Emissies naar water door de industrie, 1990-2002
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De emissies naar water van de meeste stoffen neemt nog steeds verder af. Voor fosfor, cadmium en kwik zijn in de periode 1995-2002 aanzienlijke reducties bereikt.
1990 | 1995 | 2000 | 2001 | 2002 | w.v. | ||
direct | indirect | ||||||
1 000 kg | |||||||
Stikstof (als N-totaal) | 20 950 | 13 510 | 10 250 | 10 300 | 10 060 | 3 115 | 6 945 |
Fosfor (als P-totaal) | 12 340 | 5 160 | 2 910 | 1 850 | 1 730 | 560 | 1 170 |
Cadmium (Cd) | 4,0 | 0,775 | 0,309 | 0,297 | 0,304 | 0,251 | 0,053 |
Chroom (Cr) | 46,0 | 31,9 | 25,4 | 23,7 | 22,1 | 2,8 | 19,3 |
Koper (Cu) | 53,7 | 39,1 | 28,8 | 24,9 | 30,8 | 11,7 | 19,1 |
Kwik (Hg) | 0,723 | 0,328 | 0,040 | 0,0636 | 0,0493 | 0,0376 | 0,0117 |
Lood (Pb) | 25,6 | 12,2 | 6,24 | 7,28 | 5,54 | 2,67 | 2,88 |
Nikkel (Ni) | 42,9 | 28,5 | 18,2 | 19,7 | 16,5 | 4,13 | 12,4 |
Zink (Zn) | 176 | 78,8 | 52,7 | 56,2 | 61,3 | 31,0 | 30,4 |
Arseen (As) | 4,89 | 1,97 | 1,80 | 1,57 | 1,28 | 1,02 | 0,25 |
Benzeen | 29,5 | 7,66 | 1,37 | 8,96 | 8,40 | 5,88 | 2,52 |
Ethylbenzeen | 3,38 | 6,72 | 3,09 | 4,19 | 4,22 | 0,082 | 4,14 |
1,2-Dichloorethaan | 5,58 | 1,47 | 1,50 | 2,41 | 1,14 | 1,0 | 0,14 |
1,1,1-Trichloorethaan | 0,096 | 0,071 | 0,033 | 0,027 | 0,005 | 0,005 | - |
Trichlooretheen | 66,3 | 0,421 | 0,755 | 0,784 | 0,659 | 0,0022 | 0,657 |
Cyaniden als CN | 22,9 | 37,7 | 15,8 | 12,7 | 12,2 | 12,1 | 0,12 |
Bron: CCDM (2004). | CBS/MC/mei04/0114 |
Emissies dalen nog steeds
De periode 1985-1995 werd gekenmerkt door forse emissiereducties bij de industrie (tot 95%). Dit was onder meer het gevolg van de uitvoering van de diverse nationale en internationale beleidsdoelstellingen. Ook in de periode 1995-2002 zijn voor fosfor, cadmium en kwik nog aanzienlijke reducties bereikt, onder andere door de sluiting van enkele kunstmestfabrieken.
Aandeel van directe emissies nog vrij groot
De tabel vermeldt de emissies aan de bron. Deze omvatten zowel de directe emissies naar het oppervlaktewater als de indirecte lozingen op het riool. Bij de industrie is het aandeel van de directe lozingen altijd relatief hoog geweest. Omdat een deel van de indirect geloosde stoffen bij de zuivering in rioolwaterzuiveringsinstallaties uit het water wordt verwijderd, ligt de uiteindelijke belasting van het oppervlaktewater lager.
Beleidsdoelstellingen
De emissies van prioritaire stoffen naar water moeten zodanig verminderen, dat wordt voldaan aan de normen voor de waterkwaliteit. In 2000 moet de zogenaamde MTR-concentratie (Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau) zijn gehaald; in 2010 de Streefwaarde.
Dankzij de reeds behaalde emissiereducties geldt voor onder andere organische microverontreinigingen, dat de bijdrage van de industrie aan de overschrijding van de streefwaarde nihil of slechts gering is. Met name bij de zware metalen zal er nog een aanvullende inspanning nodig zijn om de doelstelling voor 2010 te bereiken (VROM, 2001).
Technische toelichting
Bronnen
- CCDM (2004). Jaarcijfers 2002. Datawarehouse-Emissieregistratie. Coördinatiecommissie Doelgroepmonitoring, Den Haag.
- VROM (2001). Emissiereductiedoelstellingen prioritaire stoffen - Thema verspreiding. Notitie in het kader van het vierde Nationaal Milieubeleidsplan. Ministerie van VROM, Den Haag.
Relevante informatie
- Recente emissiecijfers en beschrijvingen van gehanteerde berekeningswijzen (meta-informatie) kunnen in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2004). Emissies naar water door de industrie, 1990-2002 (indicator 0114, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.