Huishoudens en milieubelastingen, 1990-2009
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Een gemiddeld huishouden betaalt steeds meer aan milieubelastingen. Vooral de betalingen aan accijns op motorbrandstoffen, de motorrijtuigenbelasting en de energiebelasting zijn de laatste 20 jaar fors gestegen.
Kosten milieubelastingen voor huishoudens sinds 1990 bijna verdrievoudigd
Huishoudens betalen ruim de helft van alle groene belastingen. Een gemiddeld huishouden betaalt ongeveer 1 544 euro per jaar, vooral in de vorm van de accijns op benzine en diesel, motorrijtuigenbelasting, BPM en de energiebelasting. In 2009 betaalden huishoudens ongeveer hetzelfde bedrag aan groene belastingen als het jaar daarvoor.
Driekwart van de milieuheffingen betaald door huishoudens
Wat betreft de milieuheffingen betalen huishoudens een nog groter aandeel, namelijk 76 procent van alle milieuheffingen. Voor een gemiddeld huishouden bedroeg de bijdrage aan milieuheffingen in 2009 ongeveer 433 euro.
Sinds 1990 zijn de kosten voor een gemiddeld gezin aan milieubelastingen en heffingen met 155 procent gestegen. In totaal geven huishoudens in 2009 iets minder dan 2 duizend euro uit aan milieubelastingen en milieuheffingen.
Bronnen
- CBS (2010). Milieurekeningen 2009. CBS, Voorburg/Heerlen.
Relevante informatie
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Milieurekeningen: Huishoudens en milieubelasting
- Omschrijving
- De totale betalingen van huishoudens aan respectievelijk de groene belastingen.
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek
- Berekeningswijze
- De totale betalingen van huishoudens aan respectievelijk de groene belastingen en milieuheffingen zijn ontleend aan de nationale rekeningen. De totalen zijn gedeeld door het aantal huishoudens om de bijdrage van een gemiddeld huishouden te berekenen.
De milieurekeningen worden opgesteld volgens de concepten en definities van de nationale rekeningen. Voor de fysieke matriaalstromen betekent dit dat alle stromen worden beschreven die direct zijn gerelateerd aan de Nederlandse economie. De materiaalstromen worden geregistreerd voor de afzonderlijke economische activiteiten op de plek waar deze daadwerkelijk plaatsvinden (het zogenaamde 'ingezetenenprincipe'). Bijvoorbeeld worden de luchtverontreinigende emissies door Nederlandse transporteurs voor Nederland meegenomen en de emissies voor buitenlandse voertuigen binnen het Nederlandse grondgebied niet worden meegenomen. Dit in tegenstelling tot de overige gegevens in het Milieu- en Natuurcompendium, waar wordt uitgegaan van het 'grondgebiedprincipe'.
Meer informatie op de CBS website: Milieurekeningen, methoden.
Meer informatie: zie CBS (2010). Milieurekeningen 2009. CBS, Voorburg/Heerlen: Hoofdstuk 11. - Basistabel
- Zie MNC-indicator Milieurekeningen: emissies en afval door de Nederlandse economie in 2020
Voor meer informatie over de groene en milieubelastingen: CBS (2010). Milieurekeningen 2009. CBS, Voorburg/Heerlen: Hoofdstuk 8. - Geografische verdeling
- Nederland
- Andere variabelen
- Bedrijfstakken per SBI, vier groene belastingen; vier milieuheffingen.
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- CBS (2010). Environmental accounts of the Netherlands 2009. CBS, Voorburg/Heerlen.
Zie ook de MNC-indicator Milieurekeningen: methodologie - Betrouwbaarheidscodering
- C (Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen, de representatieviteit is grotendeels gewaarborgd).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2011). Huishoudens en milieubelastingen, 1990-2009 (indicator 0543, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.