Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw, 1990-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De sector land- en tuinbouw levert een grote bijdrage aan de totale emissies van ammoniak, methaan, distikstofoxide en fijn stof. Vooral de emissie van ammoniak is sinds 1990 aanzienlijk afgenomen.

De emissie van ammoniak naar de lucht afgenomen

Met uitzondering van SO2 en NH3 zijn de emissies van verzurende stoffen naar de lucht in de periode 1990-2010 licht toegenomen. De daling van de NH3-emissie heeft vooral te maken met maatregelen bij landbouwbedrijven bij verbeterde afdekking en toepassing van dierlijke mest. In 2003 nam tevens het aantal dieren sterk af. Veel dieren moesten worden afgemaakt om verspreiding van de vogelpest, en later ook andere dierziektes te voorkomen. Dit leidde tot minder mestproductie waardoor de emissies van NH3 en N2O extra omlaag gingen. De stijging van de emissie van CO2 is toe te schrijven aan de toename van de emissies door stationaire bronnen (o.a. verwarming van de kassen).

Wijzigingen in berekeningsmethodiek

In 2011 is de gehele tijdreeks 1990-2009 door het toepassen van nieuwe berekeningsmethoden aangepast:

  • De ammoniakemissies uit de landbouw zijn herberekend met een nieuw model dat is gebaseerd op de hoeveelheid ammoniakale stikstof in mest en urine. Het oude model ging uit van de totale hoeveelheid stikstof. Met gebruik van dit nieuwe model wordt aangesloten bij de nieuwste EMEP-guidelines voor NH3-emissieberekeningen.
  • Er zijn voor het berekenen van de landbouwemissies nieuwe, door het LEI vastgestelde, energieverbruiksgegevens gebruikt. Het betreft hierbij een overheveling van het energieverbruik in de sector HDO naar de landbouwsector.
  • Voor het eerst zijn de emissies van NOx meegenomen die ontstaan door denitrificatie van dunne en vaste mest in opslag.
  • De N2O-emissie uit de landbouw is over de gehele tijdreeks lager als gevolg van nieuwe emissiefactoren voor de aanwending van dierlijke mest, een andere fractie voor af- en uitspoeling en het doorwerken van een methodewijziging bij de vaststelling van de NH3-emissies uit dierlijke mest. Het gaat hier om een aanzienlijke reductie-emissie uit stallen (NH3 en fijn stof).

Bronnen

De in de tabel genoemde emissies van broeikasgassen worden voor het grootste deel veroorzaakt door verbranding van brandstoffen in stationaire bronnen (de bijdrage is slechts een klein deel van het landelijk totaal). Bij de CO2 spelen landbouwwerktuigen en de visserij een substantiële rol. Bij de stationaire bronnen gaat het om de volgende voor landbouw specifieke processen:

  • emissies door aanwending van kunstmest (NH3 en N2O);
  • emissies door dierlijke mest (NH3, N2O, NOx en CH4);
  • emissies door stikstofbinding door vlinderbloemige planten (N2O);
  • emissies door de stikstofvoorraad in de landbouwbodems (N2O)
  • emissies uit stallen (NH3 en fijn stof).


Bij zowel de broeikasgasemissies als de NEC-emissies zijn de landbouwwerktuigen en de visserij opgenomen in de doelgroep Verkeer en vervoer.

De belangrijkste stoffen

De land- en tuinbouw levert een aanzienlijke bijdrage in de totale emissies van NH3, CH4, N2O en fijn stof. Ammoniak speelt een belangrijke rol in de verzuring en vermesting. Methaan en distikstofoxide zijn beide broeikasgassen. Fijn stof in hoge concentraties tast de gezondheid aan.
Vooral de emissies van NH3 en CH4 zijn sinds 1990 aanzienlijk gedaald.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw
Omschrijving
Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en perfluorkoolwaterstoffen (PFK's), chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)) en NEC-emissies van verzurende en grootschalige luchtverontreinigende stoffen (Zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10), vluchtige organische stoffen, exclusief methaan (VOS) en koolmonoxide (CO) in de land- en tuinbouw.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Rijkswaterstaat-Waterdienst-Dienst Water en gebruik, Wageningen Universiteit-Alterra, Agentschap NL, TNO, Deltares).
Berekeningswijze
De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling van de NEC-richtlijn.
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode.
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie en voor landbouwwerktuigen tevens naar Luchtverontreiniging, emissies door mobiele bronnen 1990-2009.
Basistabel
Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht
CBS-StatLine: NEC-emissies naar lucht
Geografische verdeling
Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)
Andere variabelen
Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC
In totaal circa 300 stoffen
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen
Verschijningsfrequentie
In mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1
Achtergrondliteratuur
Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst
Opmerking
De emissiegegevens voor de verzurende en grootschalige luchtverontreiniging zijn gepresenteerd volgens de sectorindeling volgens de NEC-richtlijn. Voor de stationaire bronnen komt een deel van de emissiegegevens uit de individuele milieujaarverslagen van bedrijven. Het overige deel wordt bijgeschat op basis van statistische gegevens uit onder andere de energiestatistieken, productiestatistieken van het CBS. Zie voor de NEC-indeling Samenstelling doelgroepen van het milieubeleid
De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie CO2-emissies verklaard, voor een toelichting op de IPCC-emissies.
Ten opzichte van eerdere versies zijn de broeikasgasemissies door landbouwwerktuigen en door de visserij overgeheveld naar Verkeer en vervoer.
De cijfers over 2010 zijn gebaseerd op voorlopige energie- en productiestatistieken van het CBS. In maart 2012 worden de definitieve emissiecijfers vastgesteld.
Betrouwbaarheidscodering
C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
36
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw, 1990-2010 (indicator 0099, versie 19, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.