Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, 1980-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Veel bouwgrondstoffen als grind, zand en klei worden als oppervlaktedelfstof in Nederland gewonnen. Van de meeste oppervlaktedelfstoffen zijn de voorraden zeer groot, maar de winbaarheid wordt beperkt door vooral ruimtelijke aspecten.

 198019901995199920002001*
       
Grindmiljard kg     
Winning16,08,85,57,16,95,7
Invoer 1)12,114,115,813,310,815,9
Uitvoer 1)4,00,91,10,52,10,7
Verbruik 2)24,122,020,321,619,421,1
       
Beton- en metselzand     
Winning21,321,819,820,521,419,8
Invoer6,97,99,07,711,011,4
Uitvoer8,98,49,57,58,76,3
Verbruik 3)19,321,318,722,222,524,7
       
Ophoogzandmiljoen m³     
Winning53,048,352,253,260,558,4
Invoer------
Uitvoer2,02,01,32,32,53,1
Verbruik 4)51,046,252,850,958,055,3
       
Klei      
Winning3,63,16,43,02,41,5
Invoer..0,40,40,30,4
Uitvoer..0,20,00,00,0
Verbruik.3,16,44,02,82,2
       
Bron: Hofstra, Muskens. CBS/MC/sept03/0067
1) Voor grind zijn de cijfers voor 1995 en 1999 geschat.
2) Voor 1980 en 1990 berekend op basis van de balans: verbruik = wining + invoer - uitvoer.
3) Voor 1980, 1990 en 1995 berekend op basis van de balans: verbruik = wining + invoer - uitvoer. Voor 1999 geschat 4) Berekend op basis van de balans: verbruik = wining + invoer - uitvoer. NB. De gegevens over invoer, uitvoer en verbruik van grind en beton- en metselzand zijn afkomstig uit Muskens (2000) en Hofstra (2002, 2003); de gegevens over winning, invoer en uitvoer van ophoogzand en klei komen uit LCCO (publicatie in voorbereiding) en eerdere jaargangen hiervan.

Jaarlijks verbruik bouwgrondstoffen circa 150 miljoen ton

De totale behoefte aan bouwgrondstoffen in Nederland bedraagt ongeveer 150 miljoen ton per jaar. Hiervan is 10 tot 15% afkomstig uit hergebruik. De overige bouwgrondstoffen worden voornamelijk als oppervlaktedelfstof in Nederland gewonnen. Een klein deel is afkomstig uit het buitenland.

Voorraden groot, winbaarheid beperkt

Geologisch gezien zijn de voorraden van de meeste oppervlaktedelfstoffen in Nederland zeer groot, met grind en zilverzand van hoge kwaliteit als waarschijnlijke uitzondering. De winbaarheid wordt sterk bepaald door ruimtelijke, maatschappelijke en economische aspecten: ontgrondingen leggen beslag op de schaarse ruimte en kunnen een bedreiging vormen voor natuur en landschap. Er wordt daarom wel gesproken van relatieve of maatschappelijke eindigheid.

Winning en verbruik van vier oppervlaktedelfstoffen

Grind wordt voornamelijk toegepast bij de beton- en asfaltbereiding. Een belangrijk deel van het grind dat in Nederland wordt gebruikt, is afkomstig uit het buitenland. Daarnaast komt een deel uit grindwinning in Nederland, voornamelijk in Midden-Limburg. De gewonnen en verbruikte hoeveelheden grind variëren van jaar tot jaar.Ophoogzand wordt onder meer gebruikt in de (wegen)bouw. Het is voor meer dan de helft afkomstig uit de grote (rijks)wateren, terwijl ook steeds meer ophoogzand wordt gewonnen op het Nederlands Continentaal Plat van de Noordzee. Opvallend is de sterke stijging in de winning in 2000/2001. Dit is vermoedelijk een gevolg van de grote behoefte aan ophoogzand voor de aanleg van IJburg. Beton- en metselzand wordt vooral gewonnen langs de grote rivieren in Midden-Nederland. Het verbruik en de winning van deze stoffen variëren van jaar tot jaar.Kleiwinning vindt voornamelijk plaats langs de grote rivieren in Gelderland. Ongeveer tweederde deel van de gewonnen klei wordt gebruikt in de grofkeramische industrie (bakstenen en dakpannen); de rest vindt een bestemming bij dijkverzwaringen. Als gevolg van de uitvoering van het Deltaplan Grote Rivieren is het gebruik van klei voor dijkverzwaringen medio jaren negentig tijdelijk verhoogd geweest.

Beleid

Het beleid voor de winning van oppervlaktedelfstoffen was tot dusver neergelegd in structuurschema's, zoals het Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (V&W, 2001). Tijdens de procedure van dit structuurschema heeft het kabinet echter besloten de regierol op dit beleidsveld af te bouwen. Er is niet langer beleid ten aanzien van tijdige en voldoende voorziening. Wel blijft er aandacht voor de ruimtelijke aspecten van het beleid en voor een duurzame grondstoffenvoorziening (bevorderen zuinig en hoogwaardig gebruik, stimuleren secundaire en vernieuwbare grondstoffen).

Technische toelichting

De invoer van grind in 2000 en 2001 is exclusief de invoer van nog te scheiden zand/grindmengsels. De invoer van deze mengsels wordt pas vanaf 2000 waargenomen: de invoer bedroeg 3,8 miljoen ton in 2000 en 1,3 miljoen ton in 2001.Het verschil dat optreedt tussen het waargenomen verbruik van klei en de berekening van het verbruik op basis van een balans (verbruik = winning + invoer - uitvoer) wordt mogelijk verklaard door het af- of opbouwen van voorraden en door niet-vergunningplichtige ontgrondingen. De cijfers 2001 voor ophoogzand en klei zijn exclusief de provincie Limburg.

Bronnen

  • Hofstra, U. (2002). Verbruik van beton- en metselzand (en gebroken grind), Stand van het Zand VI/Lint aan het Grind IV, DWW-2002-016. RWS, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.
  • Hofstra, U. (2003). Verbruik van beton- en metselzand (en gebroken grind), Stand van het Zand VII/Lint aan het Grind V, DWW-2003-092. RWS, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.
  • LCCO (in voorbereiding). Overzichten inventarisatie gewonnen hoeveelheden oppervlaktedelfstoffen 2001. Landelijke Commissie voor de Coördinatie van het Ontgrondingenbeleid, Werkgroep Inventarisatie Gegevens.
  • Muskens, M.J. (2000). Stand van het Zand V, Lint aan het Grind III. W-DWW-2000-093. RWS, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.
  • V&W (2001). Tweede structuurschema oppervlaktedelfstoffen; landelijk beleid voor de bouwstoffenvoorziening; ontwerp planologische kernbeslissing, deel 1, beleidsvoornemen. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2003). Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, 1980-2001 (indicator 0067, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.