Nutriëntenoverschotten in de landbouw, 1970-2000

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Ontwikkelingen tot 1986

De toename van nutriëntenoverschotten tussen 1970 en 1986 kan vooral worden verklaard uit de toegenomen Veehouderij: aantallen dieren, 1980-2009, waardoor de import van krachtvoer sterk is gestegen. Vooral het ontstaan en de groei van de niet-grondgebonden (intensieve) veehouderij op de zandgronden van het zuiden, oosten en midden van het land heeft hieraan bijgedragen. Bij stikstof wordt dit nog versterkt doordat de gehalten in krachtvoer in die periode sterk zijn gestegen. Om in de groeiende behoefte aan ruwvoer te voorzien, is bovendien het gebruik van stikstofkunstmest toegenomen. De toename van het fosforoverschot door de groei van de veestapel is gedeeltelijk afgezwakt door de daling van het fosforgehalte van krachtvoer na 1975.

Ontwikkelingen na 1986

De daling van nutriëntenoverschotten na 1986 kwam vooral tot stand door de invoering van de Mestproductie door de veestapel, 1986-2023. Dit leidde tot een sterke Biologische landbouw: arealen en veestapels, 2011-2023. Ook zijn de nutriëntengehalten in krachtvoer, vooral de fosforgehalten, gedaald. Verder is het gebruik van stikstofmeststoffen aanzienlijk afgenomen: in 1999 was het gebruik 24% lager dan in 1986. Het natte najaar van 1998 veroorzaakte een forse afname van de afvoer van gewassen (misoogsten). Hierdoor is het nutriëntenoverschot in 1998 groter dan in 1997. Ten opzichte van 1998 is in 1999 het stikstofoverschot met 4% gedaald en is het fosforoverschot vrijwel gelijk gebleven. Mestproductie door de veestapel, 1986-2023 zou het overschot nog meer zijn toegenomen en in 1999 met dezelfde hoeveelheid zijn afgenomen.

Relevantie

De Stikstofbalans van bodem en grondwater, 1986-2013 en Fosforbalans van bodem en grondwater, 1986-2013 uit de landbouw accumuleren vooral in de bodem. Een deel spoelt uit naar het grondwater, terwijl Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2022.

Bronnen

  • CBS/LEI (2001). Land- en tuinbouwcijfers 2001. Centraal Bureau voor de Statistiek/Landbouw-Economisch Instituut, Voorburg/Heerlen/Den Haag.
  • CBS (2002). Mineralen in de landbouw, 1999 en 2000*. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen.
  • CCDM (2002). Emissiemonitor, Jaarcijfers 2000 en ramingen 2001. Rapportagereeks MilieuMonitor, nr. 6. Coördinatiecommissie Doelgroepmonitoring, Den Haag.

Relevante informatie

  • Meer informatie over de balans van stikstof in de landbouw zijn te vinden op Statline (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
23
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2002). Nutriëntenoverschotten in de landbouw, 1970-2000 (indicator 0096, versie 03, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.