Nutriëntenoverschotten in de landbouw, 1970-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De overschotten van stikstof en fosfor in de landbouw zijn sinds 1999 flink gedaald. De jaren 2003, 2005 en 2006 vormen een uitzondering op de dalende trend. Door vooral tegenvallende gewasopbrengsten zijn de overschotten in deze jaren hoger dan in het jaar ervoor.

Tussen 1970 en 1986 toename overschotten door een intensievere landbouw

De gestegen import van krachtvoer voor de groeiende veestapel veroorzaakt tussen 1970 en 1986 een toename van de nutriëntenoverschotten in de landbouw. Vooral het ontstaan en de groei van de niet-grondgebonden (intensieve) veehouderij op de zandgronden van het zuiden, oosten en midden van het land dragen hieraan bij.
Bij stikstof wordt dit nog versterkt doordat ook de gehalten in krachtvoer in die periode sterk zijn gestegen. Om in de groeiende behoefte aan ruwvoer te voorzien, is bovendien het gebruik van stikstofkunstmest toegenomen. De toename van het fosforoverschot door de groei van de veestapel is gedeeltelijk afgezwakt door de daling van het fosforgehalte van krachtvoer na 1975.

Overschotten sinds 1986 sterk gedaald

In 2006 is het stikstofoverschot met bijna 45 procent en het fosforoverschot met bijna 55 procent afgenomen ten opzichte van 1986. De daling van de overschotten is op gang gekomen na de invoering van de Beschikking superheffing (1984). Hierdoor is het aantal runderen sterk afgenomen. Ook zijn de nutriëntengehalten in krachtvoer, vooral van fosfor, lager. Verder is het gebruik van stikstofmeststoffen aanzienlijk verminderd na 1986.

Daling stikstofoverschot stagneert tussen 1990 en 1998

Het fosforoverschot daalt gestaag, terwijl het stikstofoverschot tussen 1990 en 1998 nauwelijks afneemt. De stagnatie in de daling van het stikstofoverschot komt doordat het mestbeleid in eerste instantie vooral gericht was op terugdringing van het fosfaatgebruik. Na de introductie in 1998 van het Mineralen Aangifte Systeem (MINAS: mineralenboekhouding voor zowel stikstof als fosfor waarbij bij verliezen boven van te voren vastgestelde normen heffing moet worden betaald) komt de daling van het stikstofoverschot weer op gang.

Overschotten in 2003, 2005 en 2006 wijken af van de trend

Vanaf 1999 neemt zowel het stikstof- als het fosforoverschot flink af. De jaren 2003, 2005 en 2006 vormen een uitzondering op de dalende trend. In deze jaren zijn de overschotten hoger dan in het jaar ervoor door vooral tegenvallende gewasopbrengsten. Hierdoor zijn er met het gewas minder mineralen afgevoerd dan in een normaal weerjaar. In 2006 is het stikstofoverschot 4 procent en het fosforoverschot 25 procent hoger dan in 2005.
In 2006 bedraagt het overschot voor stikstof 60 procent en voor fosfor 40 procent van de totale aanvoer van mineralen. Dit komt overeen met een benuttingspercentage van 40 procent respectievelijk 60 procent: een flinke verbetering sinds de invoering van MINAS. Wel zorgt de toename van de overschotten in 2005 en 2006 tijdelijk weer voor lagere benuttingspercentages. In 1997 bedroeg het benuttingspercentage voor stikstof nog 30 procent en voor fosfor 45 procent.

Relevantie

De stikstof- en fosforoverschotten uit de landbouw accumuleren vooral in de bodem. Een deel spoelt uit naar het grondwater, terwijl ook een deel naar de lucht verdampt als stikstofverbindingen (o.a. ammoniak). In deze indicator heeft de term 'overschot' een bredere betekenis dan de term 'netto belasting' die in andere indicatoren in het Milieu- en Natuurcompendium wordt gebruikt. Behalve dat er van het overschot een groot deel terecht komt in het milieu, bevat het overschot onder andere ook de opslag van mest.

Beleid

Per 1 januari 2006 is MINAS vervangen door het Nieuwe Mestbeleid waarbij er aanvoernormen voor stikstof en fosfor gelden in plaats van de verliesnormen in het MINAS-systeem.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Nutriëntenoverschotten in de landbouw
Omschrijving
Ontwikkeling van de overschotten van de nutriënten stikstof en fosfor in de landbouw, weergegeven als indexpercentage ten opzichte van 1970.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Berekeningswijze
De nutriëntenoverschotten zijn berekend op basis van de balans voor stikstof, resp. fosfor. Het overschot wordt bepaald door de aanvoer van stikstof en fosfor (via vooral mengvoer, ruwvoer, dierlijke producten en kunstmest) te verminderen met de afvoer van stikstof en fosfor (via de afzet van plantaardige en dierlijke producten en de uitvoer van mest).
De afvoer met gewassen is behalve van de mate van bemesting en grondsoort ook afhankelijk van de weersomstandigheden. Jaarlijks kunnen de gewasopbrengsten door andere weersomstandigheden sterk van elkaar afwijken met als gevolg schommelingen in de overschotten.
Voor de berekening van het mineralenoverschot worden gegevens gebruikt uit diverse CBS-statistieken (milieustatistieken: dierlijke mest, afvalwater, luchtemissies en afvalstoffen), statistieken over de oogstraming, buitenlandse handel en de Nationale Rekeningen. Ook is een deel van de basisgegevens afkomstig uit externe bronnen zoals Emissieregistratie, Planbureau voor de Leefomgeving, Hoofdproductschap Akkerbouw, Landbouw-Economisch Instituut, Productschap Diervoeder, Rijkswaterstaat-Waterdienst (voorheen RIZA), Blgg en SenterNovem. Tenslotte wordt informatie geput uit literatuuronderzoek en worden enkele bedrijven telefonisch en/of schriftelijk benaderd voor gegevensverstrekking.
Geografische verdeling
Nederland.
Andere variabelen
Aanvoer stikstof en fosfor via mengvoer, ruwvoer, dierlijke producten, kunstmest en depositie uit de lucht. Afvoer stikstof en fosfor via plantaardige en dierlijke producten en via de uitvoer van mest. Uitsplitsing overschot naar bodem, respectievelijk lucht (voor stikstof). Hoeveelheid stikstof en fosfor in plantaardige, respectievelijk dierlijke producten die afgezet zijn naar de mengvoederindustrie.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Balansen van mineralen en zware metalen (CBS, 2006) (korte methodenbeschrijving).
Mineralen in de landbouw, 1970 - 2007* (CBS, 2008b).
Betrouwbaarheidscodering
D (schatting op basis van een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
23
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Nutriëntenoverschotten in de landbouw, 1970-2006 (indicator 0096, versie 09, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.