Energieprijzen kleinverbruikers, invoerprijs steenkool en wereldolieprijs, 1990-2010
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Met name door de sterk toegenomen vraag is de prijs van aardolie en een aantal andere energiedragers de laatste jaren sterk toegenomen.
De grafieken geven lopende prijzen, oftewel prijzen die op het betreffende moment voor de energiedrager moesten worden betaald.
Wereldolieprijs
Vanaf 2003 is er een forse stijging te zien in de prijs van aardolie. Medio 2008 bedraagt de prijs voor een vat ruwe olie meer dan 100 dollar (maximum is 145 dollar op 3 en 4 juli). In de tweede helft van 2008 en eerste maanden van 2009 is de olieprijs weer gedaald tot 40 à 50 dollar per vat, onder andere door de afname van de vraag als gevolg van de Kredietcrisis. In de loop van 2009 neemt de prijs weer toe tot ruim 75 dollar per vat eind 2009 - begin 2010.
Belangrijkste oorzaken voor de hoge olieprijzen zijn een sterk stijgende vraag in opkomende economieën als China en India, gebrek aan reservecapaciteit bij de productie (raffinage), politieke onzekerheden in belangrijke producerende landen en gebrek aan mogelijkheden om op korte termijn de vraag naar olie aan te passen.
Prijzen steenkool, aardgas en elektriciteit
Steenkool blijft vooralsnog een goedkope energiebron en wordt daarmee steeds interessanter voor een betaalbare energievoorziening.
De aardgasprijs volgt in het algemeen met een vertraging van enkele maanden de prijs van olie. De elektriciteitsprijs hangt onder andere af van de brandstofprijzen van olie, kolen en aardgas. Een andere belangrijke component wordt gevormd door de kosten voor de centrales en transportnetten. Dit is de reden dat de invloed van de brandstofprijzen minder doorwerkt in de prijs van elektriciteit. Eind jaren negentig zijn de aardgas- en elektriciteitsprijzen voor kleinverbruikers gestegen als gevolg van de Regulerende EnergieBelasting (REB) en de heffing Millieukwaliteit ElektriciteitsProductie (MEP). De MEP was bedoeld ter stimulering van duurzame elektriciteit is ingegaan per 2001 en is per 2007 komen te vervallen.
Energiedragers steeds schaarser
Goedkope, conventioneel winbare voorraden aardgas en olie op aarde worden steeds schaarser. Tegelijkertijd is de verdeling hiervan over de wereld scheef. Zo beschikken China en India wel over kolen, maar nauwelijks over conventionele voorraden olie en aardgas, en raken de Europese gasvoorraden op. Europa moet daarom een steeds groter deel van de vraag naar gas importeren. Hierdoor zal de importafhankelijkheid in de toekomst toenemen. Ook voor de levering van olie blijft Europa afhankelijk van een kleine groep landen en zal de importafhankelijkheid in de komende jaren nog stijgen.
Bronnen
- CBS (2008a). StatLine: Wereldmarktprijzen aardolie en gasolie, en dollarkoers. CBS, Den Haag.
- CBS (2008b). Invoerprijs ketelkolen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2008c). Tarieven aardgas en elektriciteit. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2008d). Wereldmarktprijzen per dag. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010a). StatLine: Wereldmarktprijzen per dag. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010b). StatLine: Ketelkolen, invoerprijs uit niet-EU-landen. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2010c). StatLine: Aardgas en elektriciteit; gemiddelde tarieven. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- De databank StatLine van het CBS bevat gegevens over de prijzen van een groot aantal andere energiedragers.
- Ook op de website www.energie.nl is informatie te vinden over de ontwikkeling van de energieprijzen. De prijzen in deze website wijken in veel gevallen af van de prijzen die in het Milieu- en Natuurcompendium staan. Dit kan diverse oorzaken hebben. Zo is de presentatievorm anders (presentatie van een cijfer per jaar i.p.v. per maand of kwartaal). Ook kunnen de prijzen betrekking hebben op een andere verbruikscategorie of een andere oliesoort.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Energieprijzen kleinverbruikers, invoerprijs steenkool en wereldolieprijs
- Omschrijving
- Ontwikkeling van de lopende prijs (= prijs die op het betreffende moment moest worden betaald) van enkele energiedragers:
1. wereldolieprijs (North Sea Brent) (in dollar/vat);
2. gemiddelde tarief van aardgas (kleinverbruik, 500-2000 m3 per jaar) (in euro/1000 m3, excl. BTW);
3. gemiddelde tarief van elektriciteit (kleinverbruik, 3000-50000 kWh per jaar, dubbeltarief) (in euro/1000 kWh, excl. BTW);
4. invoerprijs van ketelkolen (steenkool dat gebruikt wordt in ketels in elektriciteitscentrales) uit niet-EU-landen (in euro/GJ).
Voor de wereldolieprijs worden maandelijkse gegevens gepresenteerd. Voor aardgas, elektriciteit en steenkool gaat het om kwartaalgegevens. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- Zie de betreffende methodebeschrijvingen (CBS, 2008b, c, d)
- Basistabel
- StatLine: Wereldmarktprijzen aardolie en gasolie, en dollarkoers (CBS, 2008a)
StatLine: Wereldmarktprijzen per dag (CBS, 2010a)
StatLine: Ketelkolen, invoerprijs uit niet-EU-landen (CBS, 2010b)
StatLine: Aardgas en elektriciteit; gemiddelde tarieven (CBS, 2010c) - Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Wereldprijzen van diverse andere energiedragers, tarieven van aardgas en elektriciteit voor diverse andere categorieën klein- en grootverbruik
- Verschijningsfrequentie
- Dagelijks (aardolie), per kwartaal (aardgas, elektriciteit, ketelkolen)
- Achtergrondliteratuur
- Invoerprijs ketelkolen (CBS, 2008b)
Tarieven aardgas en elektriciteit (CBS, 2008c)
Wereldmarktprijzen per dag (CBS, 2008d) - Betrouwbaarheidscodering
- Wereldolieprijs: A (integrale waarneming)
Tarieven aardgas en elektriciteit, invoerprijs steenkool: B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is)
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Energieprijzen kleinverbruikers, invoerprijs steenkool en wereldolieprijs, 1990-2010 (indicator 0554, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.