Marktaandeel Nederlandse zeehavens, 2002-2020

Het marktaandeel van de Nederlandse zeehavens gezamenlijk in de overslag in de Hamburg-Le Havre range was tussen 2002 en 2016 vrijwel stabiel met waarden tussen 44 en 48 procent. Vanaf 2018 wordt een aandeel van 50% gerealiseerd.

Marktaandeel Nederlandse zeehavens neemt toe naar 50%

De zeehavens van Rotterdam en Amsterdam hadden tussen 2002 en 2016 samen een marktaandeel dat varieerde tussen 44% tot 48% van de totale overslag binnen de zogenaamde Hamburg-Le Havrerange. Bij de Hamburg-Le Havrerange gaat het om de volgende zeehavens: Rotterdam, Amsterdam, de Vlaamse zeehavens Antwerpen, Gent en Zeebrugge, de Duitse zeehavens Hamburg en Bremen en de Franse zeehavens Le Havre en Duinkerken. In 2002 bedroeg het gezamenlijk marktaandeel van Rotterdam en Amsterdam binnen deze range 46 procent en in 2021 50%.

Nationale belangen en opgaven NOVI

De indicator verwijst naar de volgende nationale belangen en doelen

  • Nationaal belang Waarborgen en versterken van een aantrekkelijk ruimtelijk-economisch vestigingsklimaat.
  • Opgave: Vanuit onze sterke internationale concurrentiepositie moeten we werk maken van een nieuw (duurzaam en circulair) sociaaleconomisch verdienmodel en blijven zorgen voor een excellent vestigingsklimaat met een aantrekkelijke, veilige en gezonde leefomgeving en voldoende fysieke ruimte voor bedrijvigheid. Ontwikkelingen voor een duurzaam en concurrerend vestigingsklimaat vragen om een aanpak in samenhang met opgaven als woningbouw, bereikbaarheid, landschap, energietransitie, milieu, gezondheid, welvaart en welzijn.

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Marktaandeel Nederlandse zeehavens

Omschrijving

De ontwikkeling van het marktaandeel Nederlandse zeehavens in de Hamburg-Le Havre range

Verantwoordelijk instituut

Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma

Berekeningswijze

-

Basistabel

-

Geografische verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

2 jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Nationale Havenraad, 2011 (gegevens 2002-2010). IenM (gegevens 2011-2014).Havenmonitor 2021, Erasmus Universiteit (gegevens 2018-2020)

Opmerking

Nationale Havenraad is per 1 januari 2012 opgeheven.Vanaf 2016 Havenbedrijf Rotterdam op basis van cijfers ESPO. ESPO beschouwt daarin alleen de Nederlandse havens van Rotterdam, Amsterdam en Zeeland. In eerdere jaren zijn ook de havens van Moerdijk en Groningen in het overzicht meegenomen. Deze worden niet meegenomen door ESPO.De Havenmonitor 2021 is een uitgave van het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De havenmonitor wordt in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Nederlandse zeehavenbedrijven gemaakt.

Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CLO (2022). Marktaandeel Nederlandse zeehavens, 2002-2020 (indicator 2154, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.