Productie van duurzame energie, aandeel in totale energievoorziening, 1990-2001
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het aandeel van duurzame energie in de totale energievoorziening van Nederland is in 2001 met 11% toegenomen tot 41,97 PJ, oftewel 1,3 % van het totale binnenlandse energiegebruik. De invoer van duurzame energie neemt door de grote vraag sterk toe.
1990 | 1995 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | |||
TJ vermeden primaire energie 1) | ||||||||
Totaal | 16 861 | 20 894 | 32 049 | 33 318 | 37 685 | 41 975 | ||
Stromingsenergie | 1 457 | 3 836 | 7 264 | 7 386 | 9 618 | 9 848 | ||
w.v. | waterkracht | 703 | 728 | 927 | 745 | 1 179 | 971 | |
windenergie | 463 | 2 623 | 5 297 | 5 338 | 6 861 | 6 831 | ||
zonne-energie | 77 | 174 | 331 | 404 | 479 | 590 | ||
warmtepompen 2) | 200 | 240 | 425 | 502 | 626 | 798 | ||
warmte/koude opslag | 14 | 71 | 284 | 397 | 473 | 658 | ||
Bio-energie | 15 404 | 17 058 | 24 785 | 25 932 | 28 067 | 32 127 | ||
w.v. | afvalverbranding 3) | 6 312 | 5 576 | 11 363 | 11 522 | 11 591 | 12 858 | |
verbranding en vergassing van biomassa | 6 476 | 6 508 | 8 199 | 9 137 | 10 672 | 13 445 | ||
biomassa vergisting | 2 616 | 4 974 | 5 223 | 5 273 | 5 804 | 5 824 | ||
w.v. | stortgas/GFT | 336 | 2 096 | 2 059 | 1 926 | 2 420 | 2 396 | |
zuiveringsinstallaties | 2 280 | 2 878 | 3 164 | 3 347 | 3 384 | 3 428 | ||
Bron: CBS/Novem. | CBS/MC/mei03 | |||||||
1) Berekend conform de methodiek van het Protocol Monitoring Duurzame energie, toetsing aan doelstellingen voor 2000. 2) Het cijfer voor 1990 is geraamd. 3) Alleen de bijdrage van de hernieuwbare (organische) fractie. De berekende hernieuwbare fracties zijn voor de verschillende perioden niet vergelijkbaar: 1990 t/m 2000 op basis van gegevens in het Protocol 1999; 2001 op basis van een nieuwe berekeningsmethode conform het Protocol 2002. |
Ontwikkelingen rondom duurzame energie
Het aandeel van duurzame energie in de totale energievoorziening van Nederland is in 2001 met 11% toegenomen tot 41,97 PJ, oftewel 1,3 % van hetEnergieverbruik per energiedrager, 1990-2021. Desondanks zal het nog vele inspanningen vergen om in 2020 de doelstelling van 10% duurzaam als aandeel van het nationaal energiegebruik te behalen. (EZ, 1996). De grootste bijdrage aan deze stijging werd veroorzaakt door de verbranding en vergassing van biomassa en daarin met name de bijstook in de kolengestookte elektriciteitscentrales. Daarnaast is er ook sprake van een flinke toename in de toepassing van zonne-energie en benutting van de omgevingswarmte (warmtepompen en warmte/koude opslag).Uit waterkracht en windenergie wordt elektriciteit gewonnen. Zonne-energie en de verbranding van afval en biomassa wordt gebruikt voor zowel de winning van elektriciteit als warmte. Warmtepompen leveren warmte. Vergisting van biomassa geeft gassen die bij verbranding energie opleveren. De invoer van duurzame energie neemt sterk toe als gevolg van fiscale aantrekkelijkheid van geïmporteerde duurzame elektriciteit. In 2000 was de invoer 1 500 GWh; in 2001 bedroeg de invoer 7.645 GWh. De energie bestaat bijna volledig uit opgewekte elektriciteit uit biomassa en waterkracht.
Methodiek
De hoeveelheid duurzame energie wordt uitgedrukt in het aantal terajoules vermeden primaire energie (= de hoeveelheid vermeden fossiele energiedragers). De informatie in de bovenstaande tabel is afkomstig uit enquêtes van het CBS, het Groenlabelsysteem van EnergieNed en deelinventarisaties uitgevoerd door Ecofys en KEMA.
Bronnen
- CBS/Novem (2001). Duurzame energie in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek/ Novem, Voorburg/Heerlen en Sittard/Utrecht.
- CBS (2003). Statline, Winning van duurzame energie. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
- EZ (1996). Derde Energienota. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 525, nrs, 1-2. Ministerie van Economische Zaken, Sdu Uitgeverij, Den Haag.
- Novem (1999). Protocol Monitoring Duurzame Energie. Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame/hernieuwbare energiebronnen. Novem, Utrecht.
- Novem (2002). Protocol Monitoring Duurzame Energie. Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame/hernieuwbare energiebronnen (update 2002). Novem, Utrecht.
Relevante informatie
- Meer informatie over de productie door duurzame energie is te vinden op Statline (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Productie van duurzame energie, aandeel in totale energievoorziening, 1990-2001 (indicator 0385, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.