Circulaire economie

De Nederlandse economie is in transitie om minder afhankelijk te worden van grondstoffen en fossiele brandstoffen uit het buitenland. Daarom zijn er inspanningen om het verbruik van primaire grondstoffen terug te dringen en van afval nieuwe grondstoffen, materialen en producten te maken. Nederland is zo onderweg naar een circulaire economie.

Afvalscheiding en recycling

In een circulaire economie wordt afval zoveel mogelijk gerecycled tot nieuwe materialen, of op andere manieren nuttig toegepast. Daarvoor is het nodig dat afval gescheiden wordt. Dit gebeurt in Nederland sinds de jaren ’90. Hierdoor is niet alleen de hoeveelheid restafval afgenomen, maar doordat stromen uit het restafval gehaald zijn is ook de samenstelling van het overgebleven restafval veranderd.

Hoeveel afval er in Nederland is, hangt nauw samen met consumptie, productie en economische groei. In 1985 werd 5,3 miljard kilogram aan huishoudelijk afval ingezameld. In 2023 was dit al 7,9 miljard kilogram. 

Materiaalgebruik, materiaalinzet en economische impact

In een circulaire economie bestaat een lage afhankelijkheid van primaire grondstoffen en materialen. Dat betekent dat er weinig nieuw gewonnen of aangevoerde grondstoffen nodig zijn, omdat bestaande grondstoffen worden hergebruikt. Dit zijn secundaire materialen. In 2022 was het aandeel secundair materiaal 13 procent van al het materiaal dat in de Nederlandse economie werd ingezet. 

Materiaalinzet, ook wel bekend als DMI (Direct Material Input), is iets anders dan materiaalgebruik, ook bekend als DMC (Direct Material Consumption). Het materiaalgebruik is de materiaalinzet, minus de uitvoer van grondstoffen, halffabricaten of eindproducten. In Nederland is het materiaalgebruik duidelijk lager dan de materiaalinzet, omdat Nederland relatief veel exporteert. 

Het materiaalgebruik vertoont een dalende trend, met een dip tijdens de kredietcrisis en de coronapandemie. Materiaalstromen worden inzichtelijk gemaakt via een zogenaamd Sankey-diagram. Hierin wordt zichtbaar bij welke processen in de economie materialen terechtkomen.
Het aandeel van de circulaire economie in de totale Nederlandse economie blijft beperkt. Het bedraagt iets meer dan 4 procent van het BBP en ongeveer 1 procent van de werkgelegenheid. Ook in internationaal opzicht blijft Nederland vooralsnog achter.