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (Nefyto) is de brancheorganisatie van de Nederlandse gewasbeschermingsmiddelenindustrie. Bij Nefyto zijn bedrijven aangesloten, die in Nederland gewasbeschermingsmiddelen op de markt brengen. Nefyto registreert de afzetgegevens bij haar leden en maakt deze sinds 1985 jaarlijks bekend. Afgezien van totalen voor hoofdgroepen als fungiciden e.d. worden per hoofdgroep ook afzetgegevens verstrekt per chemische groep en voor een beperkt aantal reeds lang op de markt zijnde werkzame stoffen, zoals maneb, isoproturon, etc. Juist de meer gedetailleerde niveaus zijn het meest geschikt om ontwikkelingen af te leiden, zoals bijvoorbeeld het dalende gebruik van organische fosforverbindingen bij insecticiden. Niet alle beschikbare informatie is in de tabel opgenomen. Zo wordt, om nog een voorbeeld te geven, ook de afzet voor slakkenbestrijding door Nefyto apart vermeld. Aangezien niet alle afzet in Nederland door Nefyto waargenomen wordt, is de overheid voor haar beleidsmonitoring in de jaren negentig de overige afzet gaan registreren, aanvankelijk onder de Regeling Administratievoorschriften Bestrijdingsmiddelen en tegenwoordig onder de Regeling Administratievoorschriften Gewasbeschermingsmiddelen (RAG). De RAG-cijfers worden uitsluitend gepubliceerd per hoofdgroep (zie: CBS, 2007), terwijl de afzet per toelatingsnummer en dus ook werkzame stof in principe bekend is. De Nefyto-gegevens omvatten de laatste jaren circa 85% van de totale afzet van gewasbeschermingsmiddelen volgens RAG.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw, 1985-2006 (indicator 0015, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.