Nutriënten in zout oppervlaktewater, 1985-2000
U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.
Ontwikkelingen
In de Westerschelde en Eems-Dollard is de stikstofconcentratie al jaren hoger dan in andere zoute wateren. Ten opzicht van 1995 is de concentratie in de Westerschelde en Eems-Dollard in 2000 afgenomen. In de Westerschelde is ook de fosfaatconcentratie hoog, maar al geruime tijd dalend. In 2000 is echter de concentratie licht gestegen. In andere zoute wateren is sprake van een daling of stabilisatie.
Beleid
Voor het zoute water ontbreken normen voor nutriënten. Wel heeft de overheid zich tot doel gesteld de concentraties te verlagen tot een niveau waarop geen negatieve effecten op het ecosysteem van de Noordzee optreden.
Relevantie
Bij te hoge concentraties nutriënten wordt het ecosysteem in de Noordzee verstoord. Dit kan leiden tot allerlei ongewenste effecten zoals algenbloei en dientengevolge schuimvorming.
Methodiek
Uitgezet is de mediaan van de winterwaarden. De winterwaarden betreffen metingen tussen 1 december en 1 maart. De mediaan is de waarde waar 50% van de waarnemingen boven ligt (de middelste gemeten waarde - dit is niet de gemiddelde waarde).
Bronnen
- RIKZ, monitoringsprogramma Rijkswaterstaat.
Relevante informatie
- Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen is te vinden in Milieubalans 2002 en Milieuverkenning 2000-2030.
- Meer informatie over de monitoring van rijkswateren.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2002). Nutriënten in zout oppervlaktewater, 1985-2000 (indicator 0254, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.