Verbruik van elektriciteit, 1995-2008
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het totale elektriciteitsverbruik is in 2008 met ruim 1 procent toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Vooral door de huishoudens is meer elektriciteit verbruikt; het verbruik door de industrie bleef vrijwel gelijk. Er is per saldo minder elektriciteit ingevoerd vanuit het buitenland.
1995 | 2000 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | |
miljoen kWh | ||||||
Totaal beschikbaar 1) | 88 947 | 104 943 | 114 471 | 116 085 | 118 463 | 119 705 |
Centrale productie | 58 350 | 54 268 | 66 272 | 64 303 | 67 535 | 64 793 |
Decentrale productie | 19 204 | 31 760 | 29 907 | 30 322 | 33 317 | 39 060 |
Invoersaldo | 11 393 | 18 915 | 18 293 | 21 459 | 17 610 | 15 851 |
Totaal verbruik | 88 947 | 104 943 | 114 471 | 116 085 | 118 463 | 119 705 |
Verbruik door de industrie 2) | 35 807 | 39 574 | 40 405 | 40 457 | 41 257 | 41 156 |
Verbruik door huishoudens | 19 701 | 21 808 | 24 232 | 24 233 | 24 293 | 24 800 |
Verbruik door de transportsector | 1 478 | 1 630 | 1 608 | 1 609 | 1 580 | 1 612 |
Verbruik overig (incl. energiebedrijven) | 31 960 | 41 932 | 48 226 | 49 787 | 51 333 | 52 137 |
PJ | ||||||
Totaal verbruik | 320 | 378 | 412 | 418 | 426 | 431 |
Bron: CBS. | CBS/CLO/jan10/0020 | |||||
1) Energieproductie inclusief de winning van energie (wind-, zonne-energie). 2) Exclusief raffinaderijen en cokesfabrieken. |
Elektriciteitsverbruik
Het totale elektriciteitsverbruik is in 2008 met ruim 1 procent toegenomen. Het verbruik door de industrie vertoonde een lichte daling van 0,2 procent. Het verbruik van de huishoudens en transportsector steeg beide met ruim 2 procent. De stijging van het verbruik bij de overige sectoren, inclusief de energiebedrijven, bedroeg 1,6 procent.
Beschikbaarheid elektriciteit
In 2008 is er sprake van een lichte toename van de totale beschikbaarheid van elektriciteit (dit is de som van de productie en het invoersaldo).
Het invoersaldo (de invoer minus de uitvoer) is in 2008 met ongeveer 10 procent fors gedaald ten opzichte van het jaar ervoor. Dit is het tweede opeenvolgende jaar dat het invoersaldo flink afneemt.
Toelichting centrale en decentrale elektriciteitsproductie
De centrale elektriciteitsproductie omvat de centraal gecoördineerde opwekking van elektriciteit en warmte door eenheden die gekoppeld zijn aan het hoogspanningsnet van TENNET.
De decentrale elektriciteitsproductie bestaat uit alle niet centraal gecoördineerde opwekking van elektriciteit en warmte, zoals door (warmtekracht)installaties die staan opgesteld bij bedrijven waarvan de primaire doelstelling niet het produceren van elektriciteit of warmte is. Ook windturbines en zonnecellen vallen onder de categorie decentrale productie. Installaties voor decentrale elektriciteitsopwekking staan in de volgende SBI-eenheden: land- en tuinbouw, raffinaderijen en winningsbedrijven, voedings- en genotsmiddelenindustrie, papierindustrie, chemie, overige industrie, distributiebedrijven, gezondheidszorg, afvalverbranding en overige producenten.
De indeling in centraal en decentraal is onafhankelijk van de eigendomsvorm van de elektriciteitsproductie-eenheden. Dit betekent dat zowel de centrale als de decentrale elektriciteitsproductie onderverdeeld worden in (1) de productie door elektriciteitsproductiebedrijven, en (2) de productie door andere industriële en niet-industriële bedrijven. Kenmerkend voor de centrale elektriciteitsproductie is dat de productie-eenheden hun elektriciteit leveren aan het hoogspanningsnet van TENNET. Door nieuwe ontwikkelingen in de elektriciteitssector zullen er in de toekomst opnieuw veranderingen gaan plaatsvinden in de eigendomsvormen van de elektriciteitsproductie-eenheden.
Bronnen
- CBS (2007). Nederlandse energiehuishouding (NEH). CBS, Voorburg / Heerlen.
- CBS (2009). StatLine: Energiebalans. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Meer informatie over het verbruik van energiedragers is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Verbruik van elektriciteit
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de beschikbare hoeveelheid elektriciteit via centrale en decentrale productie en netto invoer. Ontwikkeling van het elektriciteitsverbruik per sector.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Berekening op basis van enkele maand- en kwartaalenquêtes van het CBS en registraties van diverse instellingen als Tennet, Gasunie en EnergieNed. Het artikel Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2007) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
De gegevens in de tabel zijn niet één-op-één terug te vinden in de Energiebalans van de databank StatLine (CBS, 2009). De volgende berekeningen zijn uitgevoerd op de gegevens in StatLine om tot de cijfers te komen die hierboven worden gepresenteerd:
1. De beschikbaarheid van elektriciteit is berekend op basis van de volgende posten in StatLine: 'Winning' minus 'Omzettingssaldo van warmtekrachtopwekking' plus 'Invoer' minus 'Uitvoer'.
2. Het verbruik van elektriciteit is de som van de posten 'Totaal finaal verbruik' (energetisch en niet-energetisch) en 'Omzettingssaldo van andere omzettingen' (anders dan warmtekrachtopwekking) in StatLine. - Basistabel
- StatLine: Energiebalans (CBS, 2009)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Er zijn gegevens voor de diverse energiebalansposten (zoals: energiewinning, energie-aanvoer, energie-aflevering, energieverbruik, totale productie, omzettingssaldo, invoer, uitvoer) per bedrijfstak.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Nederlandse energiehuishouding (NEH) (CBS, 2007)
- Betrouwbaarheidscodering
- A (Integrale enquête)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Verbruik van elektriciteit, 1995-2008 (indicator 0020, versie 12, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.