Emissies door de zeescheepvaart, 1990-2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De zeescheepvaart wordt niet meegenomen in de door Nederland gerapporteerde emissies in het kader van het NEC- en het Kyoto-protocol. Het is een relatief grote bron van verzurende stoffen die de luchtkwaliteit in Nederland in belangrijke mate kan beïnvloeden.

Aandeel in totale emissies op Nederlands grondgebied

De zeevaart heeft voor een drietal luchtverontreinigende stoffen een groot aandeel in de totale emissies op Nederlands grondgebied. Het betreft SO2, NOx en fijnstof (PM10). De aandelen daarvan in de totale emissies in 2016 bedragen respectievelijk 18, 31 en 11 procent. Hiervan wordt rond de 80% op het Nederlands deel van het Continentaal Plat (NCP) uitgeworpen (CBS, 2018a).

Ontwikkeling emissie zwaveldioxide, stikstofoxiden en fijnstof

De emissies van SO2, NOx en fijnstof door de zeevaart zijn tot 2006 gestaag toegenomen door de toename van het scheepvaartverkeer en de toegenomen grootte van de schepen.
De zeevaart op het Nederlands Continentaal Plat en in de Nederlandse zeehavens heeft vanaf 2007 aanzienlijk minder luchtverontreiniging veroorzaakt dan in de jaren ervoor. Tussen 2006 en 2015 is de uitstoot van zwaveldioxide met 91 procent afgenomen, terwijl de uitstoot van fijnstof met 60 procent is verminderd. Ook bij stikstofoxiden is deze periode een daling zichtbaar, te weten met 15 procent.
De belangrijkste oorzaken van de flink lagere emissies zijn de lagere vaarsnelheden, waardoor minder brandstof wordt verbruikt en de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen voor schepen die varen op de Noordzee naar 1,5 procent. Vanaf 2015 is het maximale zwavelgehalte opnieuw drastisch verlaagd (zie hieronder).

MARPOL-verdrag

Door IMO, de internationale scheepvaartorganisatie, zijn beperkingen van het zwavelgehalte in stookolie opgesteld voor zeeschepen. Deze zijn opgenomen in het zogenaamde MARPOL-verdrag dat is opgesteld voor het voorkomen van verontreiniging door schepen (Noordzeeloket, 2010).
Op volle zee mag nu nog stookolie met maximaal 45 duizend ppm (parts per million) zwavel worden gebruikt. Vanaf 2012 mag dit gehalte niet hoger dan 35 duizend ppm zwavel zijn. Na 2020 moet dit gehalte dalen naar 5 duizend ppm zwavel. In 2008 en 2009 moesten schepen in zogenaamde emission control areas al voldoen aan een maximum limiet van 15 duizend ppm zwavel. Vanaf 2010 is deze limiet verscherpt tot maximaal 10 duizend ppm zwavel, en na 2015 is het maximum duizend ppm zwavel. Voorbeelden van deze emission control areas zijn de Noordzee en de Oostzee.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Emissies door de zeevaart
Omschrijving
Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O))en emissies van verzurende en grootschalige luchtverontreinigende stoffen (zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijnstof (PM10), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (VOS) en koolmonoxide (CO)) door de zeevaart
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, RVO, TNO, Deltares)
Berekeningswijze
De emissies door de zeescheepvaart vallen niet binnen de richtlijnen van de NEC
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie
Geografische verdeling
Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)
Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen
Verschijningsfrequentie
In maart definitieve cijfers t-2; in augustus voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Klein, J., et al. (2018). Methods for calculating emissions from transport in NL (achter Lucht/Verkeer en Vervoer/Methoderapporten Taakgroep Verkeer en Vervoer). Project Emissieregistratie (Engelstalig rapport met tabellenset).
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst
Opmerking
De emissies door de zeescheepvaart worden berekend volgens de methodiek van het project Emissieregistratie Scheepvaart van de voormalige Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van Rijkswaterstaat (EMS, 2004).
De methodiek voor de berekening van de emissies door zeevaart wordt verder summier worden beschreven in het Methodenrapport van de taakgroep Verkeer van de Emissieregistratie. De meest recente methodiekbeschrijving geeft het rapport Klein, J., et al. (Klein et al., 2018).
Betrouwbaarheidscodering
C

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
27
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
12
versie‎
10
versie‎
08
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2018). Emissies door de zeescheepvaart, 1990-2016 (indicator 0521, versie 22, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.