Productie van duurzame energie, 1990-2004
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Duurzame energie draagt in 2004 voor 1,8% bij aan de totale energievoorziening in Nederland. De productie van duurzame energie is in 2004 gegroeid met 26% naar 60,9 PJ.
1990 | 2000 | 2002 | 2003 | 2004 | |||
TJ vermeden primaire energie | |||||||
Totaal duurzame energiebronnen | 18 574 | 37 868 | 48 169 | 48 380 | 60 946 | ||
Waterkracht | 752 | 1 179 | 927 | 607 | 794 | ||
Windenergie | 495 | 6 861 | 7 976 | 11 112 | 15 594 | ||
Zon-fotovoltaïsch (PV), totaal | 3 | 66 | 149 | 270 | 288 | ||
Zon-thermisch, totaal | 73 | 421 | 563 | 626 | 698 | ||
Warmtepompen totaal | . | 380 | 539 | 702 | 944 | ||
Warmte/koude opslag | 6 | 296 | 617 | 741 | 812 | ||
Biomassa totaal | 17 246 | 28 666 | 37 398 | 34 322 | 41 816 | ||
w.v. | Afvalverbrandingsinstallaties | 6 093 | 11 417 | 11 340 | 11 484 | 11 209 | |
Bij- en meestoken biomassa in centrales | - | 1 855 | 10 148 | 7 107 | 14 075 | ||
Houtkachels voor warmte bij bedrijven | 1 657 | 1 965 | 1 857 | 1 802 | 1 748 | ||
Houtkachels bij huishoudens | 6 231 | 5 701 | 5 541 | 5 464 | 5 464 | ||
Overige biomassaverbranding | 561 | 2 431 | 2 940 | 3 114 | 4 090 | ||
Biomassavergisting, totaal | 2 704 | 5 298 | 5 572 | 5 350 | 5 230 | ||
w.v. | Biomassavergisting, stortgas | 341 | 1 986 | 2 096 | 1 861 | 1 674 | |
Biomassavergisting, rioolwaterzuivering | 1 866 | 2 299 | 2 435 | 2 345 | 2 348 | ||
Biomassavergisting, overig | 497 | 1 013 | 1 041 | 1 144 | 1 207 | ||
als % van totaal energieverbruik | |||||||
Totaal duurzame energie | 0,69 | 1,24 | 1,52 | 1,49 | 1,84 | ||
Bron: CBS (2005c). | CBS/MNC/dec05/0385 |
Productie duurzame energie stijgt in 2004
De productie van duurzame energie is tussen 1995 en 2004 bijna verdrievoudigd. In 2004 is er een groei met 26% tot 60,9 PJ.
In 2004 is 1,8% van het Nederlandse energieverbruik afkomstig van duurzame energiebronnen. In 2003 was dit nog 1,5%. De doelstelling van de overheid voor het duurzame binnenlandse energieverbruik is 5% in 2010 en 10% in 2020 (EZ 1996, 2005). Het is daarbij niet altijd even duidelijk in hoeverre de import van duurzame energie mag worden meegeteld.
Meeste duurzame energie is bio-energie
Bio-energie levert ook in 2004 de grootste bijdrage aan de productie van duurzame energie, en wel tweederde deel. De belangrijkste vormen zijn het meestoken van biomassa in elektriciteitscentrales en afvalverbranding. De toepassing van biomassa voor energieproductie is sinds 1990 ruim verdubbeld. In 2003 was er een daling ten opzichte van 2002, met name vanwege de afname van de meestook in elektriciteitscentrales. Echter, in 2004 is de meestook weer verdubbeld. De verbranding van afval en biomassa wordt gebruikt voor zowel de winning van elektriciteit als warmte. Vergisting van biomassa geeft gassen die bij verbranding energie opleveren.
Windenergie groeit fors
In 2004 draagt windenergie voor een kwart bij aan de productie van duurzame energie. De elektriciteitsproductie uit windenergie stijgt de laatste jaren fors door het plaatsen van veel grote windmolens.
Bronnen
- CBS (2005a). Productie duurzame energie stijgt. Webmagazine 21 februari 2005. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005b). Productie duurzame elektriciteit stijgt fors. Webmagazine 19 september 2005. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005c). StatLine: Duurzame energie; capaciteit, productie en vermeden primaire energie. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005d). Herziening duurzame energie 1990-2004. CBS, Voorburg/Heerlen.
- CBS (2005e). Duurzame energie in Nederland 2004. CBS, Voorburg/Heerlen.
- EZ (1996). Derde Energienota. Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 525, nrs, 1-2. Ministerie van Economische Zaken, Sdu Uitgeverij, Den Haag.
- EZ (2005). Nu voor later, Energierapport 2005. Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.
- SenterNovem (2004). Protocol Monitoring Duurzame Energie (2004). Methodiek voor het registreren en berekenen van de bijdrage van duurzame/hernieuwbare energiebronnen (update 2002). SenterNovem, Utrecht/Sittard.
Relevante informatie
- Meer informatie over de productie door duurzame energie is te vinden op StatLine (CBS).
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De hoeveelheid duurzame energie wordt uitgedrukt in het aantal terajoules vermeden primaire energie (dit is de hoeveelheid vermeden fossiele energiedragers). De informatie in de tabel is afkomstig uit enquêtes van het CBS, uit het duurzame stroomcertificaten beheer van CertiQ en voor de jaren tot en met 2002 uit deelinventarisaties uitgevoerd door Ecofys en KEMA. De methode voor het berekenen van de duurzame energie is vastgelegd in het Protocol Monitoring Duurzame Energie (SenterNovem, 2004). Als gevolg van de recente herziening van het Protocol en verbeterd statistisch grondmateriaal is de tijdreeks voor duurzame energie in juni 2005 herzien (CBS, 2005d). Een toelichting bij de ontwikkelingen en een methodologische verantwoording zijn te vinden in CBS (2005e).
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2005). Productie van duurzame energie, 1990-2004 (indicator 0385, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.