Benzeen in lucht, 1995-2020

In 2020 bedroegen de gemeten jaargemiddelde benzeenconcentraties in Nederland 0,4 tot 1,1 µg/m³. Dat is ver onder de Europese grenswaarde van 5 µg/m³. De gemeten concentraties liggen ook lager dan het door de EU geschatte referentieniveau van 1,7 µg/m³, uitgaande van een maximaal toelaatbaar sterfterisico door kanker van 1 op de 100.000 mensen, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie dit heeft afgeleid.

Concentraties benzeen dalen nog steeds licht

De jaargemiddelde benzeenconcentraties liggen in Nederland al jaren onder de Europese grenswaarde van 5 µg/m³. De laatste waargenomen overschrijding was midden jaren negentig. De grootschalige concentratiekaarten van Nederland (GCN, Hoogerbrugge et al. 2020) voor benzeen vertoonden in de afgelopen tien jaar een vrij vlak ruimtelijk beeld over Nederland met in 2020 concentraties, variërend van ongeveer 0,3 µg/m3 in het noorden tot ongeveer 0,6 µg/m3 in het zuiden. In grote steden zijn de concentraties ongeveer 1 µg/m3. Lokaal kunnen hogere concentraties voorkomen vanwege bedrijfsactiviteiten.

De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie daalt al jaren. Deze daling is vooral het gevolg van de invoering van de geregelde driewegkatalysator voor het wegverkeer in het begin van de jaren negentig, technische verbeteringen aan personenwagens en de verlaging van het benzeengehalte in benzine. Per 1 januari 2000 is het toegestane benzeengehalte in benzine verlaagd van 5% naar 1%. Volgens steekproeven van de milieu-inspectie voldeed het benzeengehalte echter in oktober 1999 al aan deze nieuwe norm. Benzeenemissies door wegverkeer dalen nog steeds ondanks het toenemende verkeersvolume. De daling in de jaren negentig is echter veel groter geweest dan de daling na 2000. Vanaf 2000 dalen de concentraties nog licht.

Belangrijke bronnen van benzeen

Benzeen is een bestanddeel van benzine. Het verkeer en vervoer is in 2020 met ongeveer 59% de belangrijkste bron van de Nederlandse benzeenemissies. Hiervan is ongeveer 80% afkomstig van het wegverkeer. Andere bronnen in Nederland zijn de verbranding in houtkachels en open haarden (die in 2020 ongeveer 25% van de totale Nederlandse benzeenemissie veroorzaakte), de op- en overslag en de chemische industrie in het Rijnmondgebied. Benzeen komt ook vrij bij het recyclen van oud asfalt. Recent onderzoek van lokale omgevingsdiensten heeft uitgewezen dat hogere concentraties benzeen zijn gemeten nabij asfaltcentrales (Rijksoverheid, 2022).

Benzeen heeft een levensduur van enkele dagen in de atmosfeer. Hierdoor kan de lucht het over lange afstanden meevoeren en een deel van het in de Nederlandse lucht aanwezige benzeen afkomstig van buitenlandse bronnen.

Normstelling voor de volksgezondheid

De Europese Unie (EU) heeft grenswaarde van 5 µg/m3 voor benzeenconcentraties vastgesteld ter bescherming van de volksgezondheid (EU, 2008). Vanaf 2011 moest aan deze grenswaarde worden voldaan. Tot 2011 gold onder de Nederlandse wetgeving een grenswaarde van 10 µg/m³.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2000, 2019) stelt dat er geen veilig niveau voor benzeen kan worden gedefinieerd. Een maximaal toelaatbaar sterfterisico van 1 op de 100.000 mensen komt overeen met een levenslange blootstelling aan een benzeenconcentratie van 1,7 µg/m3. Gebaseerd op deze risicoschatting hanteert het Europees Milieu Agentschap dit als een Europees referentieniveau ('Reference Level') (EEA, 2020).

Voor meer informatie over de normstelling zie Normen luchtkwaliteit Luchtkwaliteit Rijksoverheid.nl

Gezondheidseffecten

Benzeen heeft een toxische werking op het bloed en bloedvormende weefsels. Daarnaast is benzeen carcinogeen; blootstelling kan leiden tot leukemie. Benzeen is zeer vluchtig en blootstelling gebeurt voornamelijk door inhalatie. In vergelijking met andere risicofactoren wordt aan aromaten, de groep van verbindingen met benzeen als uitgangspunt, bij de huidige concentraties een beperkt risico toegeschreven.

Door benzeen veroorzaakte sterfte in Nederland wordt door De Hollander en Brunekreef (2003) op drie gevallen per jaar geschat. De schatting voor het verlies aan gezondheid gewogen levensjaren (disability-adjusted life years, DALYs) komt voor benzeen op 140 DALYs/jaar. 

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Concentratie van benzeen in lucht
Omschrijving
Jaargemiddelde concentraties van benzeen in Nederland op basis van meetgegevens van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (RIVM), GGD Amsterdam en de DCMR (www.luchtmeetnet.nl; https://data.rivm.nl/data/luchtmeetnet/). Landelijk dekkende concentratiekaart: Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (GCN; RIVM).
Verantwoordelijk instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
Berekeningswijze
De trend van de jaargemiddelde benzeenconcentratie berekend uit uurwaarden op regionale en stedelijke achtergrond stations, straatstations en industriële stations is gebaseerd op de voornoemde meetgegevens.

Normaliter wordt voor het maken van een trendfiguur voor jaargemiddelde concentraties in lucht de volgende werkwijze gehanteerd:
Voor een geldig jaargemiddelde op een meetstation moet er als eerste selectiecriterium minimaal 75% aan meetdata beschikbaar zijn per kalenderjaar voor gebruik in trendfiguren. Voor de gespecificeerde jaren moet als tweede selectiecriterium een station daarnaast minstens op 75% van de jaren een geldig jaargemiddelde hebben (dat voortkomt uit de eerste selectie). In de meeste gevallen wordt een knip in de tijd gehanteerd voor toepassing van een of beide criteria. Dergelijke knip hangt samen met de mate van data beschikbaarheidsinformatie en wisselingen in meettechnieken vanaf een specifieke datum.

Echter voor benzeen wijken de selectiecriteria af door variatie in meettechnieken tussen de meetnetten en door gebrek aan data beschikbaarheids informatie.
Voorheen werd benzeen met koolstofbuisjes en GC/MS-analyse vastgesteld, later met de BTEX-monitor. De eerste goedgekeurde waarden van de BTEX-monitor metingen van GGD Amsterdam waren vanaf 02-05-2003 beschikbaar. Voor DCMR is dit vanaf 01-01-2004. Voor het RIVM lopen de monitordata pas vanaf 01-01-2010.
De grafiekdata zijn daarom opgedeeld in oude methode (stippellijn) en nieuwe methode (ononderbroken lijn). Daarbij is alleen voor de nieuwe methode het eerste selectiecriterium toegepast, waarbij aan minstens 75% data beschikbaarheid per jaar op een meetstation moet zijn voldaan. Voor de oude methode was er geen data beschikbaarheidsinformatie voor DCMR data en er bleef erg weinig data over met het selectiecriterium. Daarom is voor die data dit selectiecriterium komen te vervallen. Voor metingen door GGD Amsterdam ligt de knip oude methode - nieuwe methode op 2003, voor DCMR op 2004 en voor het RIVM op 2010.
Het tweede selectiecriterium van minstens 75% databeschikbaarheid in de laatste 15 jaar is voor alle metingen komen te vervallen, aangezien er al een aantal jaar geen meetverplichting is voor benzeen.
Basistabel
Reken- en Informatiesysteem Lucht (RIL) van het RIVM, validatiebestanden en database GELUK (RIVM) en omvat meer meetlocaties dan de update van deze CLO indicator uit 2014.
Geografische verdeling
Landelijk dekkende concentratiekaart: Grootschalige Concentratiekaarten Nederland (GCN; RIVM).
Verdeling van meetstations naar typering locatie: Regionale achtergrond, Stedelijke achtergrond, Verkeersbelast en Industrieelbelast.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Voor LML stations (RIVM) vóór 2010: geen selectiecriterium (oude koolstofbuisjes meetmethode).Voor GGD Amsterdam vóór 2003: geen selectiecriterium (geen data beschikbaarheidsinformatie / oude meetmethode).Voor DCMR vóór 2004: geen selectiecriterium (geen data beschikbaarheidsinformatie / oude meetmethode).Na 2010 (RIVM), 2003 (GGD Amsterdam) en 2004 (DCMR): selectiecriterium van minimaal 75% databeschikbaarheid per jaar per station.De metingen in de overlappende jaren (2003 - 2009) van de oude en nieuwe methode liggen soms vrij ver uit elkaar. Dit komt met name omdat het een overgang naar andere meetlocaties betreft.
Betrouwbaarheidscodering
Trend 1995-2020: D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
10
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CLO (2022). Benzeen in lucht, 1995-2020 (indicator 0457, versie 10, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.