Benzeenconcentratie, 2000-2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De benzeenconcentratie lag, gemiddeld over geheel Nederland, in 2010 op 0,64 µg/m³. De concentraties in steden waren tot een factor vier hoger dan op de regionale concentraties.
Concentraties
Verhoogde concentraties van benzeen (C6H6) komen vooral in de Randstad voor. De hoogste waarden treden op in verstedelijkte gebieden rond de havens van Amsterdam en Rotterdam waar de bijdragen van het verkeer samengaan met die van de doelgroepen industrie en consumenten. Deze situatie treffen we bijvoorbeeld aan in de buurt van het Amsterdamse havengebied en in Rijnmond. De hoogste concentraties worden gevonden in stedelijke gebieden met hoge industriële activiteit zoals bij de op- en overslag van benzine en rond snelwegen.
De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie vertoont al jaren een dalende trend. De daling is vooral het gevolg van de invoering van de geregelde driewegkatalysator in begin van de jaren negentig, technische verbeteringen aan personenwagens en de verlaging van het benzeengehalte in benzine. Per 1 januari 2000 is het toegestane benzeengehalte in benzine verlaagd van 5% naar 1%. Volgens steekproeven van de milieu-inspectie voldeed het benzeengehalte echter in oktober 1999 al aan deze nieuwe norm. Benzeenemissies door wegverkeer dalen nog steeds ondanks het toenemende verkeersvolume.De daling in de jaren negentig is echter veel meer geweest dan de daling na 2000. Vanaf 2000 dalen de concentraties nog licht.
Bronnen
Benzeen is een bestanddeel van benzine. Het wegverkeer vormt de belangrijkste bron: ongeveer 60% van de Nederlandse benzeenemissies is afkomstig van het wegverkeer. Anderen bronnen in Nederland zijn de verbranding in houtkachels en open haarden, die ongeveer 20% van de totale Nederlandse benzeenemissie veroorzaakt, op- een overslag en de de chemische industrie in het Rijnmondgebied. Ruim de helft van het in de Nederlandse lucht aanwezige benzeen is afkomstig van buitenlandse bronnen. Benzeen heeft namelijk een vrij lange levensduur in de atmosfeer (enkele dagen). De hoogste concentraties worden gevonden in stedelijke gebieden met hoge industriële activiteit zoals bij de op- en overslag van benzine en rond snelwegen.
Normstelling
De Europese Unie (EU) heeft grenswaarde voor benzeenconcentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid (EU, 2008). Deze grenswaarde is geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving (Staatsblad, 2001). De grenswaarde is 5 µg/m3 voor de jaargemiddelde benzeenconcentratie. Hieraan moet vanaf 2010 voldaan worden. Tot 2010 gold onder de Nederlandse wetgeving een grenswaarde van 10 µg/m³.De grenswaarde van 5 µg/m3 wordt echter in Nederland al bijna 15 jaar niet meer overschreden.
Effecten
Benzeen heeft een toxische werking op het bloed en bloedvormende weefsels. Daarnaast is benzeen carcinogeen; blootstelling kan leiden tot leukemie. In vergelijking met andere risicofactoren wordt aan aromaten, de groep van verbindingen met benzeen als uitgangspunt, bij de huidige concentraties een beperkt risico toegeschreven.
Door benzeen veroorzaakte sterfte in Nederland wordt door De Hollander en Brunekreef op drie per jaar geschat. De schatting voor het verlies aan gezondheid gewogen levensjaren (disability adjusted life year, DALY) komt voor benzeen op 140 DALYs/jaar.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat er geen veilig niveau voor benzeen kan worden gedefinieerd. De WHO schat dat bij een levenslange blootstelling aan een concentratie van 1 µg/m3 de kans op leukemie 4x10-6 is.
In 2010 was waarschijnlijk niemand blootgesteld aan een jaargemiddelde benzeenconcentratie boven de 2 µg/m3.
Bronnen
- De Hollander, A.E.M. & Brunekreef, B. (2003). Valueing the health impacts of air pollution: deaths, DALYs or dollars. In: Ayers, J., Maynard, B. (red.) Air Pollution. London, Imperial College Press.
- EU (2008). Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1.
- Staatsblad (1999). Besluit van 17 december 1999, houdende uitvoering van de richtlijn 98/70/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998, betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer). Staatsblad 566, 1-14. [Zoek bij Staatsblad op 'Richtlijn 93/12/EEG')
- Velders, G.J.M., Aben, J.M.M., Diederen, H.S.M.A., Drissen, E., Geilenkirchen, G.P., Jimmink, B.A., Koekoek, AF., Koelemeijer, R.B.A., Matthijsen, J., Peek, C.J., Van Rijn, F.J,A. & De Vries, W.J. (2010) Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2010. Rapport 500088006, Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven/Den Haag.
- Velders, G.J.M., Aben, J.M.M, Geilenkirchen, G.P., Jimmink, B.A., Van der Swaluw, E. & De Vries, W.J. (2011) Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Rapportage 2011. Rapport 680362001, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
Relevante informatie
- Grootschalige Concentratiekaarten Nederland!titel!
- Nationale luchtkwaliteit: beleid
- Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen
- Emissies van fijn stof en VOS (NEC) en koolmonoxide 1990-2009
- Emissies koolmonoxide, fijn stof en VOS per doelgroep (NEC), 2008
- Emissies naar lucht door huishoudens, 1990-2022
- EU > Informatie over het luchtkwaliteitsbeleid van de Europese Unie.
- Mooibroek, D., Beijk, R., Hoogerbrugge, R. (2010) Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2009. Rapport 680704011, Rijksinstituut voor Volksgezondhied en Milieu, Bilthoven.
- Wet Milieubeheer (2007) Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Staatsblad 414. [Zoek in Staatsblad op 'Luchtkwaliteitseisen']
- Voor een nadere uitleg over de implementatie van de Europese regelgeving voor lucht in de Nederlandse wetgeving zie Handboek Implementatie milieubeleid EU in Nederland.
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu: Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor verzuring is te vinden in Balans van de Leefomgeving 2010 en Nationale Milieuverkenning 6 2006 - 2040.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Concentratie van benzeen in lucht
- Omschrijving
- Concentratie van benzeen in Nederland op basis van modelberekeningen in het kader van GCN en meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
- Verantwoordelijk instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
- Berekeningswijze
- De trend van de jaargemiddelde benzeenconcentratie op regionale en straatstations is gebaseerd op metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De trend voor gebieden met hoge benzeenconcentraties (hoog belast) wordt bepaald door de jaargemiddelde benzeenconcentratie van metingen op minstens drie stations in het Rijnmondgebied van het meetnet van de DCMR Milieudienst Rijnmond.De kaart met jaargemiddelde benzeenconcentraties is verkregen uit modelberekeningen in combinatie met metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit.
- Basistabel
- Reken- en Informatiesysteem Lucht van het Centrum voor Milieumonitoring van het RIVM.
- Geografische verdeling
- 1. De kaart voor 2010 is gebaseerd op de uitkomsten van de meest recente GCN-berekeningen.2. De trendfiguren 2000-2010 zijn gebaseerd op meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit en DCMR Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond. Er zijn alleen gegevens van stations gebruikt die gedurende de gehele periode operationeel zijn geweest. Voor de trendlijn 'regionale stations' gaat het om Biest-Houtakker (230, LML), Zegveld (633, LML) en Kollumerwaard (934, LML); voor de 'stadststations' om Schiedam (494, DCMR), Hoogvliet (485, DCMR) en Maasluis (495, DCMR); voor 'straatstions' om Utrecht-Erzeijstraat (638, LML), Overschie (491, DCMR), Ridderkerk (489, DCMR) en Rotterdam-noord (493, DCMR). Voor de trendlijn'Staatstations' zijn voor alle vier stations pas vanaf 2005 data beschikbaar. Daarvoor is de meereeks slechts op een deel van deze stations gebaseerd. Daarom is de lijn gestippeld weergegeven; het gestippelde deel is slechts als indicatief te beschouwen.3. De trendfiguur 1991-2010 is gebaseerd op de meetgegevens van twee individuele stations en daarmee slechts indicatief voor de ontwikkelingen. De trendlijn 'regionaal' geeft de concentraties weer van de gecombineerde stations Witteveen (928, LML tot en met 1995) en Valthermond (934, LML, vanaf 1996). De trendlijn 'stedelijk' geeft de concentraties weer van de het straatstation Apeldoorn-Stationsstraat (728, LML).
- Andere variabelen
- Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit levert ook informatie over andere luchtverontreinigende stoffen als ammoniak, koolmonoxide, ozon, stikstofoxiden en zwaveldioxide.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Concentratiekaarten voor grootschalige luchtverontreiniging in Nederland. Rapportage 2010 (Velders et al., 2010; zie bij 'Referenties').Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2009 (Mooibroek et al., 2010; zie bij 'Referenties').
- Opmerking
- De trendfiguur 2000-2010 wijkt af van de figuur die in voorgaande versies van deze indicator is gepresenteerd. Er is nu voor gekozen om de gegevens van het LML en DMCR als een databestand te beschouwen. De aparte presentatie van een lijn die de ontwikkeling geeft in het Rijnmondgebied, komt daarmee te vervallen.
- Betrouwbaarheidscodering
- Kaart: C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).Trend 2000-2010: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzakeTrend 1991-2010: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2011). Benzeenconcentratie, 2000-2010 (indicator 0457, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.