Verbruik van duurzame energie, 1990-2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het aandeel duurzaam in het binnenlandse energieverbruik is in 2008 toegenomen tot 3,4 procent. Bijna tweederde van het duurzame energieverbruik is afkomstig uit biomassa en ongeveer een derde uit windenergie.

 19902000200520072008*
      
 TJ vermeden verbruik van fossiele primaire energie
Totaal duurzame energiebronnen18 09637 57780 53895 924114 151
      
Waterkracht7521 179733877840
Windenergie4956 86117 22228 19335 061
Zonne-energie totaal764871 0471 1231 191
w.v.Zonnestroom366295304330
 Zonnewarmte73421752819861
Omgevingsenergie totaal.8092 3284 1495 441
w.v.Warmtepompen.5891 8303 4464 622
 Warmte/koude opslag3220498703820
Biomassa totaal16 77028 24259 20861 58171 617
w.v.Afvalverbrandingsinstallaties6 09311 41711 87412 97912 716
 Bij- en meestoken biomassa in centrales-1 75530 52215 70219 692
 Houtkachels voor warmte bij bedrijven1 3081 8061 9142 3822 508
 Houtkachels bij huishoudens6 2315 7015 4645 4645 464
 Overige biomassaverbranding4402 3174 3975 6329 111
 Biogas, totaal2 6985 2464 9366 3918 093
 w.v.Biogas uit stortplaatsen3361 934 1 5801 4061 307
  Biogas uit rioolwaterzuivering1 8662 2992 1272 1322 262
  Biogas op landbouwbedrijven  781 441 2 845
  Biogas, overig4971 0131 1511 4121 679
 Biobrandstoffen voor wegverkeer, totaal--10113 03114 032
 w.v.Biobenzine---3 6875 461
  Biodiesel--1019 3448 571
      
 als % van totaal energieverbruik 
Totaal duurzame energie0,671,232,442,873,44
  
Bron: CBS (2009).CBS/MNC/jul09/0385
Voor 2008 betreft het voorlopige cijfers die als gevolg van verbeterde inzichten iets gewijzigd zijn t.o.v. de eerder gepubliceerde cijfers.

Verbruik van duurzame energie groeit

Het verbruik van duurzame energie in Nederland is in 2008 gegroeid van 2,9 naar 3,4 procent van het binnenlandse energieverbruik. Deze groei komt vooral door de groei van de bijdragen van biomassa en windenergie. De Nederlandse overheid streeft naar 20 procent duurzame energie in 2020 (VROM, 2007).

Meer biomassa

De bijdrage van biomassa aan de energievoorziening steeg in 2008 van 1,8 naar 2,2 procent. Deze stijging heeft te maken met de toename van het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales. Daarnaast zijn ook drie middelgrote installaties in gebruik genomen die afvalhout en mest omzetten in elektriciteit. Verder nam ook het gebruik van biobrandstoffen in het wegverkeer wat toe.

Lichte groei van biobrandstoffen in het wegverkeer

Het verbruik van biobrandstoffen door het wegverkeer groeide in 2008 licht van 2,8 naar 3,0 procent van het totale verbruik van benzine en diesel. Er zijn in 2008 in de verkochte benzine en diesel iets minder biobrandstoffen bijgemengd dan is voorgeschreven. Dat kan vooral verklaard worden doordat er in 2007 aanzienlijk meer dan de verplichte hoeveelheid was bijgemengd. Deze extra inspanning mogen de leveranciers meenemen naar volgende jaren.

Windenergie blijft groeien

Ruim 1 procent van de energievoorziening was in 2008 afkomstig van Nederlandse windmolens. Deze molens produceerden ongeveer een kwart meer energie dan het jaar daarvoor. Deze toename werd vooral veroorzaakt door het bijplaatsen van nieuwe grote molens, zowel op land als op zee.

Omgevingsenergie, zonne-energie en waterkracht nog klein

Biomassa en windenergie zijn de belangrijkste bronnen van duurzame energie. De overige bronnen van duurzame energie zijn omgevingsenergie, zonne-energie en waterkracht. De totale bijdrage van deze drie bronnen aan de energievoorziening bleef beperkt tot iets meer dan 0,2 procent in 2008.
Wat opvalt, is dat het gebruik van omgevingsenergie de laatste jaren groeit met ongeveer 30 procent per jaar. Daarbij worden, in tegenstelling tot duurzame elektriciteitsproductie, relatief weinig subsidies verstrekt.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over duurzame energie is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verbruik van duurzame energie
Omschrijving
Het verbruik van duurzame energie naar energiebron (zoals wind en biomassa) en techniek (zoals windmolens en houtkachels), uitgedrukt als aantal terajoules (TJ) vermeden verbruik van fossiele primaire energie. Voor 2008 betreft het voorlopige cijfers die als gevolg van verbeterde inzichten iets gewijzigd zijn t.o.v. de eerder gepubliceerde cijfers.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De berekeningswijze verschilt per combinatie van bron en techniek. De basisinformatie is afkomstig uit enquêtes van het CBS, uit de registratie van duurzame stroomcertificaten van CertiQ, en voor de jaren tot en met 2002 uit deelinventarisaties uitgevoerd door Ecofys en KEMA.
De berekeningswijze is per techniek vastgelegd in het Protocol Monitoring Duurzame Energie (SenterNovem, 2006). Tevens is een methodologische verantwoording te vinden in het rapport Duurzame energie in Nederland 2007 (CBS, 2008b)
Duurzame energie wordt uitgedrukt in vermeden gebruik van primaire fossiele energie. De keuze voor deze wijze van uitdrukken is vastgelegd in het Protocol Monitoring Duurzame Energie.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Het verbruik van duurzame energie uitgesplitst naar energiebron / techniek, uitgedrukt als percentage van het totale energieverbruik.
Het verbruik van duurzame energie uitgesplitst naar energiebron / techniek, uitgedrukt als vermeden emissie van kooldioxide (in kton, resp. als percentage van de totale kooldioxide emissie).
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Duurzame energie (CBS, 2007) (onderzoeksbeschrijving)
Duurzame energie in Nederland 2007 (CBS, 2008b)
Verbruik duurzame energie groeit (CBS, 2009b)
Opmerking
In de verbruikscijfers in de tabel is de import van groene stroom niet meegeteld.
Betrouwbaarheidscodering
A (integrale enquête) voor duurzame energie uit waterkracht;
A (integrale enquête) voor duurzame energie uit windenergie;
D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake) voor duurzame energie uit zonne-energie;
E (schatting gebaseerd op een enkele meting, expert judgement, relevante feiten of extrapolatie van andere metingen) voor duurzame energie uit omgevingsenergie;
C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd) voor biomassa in afvalverbrandingsinstallaties;
A (integrale enquête) voor meestoken biomassa in elektriciteitscentrales;
D (schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake) voor biomassa in houtkachels voor warmte bij bedrijven;
E (schatting gebaseerd op een enkele meting, expert judgement, relevante feiten of extrapolatie van andere metingen) voor huishoudelijke houtkachels;
A (integrale enquête) voor overige biomassaverbranding;
B (schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is) voor biogas;
C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd) voor biobrandstoffen voor het wegverkeer.
Per onderdeel wordt in het rapport Duurzame energie in Nederland 2007 (CBS, 2008b) ingegaan op de betrouwbaarheid.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
40
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
31
versie‎
29
versie‎
26
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
05

Referentie van deze webpagina

CLO (2009). Verbruik van duurzame energie, 1990-2008 (indicator 0385, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.