Productie van duurzame energie, 1990-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Na een periode van sterke groei is er in 2003 nog maar een lichte toename in de productie van duurzame energie in Nederland. Duurzame energie draagt in zowel 2002 als 2003 voor 1,5% bij aan de totale energievoorziening. De invoer van duurzame stroom is in 2003 met 10% gedaald.

  199019952000200120022003*
        
  TJ vermeden primaire energie 1)  
Productie duurzame energie     
Totaal16 16121 21739 21941 27747 38048 110
Stromingsenergie1 2493 8559 7709 77010 92914 515
w.v.waterkracht7037281 179971908594
 windenergie4622 6176 8456 8157 51310 750
 zonne-energie70160442548646812
 warmtepompen.2797889011 0221 413
 warmte/koude opslag1471516651840946
Bio-energie14 91217 36229 44931 39136 45133 595
w.v.afvalverbranding 2)5 8215 88512 98112 13212 28012 769
 verbranding van biomassa6 4766 50810 67013 44218 74315 766
 biomassa vergisting2 6154 9695 7985 8175 4285 060
         
   GWh   
Duurzame elektriciteit      
Binnenlandse productie 6871 1712 6922 9063 5723 650
Invoer..1 5007 64510 5209 530
       
Bron: CBS/Novem.CBS/MC/jun04/0385
1) Berekend conform de methodiek van het Protocol Monitoring Duurzame energie (update 2002), en met kentallen voor referentietechnologieën in het jaar 2000.
2) Alleen de bijdrage van de hernieuwbare (organische) fractie, berekend volgens Protocol Duurzame energie update 2002.

Productie duurzame energie stagneert in 2003

De productie van duurzame energie is tussen 1995 en 2002 meer dan verdubbeld. In 2003 is er nog slechts een lichte groei tot 48,1 PJ. Zowel in 2002 als 2003 draagt duurzame energie 1,5% bij in de totale energievoorziening van Nederland. Het zal nog vele inspanningen vergen om in 2020 de doelstelling van 10% duurzaam als aandeel van het nationaal energieverbruik te behalen (EZ, 1996).

Meeste duurzame energie is bio-energie

Bio-energie levert ook in 2003 de grootste bijdrage aan de productie van duurzame energie (70%). De belangrijkste vormen zijn verbranding van biomassa en afvalverbranding. De toepassing van biomassa voor energieproductie is sinds 1990 ruim verdubbeld. In 2003 is er echter een daling ten opzichte van 2002, met name vanwege de afname van de meestook in elektriciteitscentrales. De verbranding van afval en biomassa wordt gebruikt voor zowel de winning van elektriciteit als warmte. Vergisting van biomassa geeft gassen die bij verbranding energie opleveren.

Windenergie groeit fors

In 2003 draagt stromingsenergie 30% bij aan de productie van duurzame energie, met windenergie als belangrijkste bron. De elektriciteitsproductie uit windenergie stijgt de laatste jaren fors door het plaatsen van veel grote windmolens.

Invoer van duurzame elektriciteit neemt in 2003 iets af

De invoer van duurzame stroom is in 2003 met 10% afgenomen, maar is nog steeds ruim 2,5 keer groter dan de binnenlandse productie van duurzame elektriciteit. De afname van de invoer wordt vooral veroorzaakt doordat leveranciers van groene stroom hun voorraad groencertificaten wat hebben verkleind in tegenstelling tot 2002 toen de voorraden sterk toennamen.

Bronnen

  • CBS / Novem (2003). Duurzame energie in Nederland 2002. CBS / Novem, Voorburg/Heerlen en Sittard/Utrecht.
  • CBS (2004a). Productie duurzame energie stagneert. Webartikel 28 juni 2004. CBS, Voorburg/Heerlen.
  • CBS (2004b). StatLine: Duurzame energie; capaciteit, productie en vermeden primaire energie. CBS, Voorburg/Heerlen.
  • EZ (1996). Derde Energienota. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 525, nrs, 1-2. Ministerie van Economische Zaken, Sdu Uitgeverij, Den Haag.
  • Novem (2002). Protocol Monitoring Duurzame Energie. Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame/hernieuwbare energiebronnen (update 2002). Novem, Utrecht.

Relevante informatie

  • Meer informatie over de productie door duurzame energie is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De hoeveelheid duurzame energie wordt uitgedrukt in het aantal terajoules vermeden primaire energie (dit is de hoeveelheid vermeden fossiele energiedragers). De informatie in de tabel is afkomstig uit enquêtes van het CBS, het Groencertificaten beheer van TenneT en deelinventarisaties uitgevoerd door Ecofys en KEMA.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
40
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
31
versie‎
29
versie‎
26
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
05

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Productie van duurzame energie, 1990-2003 (indicator 0385, versie 06, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.