Vermestende depositie, 1981-2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De daling van de landelijk gemiddelde stikstofdepositie heeft zich in 2005 en 2006 niet voortgezet. In 2006 komt deze depositie uit op 2240 mol stikstof per hectare. Daardoor is de doelstelling van 1.650 mol per hectare voor het jaar 2010 uit het Nationaal Milieubeleidspan 4 niet dichterbij gekomen.
Stikstofdepositie daalt niet verder
De landelijk gemiddelde stikstofdepositie, ook wel vermestende depositie genoemd, lag tot halverwege de jaren 1990 vrij constant rond de 3.000 mol stikstof (N) per hectare. Vanaf 1994 daalde de stikstofdepositie geleidelijk naar 2.100 mol per hectare in 2004. In 2005 en 2006 is de depositie weer licht toegenomen. Dit komt vooral door de weersomstandigheden in die jaren. De doelstelling voor 2010 van 1.650 mol per hectare is vooralsnog niet dichterbij gekomen.
Grote regionale verschillen in stikstofdepositie
In de Peel, de Gelderse Vallei en delen van de Achterhoek en Twente is de stikstofdepositie aanzienlijk verhoogd. In deze gebieden is er een hoge bijdrage van ammoniak (NH3) aan de stikstofdepositie, afkomstig van de intensieve veehouderij. Ammoniak wordt op geringe hoogte uitgeworpen en heeft een hoge depositiesnelheid. Deze combinatie zorgt ervoor dat veel ammoniak dicht bij de bron neerkomt.
- Depositie van verzurende stoffen per verzuringsgebied en per provincie, 2005
- Depositie van verzurende stoffen per verzuringsgebied en per provincie, 2006
- Gegevens over de verzurende en vermestende depositie op 5x5 schaal op de GCN-website
Oorzaken veranderende depositie
De daling in stikstofdepositie sinds 1981 is het gevolg van lagere emissies van zowel stikstofoxiden als van ammoniak.
- De emissie van stikstofoxiden in Nederland daalde sinds 1980 met meer dan 30%. Deze daling is het resultaat van maatregelen bij het verkeer, zoals de invoering van de katalysator aan het eind van de jaren tachtig, bij de industrie en in de energiesector.
- De emissie van ammoniak door agrarische bronnen in Nederland is in dezelfde periode met 40% gedaald. Vooral de laatste tien jaar hebben emissiebeperkende maatregelen voor een daling gezorgd. Tot deze maatregelen behoren verbeterde voersamenstelling, het gebruik van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo's en het direct onderwerken van mest bij de aanwending.
- De lichte stijging van met name de ammoniakdepositie in 2005 en 2006 is geheel toe te schrijven aan de meteorologische omstandigheden in die jaren.
In 2004 werd de stikstofdepositie voor 64% veroorzaakt door Nederlandse bronnen. De Nederlandse landbouw draagt 46% bij aan de totale stikstofdepositie.
Beleid
De doelstelling voor de stikstofdepositie is 1.650 mol stikstof per hectare gemiddeld over de Nederlandse ecosystemen in 2010 (VROM, 2002). Van het areaal Nederlandse natuur is dan ongeveer 20% volledig beschermd (RIVM, 2001, 2004). De depositiedoelstellingen zijn berekend voor de emissiedoelstellingen van het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4). Dit zijn tussendoelstellingen op weg naar een situatie waarbij 95% van de natuur in Nederland volledig is beschermd (VROM, 2002).
Bronnen
- Ruiter, J.F. de, Pul, W.A.J. van, Jaarsveld, J.A. van, Buijsman, E. (2006) Zuur- en stikstofdepositie in Nederland in de periode 1981-2002. Rapport 500037005, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Beck, J.P., Van Bree, L., Van Esbroek, M.L.P., Freijer, J.I., Van Hinsberg, A., Marra, M., Van Velze, K., Vissenberg, H.A., Van Pul, W.A.J. (2001) Evaluation of the Acidification targets: the emission alternatives. Rapport 725501002, Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
- VROM (2001). Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Dossier Nationaal Milieubeleidsplan 4. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Den Haag.
- VROM (2002) Rapportage emissieplafonds verzuring en grootschalige emissieplafonds 2002. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Den Haag.
- MNP/RIVM (2007). Gegevens gebaseerd op metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; bewerkt door het Milieu- en Natuurplanbureau.
- MNP (2007) Milieubalans 2007, Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
Relevante informatie
- [onderwerp=nl0025]
- Vermesting en verzuring: oorzaken en effecten
- Vermesting en verzuring: beleid
- Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2021
- Depositie van verzurende stoffen per verzuringsgebied en per provincie, 2003!titel!
- Relatie ontwikkelingen emissies en luchtkwaliteit, 1990-2021
- Ammoniak in lucht, 2005-2022 met onder andere een toelichting op het 'ammoniakgat'.
- Herkomst stikstofdepositie, 2022
- Herkomst verzurende depositie, 2022
- Verzurende depositie, 1990-2022
- [dossier=nl0095]
- Grondwaterkwaliteit: inleiding
- [dossier=nl0127]
- [dossier=nl0128]
- EU (2001) Richtlijn 2001/81/EG van het Europees parlement en de raad van 23 oktober 2001inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 309/22.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De stikstofdepositie is voor alle jaren herberekend met het Operationeel Prioritaire Stoffen model (OPS). In dit model wordt de stikstofdepositie geheel berekend uit emissies. Uit meetresultaten van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit zijn parameters bepaald waarmee berekeningen zijn gecorrigeerd.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2007). Vermestende depositie, 1981-2006 (indicator 0189, versie 08, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.