Aanbod en verbruik van elektriciteit, 1995-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het elektriciteitsverbruik is in 2012 ruim 2 procent lager dan in 2011. Vooral in de energiesector en industrie is aanzienlijk minder elektriciteit verbruikt. In 2012 is de binnenlandse elektriciteitsproductie 10 procent lager dan in 2011, terwijl de invoer van elektriciteit juist fors toenam.

Aanbod van elektriciteit

Het aanbod dat voorziet in de vraag naar elektriciteit wordt berekend als de som van de (centrale plus decentrale) productie en het invoersaldo. Zowel in 2011 als 2012 is er sprake van een verschuiving van binnenlandse productie naar import vanuit het buitenland.
De productie van elektriciteit daalde in 2011 met 4 procent en in 2012 (voorlopige cijfers) met 10 procent. Het invoersaldo daarentegen verdrievoudigde in 2011 en steeg in 2012 nog eens met bijna 90 procent. De oorzaak ligt voornamelijk in de fors grotere invoer van elektriciteit vanuit Duitsland en Noorwegen (zie voor meer informatie hierover: CBS, 2013c).

Verbruik van elektriciteit

In 2012 (nader voorlopige cijfers) is het totale elektriciteitsverbruik ruim 2 procent lager dan in 2011. Vooral in de energiesector en industrie daalde het elektriciteitsverbruik, met meer dan 10 procent, hard.

Toelichting elektriciteit- en warmteproductie

Elektriciteit wordt in Nederland voor een groot deel opgewekt in elektriciteitscentrales. Daarnaast wordt elektriciteit ook decentraal geproduceerd door de industrie, energiebedrijven, glastuinbouw en gezondheidszorg in onder andere warmtekrachtinstallaties (WKK). Met name bij de industrie is de eigen energievoorziening veelal in een afzonderlijk bedrijf ondergebracht. Zo'n bedrijf is veelal een joint-venture van een energiebedrijf en een onderneming.

Toelichting centrale en decentrale elektriciteitsproductie

Centrale productie van elektriciteit betreft de productie van elektriciteit door thermische of nucleaire centrales die regulier leveren aan het landelijke hoogspanningsnet. Dit worden ook wel de elektriciteitscentrales genoemd. Het landelijke hoogspanningsnet wordt beheerd door TenneT en bestaat uit de netten met een spanning van 110 kV en hoger.
Alle overige elektriciteitsproductie betreft decentrale productie: productie door thermische installaties die leveren aan een bedrijfsnetwerk of aan het openbare midden- of laagspanningsnet (lager dan 110 kV), plus alle productie van elektriciteit uit windenergie, waterkracht en zonne-energie. Decentrale thermische installaties staan opgesteld in bijvoorbeeld de glastuinbouw, voedings- en genotsmiddelenindustrie, papierindustrie, chemie, gezondheidszorg, en afvalverbranding.
Thermische centrales wekken elektriciteit op door het verbranden van brandstoffen als aardgas, steenkool en biomassa. Nucleaire centrales (kerncentrales) wekken elektriciteit op met de warmte die vrijkomt bij splitsing van atoomkernen in een kernreactor.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aanbod en verbruik van elektriciteit
Omschrijving
Ontwikkeling van het aanbod van elektriciteit via centrale en decentrale productie en netto invoer. Ontwikkeling van het verbruik van elektriciteit per sector.
De cijfers over het aanbod van elektriciteit in 2012 hebben een voorlopige status; de cijfers over het verbruik van elektriciteit in 2012 hebben een nader voorlopige status. Nader voorlopige cijfers zijn meer definitief dan voorlopige cijfers.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als TenneT, Gasunie en Energie-Nederland. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
Basistabel
De gegevens over het aanbod van elektriciteit komen uit de StatLine-tabel Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik (CBS, 2013b). Het invoersaldo is de invoer minus de uitvoer.
De gegevens over het verbruik van elektriciteit komen uit de StatLine tabel Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik (CBS, 2013a). Het verbruik van elektriciteit is de som van de posten 'Totaal finaal verbruik' en 'Totale inzet energieomzetting'.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Er zijn gegevens voor de diverse energiebalansposten (zoals: winning, energie-aanvoer, energie-aflevering, energieverbruik, totale productie, omzettingssaldo, invoer, uitvoer) per bedrijfstak.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2012)
Opmerking
Er bestaat een klein verschil in uitkomst tussen het totale aanbod en het totale verbruik van elektriciteit. Dit is een statistisch verschil dat veroorzaakt wordt doordat de cijfers afkomstig zijn uit verschillende berekeningswijzen.
Betrouwbaarheidscodering
B (groot aantal (zeer accurate) metingen)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
28
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
17
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Aanbod en verbruik van elektriciteit, 1995-2012 (indicator 0020, versie 17,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.