Energie: inleiding en beleid
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening
De fossiele brandstoffen aardgas, ruwe aardolie en steenkool zijn voor Nederland de belangrijkste primaire energiedragers. Aardgas wordt direct gebruikt voor warmte, omgezet in elektriciteit of dient als grondstof voor kunstmest. Steenkool wordt ook omgezet in elektriciteit of gebruikt bij de staalproductie. Ruwe aardolie wordt door raffinaderijen omgezet in diverse olieproducten voor vervoer en in grondstoffen voor de petrochemische industrie (bijvoorbeeld plastics).
In Nederland wordt veel aardgas en in geringe mate aardolie gewonnen. Voor steenkool en bijna alle ruwe aardolie is Nederland aangewezen op import uit het buitenland. Aardgas en olieproducten worden veel geëxporteerd.
Milieudruk energievoorziening
Bij de verbranding van brandstoffen ontstaan emissies naar de lucht. Deze emissies bevatten broeikasgassen (CO2), verzurende stoffen (zoals stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2)) en fijn stof. Daarnaast ontstaan er ook emissies bij winning en transport van energie. Het gaat daarbij vooral om emissies van het broeikasgas methaan en vluchtige organische stoffen (VOS). Bij het gebruik van kolen ontstaan grote hoeveelheden afvalstoffen. Deze worden voor het overgrote deel hergebruikt voor het produceren van bouwmaterialen. Afval van kernenergie wordt tijdelijk opgeslagen bij COVRA in Zeeland. Elektriciteitscentrales lozen ook veel opgewarmd koelwater.
- Emissies broeikasgassen, 1990-2022
- Grootschalige luchtverontreiniging de "National Emission Ceilings": emissies, 1990 - 2022
- Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales
- Koelwaterverbruik en warmtelozing door elektriciteitscentrales, 1981-2014
Maatregelen om milieudruk te verminderen
De milieudruk kan beperkt worden door energiebesparing, het overschakelen op minder vervuilende brandstoffen, het gebruik van hernieuwbare energie en rookgasreiniging. Op deze terreinen wordt nationaal en internationaal beleid gevoerd.
Hernieuwbare energie
Hernieuwbare energie is energie die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon, biomassa en de bodem en warmte uit de buitenlucht. In 2012 was het aandeel van hernieuwbare energie in het eindverbruik ongeveer vierenhalve procent, vrijwel gelijk aan dat van 2011. In Europees verband heeft Nederland afgesproken om in 2020 14 procent van het eindverbruik van energie uit hernieuwbare bronnen te laten komen. In het Energieakkoord (SER, 2013) hebben overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties afgesproken dat in 2023 16 procent hernieuwbare energie wordt gerealiseerd. De beleidsinstrumenten die de overheid inzet om deze doelen te bereiken zijn onder meer subsidies voor productie van hernieuwbare energie (gas, warmte en elektriciteit), een korting op de energiebelasting voor elektriciteit die door een coöperatie of een vereniging van eigenaren is opgewekt en een verplichting voor het verbruik van biobrandstoffen voor het wegverkeer.
Energiebesparing
In het Energieakkoord is energiebesparing een kernpunt. Deelnemende partijen hebben afgesproken om per jaar gemiddeld 1,5 procent van het finale energieverbruik te besparen, om te voldoen aan de Europese Richtlijn voor energie-efficiëntie. Daarvoor worden onder andere de volgende beleidsinstrumenten ingezet:
- Steeds strengere energieprestatienormen voor nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen.
- Een revolverend fonds (= een fonds dat zichzelf in stand houdt) voor energiebesparing voor bestaande gebouwen. De rijksoverheid stelt hiervoor 150 miljoen euro beschikbaar. Private partijen zouden dit moeten aanvullen tot 600 miljoen euro.
- Alle woningen zonder energielabel, krijgen in 2014 en 2015 een indicatief energielabel. Partijen binnen de huursector committeren zich om de afgesproken doelstellingen van gemiddeld label B (corporaties) en 80% van de woningen minimaal label C (particuliere verhuurders) in 2020 te halen.
- Met de industriële bedrijven zijn meerjarenafspraken gemaakt waarin bedrijven zich committeren aan het opstellen en uitvoeren van een energie-efficiëntieplan en het nemen van maatregelen met een terugverdientijd kleiner dan of gelijk aan vijf jaar. Energiebesparing wordt fiscaal gestimuleerd met energie-investeringsaftrek.
- Voor apparaten en auto's gelden Europese normen voor het energiegebruik.
- Energiebesparing in Nederland
- Energielabels van woningen, 2010 t/m 2023
- Energielabels voor personenauto's, 2001-2016
- Energiegebruik van huishoudelijke apparatuur, 2000-2021
Werkgelegenheid
Het verduurzamen van de energievoorziening zou ook kansen kunnen bieden voor de werkgelegenheid. In het Energieakkoord is daarom een doelstelling opgenomen om 15 duizend extra voltijdsbanen te creëren tot en met 2020, met een accent op de eerstkomende jaren. Dit zou gerealiseerd moeten worden door werk voor energiebesparing in de gebouwde omgeving, groei van de cleantech industrie en door investeringen in energie-efficiency bij de bestaande energie-intensieve industrie. De totale werkgelegenheid op het gebied van energiebesparing en hernieuwbare energie bedroeg in 2011 19 duizend voltijdsbanen (Zult, D., J. Vuik en M. van Rossum, 2013).
Voorzieningszekerheid
Voorzieningszekerheid is de mate van zekerheid die er is over de beschikbaarheid van energie nu en in de toekomst.
Bij aardolie zijn er de meeste zorgen over de beschikbaarheid, alhoewel de winning van aardolie uit onconventionele bronnen in Noord Amerika sinds enkele jaren sterk is toegenomen. De mondiale voorraden zijn relatief klein en liggen in toenemende mate in een beperkt aantal landen in het Midden-Oosten en Rusland.
Aardgas heeft Nederland momenteel nog zelf. De winbare hoeveelheden nemen echter wel af (EL&I, 2012). Mondiaal gezien zijn de zorgen over schaarste van aardgas afgenomen door de sterk toegenomen winning van schaliegas in de Verenigde Staten. Schaliegas is gas wat is opgeslagen in gesteente en hierdoor moeilijk winbaar is. Het is nog niet duidelijk of schaliegaswinning in Europa ook zo belangrijk gaat worden.
Voor steenkool zijn er relatief weinig zorgen voor de voorzieningszekerheid. Het is op diverse continenten in ruime mate beschikbaar.
Bevordering Europese energiemarkt
Om energiebedrijven te stimuleren efficiënt te werken en zo goedkoop mogelijk energie te leveren is er binnen de energiesector op Europese schaal marktwerking gecreëerd. Gevolg van de Europese integratie van de markten is dat de Nederlandse elektriciteitscentrales nu grotendeels onderdeel zijn van buitenlandse bedrijven. Anderzijds hebben Nederlandse netbedrijven transportnetten in het buitenland opgekocht.
Vooral voor elektriciteit is er de laatste jaren flink geïnvesteerd in uitbreiding van fysieke verbindingen met het buitenland en zijn handelsplatfoms geïntegreerd. Gevolg daarvan is dat de internationale handel in elektriciteit en de daaraan gerelateerde nationale productie steeds sneller reageert op factoren als de prijs van aardgas en steenkool, de beschikbaarheid van kerncentrales en de beschikbaarheid van hernieuwbare elektriciteit in de omringende landen. Anderzijds zijn er zorgen over hernieuwde fragmentatie van de Europese elektriciteitsmarkt door verschillen in de stimuleringen van hernieuwbare energie door Europese landen door verschillen in de aanpak van mogelijke tekorten aan productiecapaciteit.
Begrippen en definities
Bunkers | De levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart. |
Hernieuwbare energie | Energie uit wind, waterkracht, zon, biomassa en de bodem en warmte uit de buitenlucht |
Energieaanbod | Winning + invoer + voorraadmutaties - uitvoer - bunkers. Het energieaanbod moet overeenkomen met het energieverbruik. |
Energiedrager | Een product dat energie bevat, dit kan zijn in de vorm van een brandstof, warmte of kracht, zoals aardolie, aardgas, kolen, elektriciteit, stoom en vormen van hernieuwbare energie. |
Energiedragerbalans | De balans van een brandstof die leidt tot het binnenlands verbruik. |
Energieverbruik | Verbruik bij omzetting in andere energiedragers + finaal energieverbruik. |
Finaal energieverbruik | Het door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager. |
Joule | De energie-inhoud van de diverse energiedragers wordt uitgedrukt in joules. Veel gebruikte energie-eenheden zijn TJ (terajoule = 1012 Joule) en PJ (petajoule = 1015 Joule). Een petajoule komt overeen met 23,4 miljoen kg aardolie of 31,6 miljoen m3 aardgas of 277,8 miljoen kWh elektriciteit. |
Primaire energie | Energie gewonnen uit de natuur zoals aardolie, aardgas en steenkool. |
Bron: CBS, PBL. | CBS/aug10/0050 |
Bronnen
- CBS (2013). StatLine: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag / Heerlen.
- EL&I (2011). Energierapport 2011. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, Den Haag.
- EL&I (2012). Delfstoffenwinning en aardwarmte n Nederland, jaarverslag 2011. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie, Den Haag.
- Grootenboer, A. , Koning, M., Saitua, R., Vrolijk, M., Zuidema, M. (2013). SER Energieakkoord, Macro-economische doorwerking. EIB, september 2013.
- SER (2013). Energieakkoord voor duurzame groei. Sociaal-Economische Raad, Den Haag.
- Zult, D., J. Vuik en M. van Rossum (2013). Economic Radar of the Sustainable Energy Sector in the Netherlands, 2008-2011. Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag / Heerlen.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Energie: inleiding en beleid
- Omschrijving
- Een inleidend verhaal over:
1. De energiedragers die een bijdrage leveren aan de energievoorziening in Nederland;
2. de milieudruk als gevolg van winning, distributie en verbruik van fossiele brandstoffen;
3. het Nederlandse energiebeleid;
4. begrippen en definities. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- StatLine: Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik (CBS, 2013)
- Geografische verdeling
- Nederland
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- In het Energierapport 2011 van het Ministerie van EL&I wordt meer specifiek ingegaan op de voorzieningszekerheid van de Nederlandse energiehuishouding en de rol die Nederland speelt in de gasvoorziening van Europa.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2013). Energie: inleiding en beleid (indicator 0050, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.