Energieprijzen voor enkele energiedragers, 1990-2014
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Met name door de sterk toegenomen vraag is de prijs van aardolie en een aantal andere energiedragers door de jaren heen sterk toegenomen. De laatste paar jaar is de prijs weer gedaald.
De prijzen van olie, steenkool, aardgas en elektriciteit worden uitgedrukt in lopende prijzen, oftewel prijzen die op het betreffende moment voor de energiedrager moesten worden betaald.
Prijsindex energie
De consumentenprijsindex (CPI) energie geeft de prijsontwikkeling weer van het aardgas- en elektriciteitsverbruik door huishoudens. Eind 2014 is de CPI energie 2,2
maal zo hoog als vijftien jaar eerder. De energierekening van huishoudens is in deze periode met gemiddeld 5,6 procent per jaar toegenomen, terwijl de inflatie op een jaargemiddelde van 2,2 procent ligt. De relatief grote toename van energieprijzen voor huishoudens komt mede door de steeds hogere brandstofprijzen op de wereldmarkt. Zowel de CPI energie als de brandstofprijzen zijn tijdens de crisis van eind 2008 flink gedaald, maar ze zijn inmiddels teruggekeerd naar het hoge prijsniveau van vlak voor de crisis.
Wereldolieprijs
Vanaf 2003 is er een forse stijging te zien in de prijs van aardolie. Medio 2008 bedraagt de prijs voor een vat ruwe olie meer dan 100 dollar (maximum is 145 dollar op 3 en 4 juli). In de tweede helft van 2008 en eerste maanden van 2009 is de olieprijs weer gedaald tot 40 à 50 dollar per vat, onder andere door de afname van de vraag als gevolg van de Kredietcrisis. In de loop van 2009 neemt de prijs weer fors toe.
In de eerste helft van 2014 kost een vat aardolie (North Sea Brent) gemiddeld bijna 110 dollar. In de tweede helft van dat jaar daalt de wereldolieprijs echter flink als gevolg van een lage vraag en groot aanbod. Door een stagnatie van de economieën van China, Rusland, Brazilië en Europa hebben de industrieën daar minder energie nodig en is er minder brandstof nodig voor transport. Tevens wordt er in de Verenigde Staten steeds meer olie voor de eigen markt geproduceerd.
Steenkoolprijs
Steenkool blijft vooralsnog een goedkope energiebron en wordt daarmee steeds interessanter voor een betaalbare energievoorziening.
Aardgasprijs
In het algemeen volgt de aardgasprijs voor een deel de prijs van "ruwe" olie (CBS, 2010). Ook belangrijke wereldgebeurtenissen hebben hun uitwerking op de aardgasprijs. De aardgasprijs is bijvoorbeeld in 2011 ook gestegen door de aardbeving in Japan.
Elektriciteitsprijs
De elektriciteitsprijs hangt onder andere af van de brandstofprijzen van olie, kolen en aardgas. Een andere belangrijke component wordt gevormd door de kosten voor de centrales en transportnetten. Dit is de reden dat de invloed van de brandstofprijzen minder doorwerkt in de prijs van elektriciteit.
Eind jaren negentig zijn de aardgas- en elektriciteitsprijzen voor kleinverbruikers gestegen als gevolg van de Energiebelasting (tot 2004 Regulerende Energiebelasting, REB) en de heffing Millieukwaliteit Elektriciteits Productie (MEP). De MEP was bedoeld ter stimulering van hernieuwbare elektriciteit. Deze heffing gold van 2001 tot 2007.
Energiedragers steeds schaarser
Goedkope, conventioneel winbare voorraden aardgas en olie op aarde worden steeds schaarser. Tegelijkertijd is de verdeling hiervan over de wereld scheef. Zo beschikken China en India wel over kolen, maar nauwelijks over conventionele voorraden olie en aardgas, en raken de Europese gasvoorraden op. Europa moet daarom een steeds groter deel van de vraag naar gas importeren. Hierdoor zal de importafhankelijkheid in de toekomst toenemen. Ook voor de levering van olie blijft Europa afhankelijk van een kleine groep landen en zal de importafhankelijkheid in de komende jaren nog stijgen.
Bronnen
- CBS (2008a). StatLine: Wereldmarktprijzen aardolie en gasolie, en dollarkoers. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2008b). Wereldmarktprijzen per dag. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010). Aardgasprijs minder sterk gestegen dan olieprijs. Webartikel 23 augustus 2010. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012a). StatLine: Wereldmarktprijzen per dag. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012b). Eindverbruikersprijzen aardgas en elektriciteit. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012c). Korte methodebeschrijving consumentenprijsindex (CPI). CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2012d). Grootverbruikers energie betalen het minst. Webartikel 22 augustus 2012. CBS, Den Haag / Heerlen (gaat ook in op seizoenspatroon kwartaalprijzen aardgas en elektriciteit).
- CBS (2012e). Invoerprijs ketelkolen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2014a). StatLine: Ketelkolen, invoerprijs uit niet-EU-landen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2014b). StatLine: Aardgas en elektriciteit, gemiddelde prijzen van eindverbruikers. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2014c). StatLine: Consumentenprijzen; index 2006=100. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2014d). Maandtabel conjunctuurgegevens. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- De databank StatLine van het CBS bevat gegevens over de prijzen van een groot aantal andere energiedragers.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Energieprijzen voor enkele energiedragers
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de Consumentenprijsindex (CPI) energie (2006 = 100) en enkele prijzen van energiedragers:
1. wereldolieprijs (North Sea Brent) (in dollar per vat);
2. invoerprijs van ketelkolen (steenkool dat gebruikt wordt in ketels in elektriciteitscentrales) uit niet- EU-landen (in euro / GJ);
3. eindverbruikersprijzen aardgas (huishoudens, zakelijk, grootzakelijk) (in euro / GJ, excl. BTW en belastingen);
4. eindverbruikersprijzen elektriciteit (huishoudens, zakelijk, grootzakelijk) (in euro / kWh, excl. BTW en belastingen);
Voor de wereldolieprijs en CPI Energie worden maandelijkse gegevens gepresenteerd. Voor aardgas, elektriciteit en steenkool gaat het om kwartaalgegevens. De prijzen van olie, aardgas, elektriciteit en steenkool zijn lopende prijzen, d.w.z. prijzen die op het betreffende moment betaald moesten worden. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Zie de betreffende methodebeschrijvingen (CBS, 2008b 2012b,c,e)
- Basistabel
- StatLine: Wereldmarktprijzen aardolie en gasolie, en dollarkoers (CBS, 2008a)
StatLine: Wereldmarktprijzen per dag (CBS, 2012a)
StatLine: Ketelkolen, invoerprijs uit niet-EU-landen (CBS, 2014a)
StatLine: Aardgas en elektriciteit, gemiddelde prijzen van eindverbruikers (CBS, 2014b)
StatLine: Consumentenprijzen; index 2006=100 (CBS, 2014c)
Maandtabel conjunctuurgegevens (CBS, 2014d) - Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Wereldprijzen van diverse andere energiedragers en de gemiddelde eindverbruikersprijzen van aardgas en elektriciteit voor diverse andere categorieën klein- en grootverbruik.
- Verschijningsfrequentie
- Dagelijks (aardolie), per maand (consumentenprijsindex energie), per kwartaal (aardgas, elektriciteit, ketelkolen).
- Achtergrondliteratuur
- Wereldmarktprijzen per dag (CBS, 2008b)
Eindverbruikersprijzen aardgas en elektriciteit (CBS, 2012b)
Korte methodenbeschrijving consumentenprijsindex (CPI) (CBS, 2012c)
Grootverbruikers energie betalen het minst (CBS, 2012d) Invoerprijs ketelkolen (CBS, 2012e) - Betrouwbaarheidscodering
- Wereldolieprijs: A (integrale waarneming);
Eindverbruikersprijzen aardgas en elektriciteit: B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is);
Invoerprijs steenkool: B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is);
Consumentenprijsindex energie: B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2015). Energieprijzen voor enkele energiedragers, 1990-2014 (indicator 0554, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.