Balans voor hout en houtproducten voor Nederland, 2000 -2016

In 2016 bedroeg het verbruik van hout en houtproducten in Nederland 14,3 miljoen m3 (rondhoutequivalent). Hiervan werd 37 procent toegepast bij de productie van papier en karton en 24 procent als gezaagd hout. Van het verbruik kwam 24 procent uit Nederlandse bossen. Exclusief energiehout was de zelfvoorzieningsgraad 8,4 procent.

Houtverbruik

In 2016 is in Nederland 14,3 miljoen m3 (rondhoutequivalent) aan hout en houtproducten verbruikt. Hiervan werd 37 procent toepassing bij de productie van papier en karton, 24 procent als gezaagd hout, 16 procent als energiehout (incl. haardhout), 14 procent als plaatmaterialen, 4 procent als energiepellets en 6 procent als 'overige houtproducten'.

Invoer

Het overgrote deel van het hout en de houtproducten in Nederland wordt ingevoerd uit het buitenland. In 2016 kwam ruim 85 procent uit de Europese Unie; tropisch hout nam 9,1 procent van de invoer in.
Met 9,5 miljoen m3 (rondhoutequivalent) was de netto-invoer (= invoer minus uitvoer) in 2016 iets lager dan in 2015 (9,9 miljoen m3). Deze daling is vooral veroorzaakt door een stijging in de uitvoer van energiehout (chips en shreds).

Zelfvoorzieningsgraad

In 2016 kwam van het totale Nederlandse houtverbruik (inclusief energiehout) 23,9 procent uit het Nederlandse bos. Exclusief energiehout was de zelfvoorzieningsgraad 8,4 procent.
In 2015 was de zelfvoorzieningsgraad (inclusief energiehout) met 22,4 procent anderhalve procentpunt lager. Dit is het gevolg van een iets hogere binnenlandse productie en een daling van de netto-invoer met 0,5 miljoen m3 (rondhoutequivalent). De stijging van ruim 5 procent tussen 2013 en 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat vanaf 2014 naast haardhout ook energiehout in de vorm van chips en shreds wordt meegenomen in de balans.

Certificering

In 2015 kon 83,3 procent van het gezaagde hout en plaatmateriaal op de Nederlandse markt als "aantoonbaar duurzaam geproduceerd" worden aangemerkt. In 2008 was dit nog 33,5 procent, in 2011 65,7 procent en in 2013 74 procent.
Het marktaandeel "aantoonbaar duurzaam geproduceerd" gezaagd, gematigd loofhout is tussen 2013 en 2015 toegenomen van 20,7 naar 33,7 procent. Ook de aandelen duurzaam geproduceerd gezaagd tropisch hardhout, gezaagd naaldhout en plaatmateriaal zijn in die periode toegenomen.
Van het volume primaire houtproducten op de Nederlandse markt, dat aantoonbaar duurzaam was geproduceerd, had in 2015 55 procent het FSC-certificaat en 45 procent het PEFC- certificaat . Deze aandelen zijn hetzelfde als in 2013 (Oldenburger et al., 2016).

Inkoopcriteria duurzaam hout en houtproducten

In juni 2008 zijn door de toenmalige minister van VROM de inkoopcriteria voor duurzaam hout vastgesteld. De inkoopcriteria bevatten principes en criteria voor (1) duurzaam bosbeheer, (2) de handelsketen (CoC) en (3) het ontwikkelen, toepassen en beheren van certificeringssystemen.
De Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) toetst verschillende certificeringsystemen voor duurzaam bosbeheer en de handelsketen aan deze inkoopcriteria. Op deze wijze wordt bepaald welke certificaten voor aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout voldoen aan de eisen van de Nederlandse overheid. Het is uiteindelijk aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om op basis van de toetsing van TPAC te bepalen of het getoetste certificeringssysteem geaccepteerd wordt als duurzaam binnen het duurzaam inkoopbeleid. Op dit moment zijn FSC internationaal en PEFC internationaal geaccepteerd binnen het Nederlandse inkoopbeleid. MTCS, dat onder PEFC internationaal valt, is pas sinds 2 juni 2014 toegelaten als aantoonbaar duurzaam. Daarom zijn de volumes die onder dit certificaat op de Nederlandse markt zijn gebracht in 2013 niet verwerkt in het marktaandeel en bevatten de volumes die in 2015 op de Nederlandse markt zijn gebracht wel hout met MTCS (PEFC-Maleisië)-certificaat.

EU- houtverordening

Sinds 3 maart 2013 is de EU-houtverordening van kracht. Deze verordening maakt het op de Europese markt brengen van illegaal gekapt hout strafbaar. Iedere partij die hout voor het eerst op de Europese markt brengt is verplicht om door middel van het toepassen van een stelsel van zorgvuldigheidseisen (ook wel 'due diligence' genoemd) er zorg voor te dragen dat zij geen illegaal gekapt hout op de Europese markt brengt.
De EU houtverordening heeft niet alleen betrekking op tropisch hout, maar ook op gematigde houtsoorten en een breed scala aan houtproducten. De NVWA controleert de naleving van de EU houtverordening. In de lente van 2015 is een rapport over de EU houtverordening in Nederland opgesteld. Van maart 2013 tot maart 2016 heeft de NVWA 150 controles uitgevoerd. Bij 1 op de 4 bedrijven werd daarbij een tekortkoming geconstateerd. Bij herinspecties bleek dat bedrijven ervoor gekozen hadden alleen nog gecertificeerd hout in te kopen, met andere leveranciers zijn gaan werken in landen waar de houtoogst en verwerking goed gecontroleerd zijn, of gestopt zijn met zelf importeren.

Flegt

Binnen het FLEGT Actieplan (Forest Law Enforcement, Governance and Trade; 2013) sluit de EU vrijwillige partnerovereenkomsten (VPA's) af met landen om handel in illegaal gekapt hout tegen te gaan. Om het FLEGT-vergunningenstelsel daadwerkelijk in te laten gaan, moet een VPA nog door de EU worden geratificeerd (van kracht worden verklaard). Per partnerland wordt bepaald welke typen houtproducten in de VPA worden opgenomen. Door middel van een vergunningensysteem moet voor hout en houtproducten die uit een partnerland de Europese Gemeenschap worden ingevoerd, bij de douane met FLEGT-vergunning aangegeven worden. De NVWA is de bevoegde autoriteit in Nederland die de FLEGT-verordening handhaaft.
Begin 2018 zijn er VPA's met zes landen ondertekend: de Centraal-Afrikaanse Republiek, Ghana, Kameroen, de Republiek Congo, Liberia en Indonesië. Hiervan is alleen de VPA met Indonesië geratificeerd. Dit betekent dat vanaf het moment van ratificatie (2016) er FLEGT-vergunningen moeten worden afgegeven door Indonesië voor zendingen hout, papier en houtpulp en een aantal soorten houten meubels.

Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal

Het Beleidsprogramma Biodiversiteit is met ingang van 2013 beëindigd en opgevolgd door de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal. De Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal is minder specifiek gericht op de natuurlijke hulpbron hout, maar is breder gericht op het behoud en het duurzaam gebruik van biodiversiteit.
De belangrijkste ketens waar het in de Uitvoeringsagenda om draait, zijn die van soja, palmolie, cacao, koffie, thee, hout, biomassa en groente, fruit en bloemen. Het algemeen streven van de Uitvoeringsagenda is door een aanpak in internationaal verband van de gehele keten, de belangrijkste agrogrondstoffenketens met een grote impact op biodiversiteit in 2020 te laten voldoen aan de duurzaamheidcriteria op het gebied van biodiversiteit.

Bevorderen duurzaam bosbeheer

Eind 2015 is de Green Deal Bewust met Hout afgerond. Om duurzaam hout tot gemeengoed te maken in Nederland en een impuls te geven aan duurzaam bosbeheer hebben 27 partijen uit de hele houtketen deze Green Deal ondertekend. Uit een knelpuntenanalyse onder de achterbannen van de betrokken partijen bleek dat communicatie tussen vragende en aanbiedende partijen beter kon. Ook bleek dat consumenten niet bewust met duurzaam hout bezig zijn, waardoor het initiatief om duurzaam hout te leveren primair bij de houtketen zelf ligt. Als laatste kwam de wens naar voren om de administratie rondom certificering te vereenvoudigen. Binnen de Green Deal hebben de partijen samen afspraken gemaakt hoe belemmeringen voor duurzaam hout weggenomen kunnen worden en is het draagvlak voor duurzaam hout bij achterbannen gestimuleerd.
In oktober 2016 is de opvolger van de Green Deal Convenant Bevorderen Duurzaam Bosbeheer van start gegaan. Binnen dit convenant streven 24 partijen ernaar om duurzaam geproduceerd hout de norm te maken. In het Convenant werken de partijen verder aan acties uit de eerder opgestelde knelpuntenanalyse om in de gehele houtketen het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen te versterken.

Wat is rondhoutequivalent?

De Nederlandse houtbalans beschrijft de productie, invoer, uitvoer en het verbruik van hout en houtproducten. Om de verschillende houtproducten te kunnen optellen zijn in de tabel alle hoeveelheden omgerekend naar m3 rondhoutequivalent zonder schors. Een rondhoutequivalent is de hoeveelheid rondhout die nodig is om een bepaald product te maken. Meer informatie hierover is te vinden in de technische toelichting.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Balans voor hout en houtproducten voor Nederland
Omschrijving
Ontwikkeling van de productie, invoer, uitvoer en het verbruik van hout en houtproducten in Nederland.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens Probos.
Berekeningswijze
De gegevens zijn berekend door Probos op basis van gegevens uit de statistiek voor de buitenlandse handel van het CBS.
Om de verschillende houtproducten te kunnen optellen zijn in de tabel alle hoeveelheden omgerekend naar m3 rondhoutequivalent zonder schors. Een rondhoutequivalent is de hoeveelheid rondhout die nodig is om een bepaald product te maken. Rondhout bestaat uit stammen of delen hiervan die niet verder bewerkt zijn dan gesnoeid, gekort en eventueel ontschorst.
Voor de omrekening van de oorspronkelijke eenheid (bijvoorbeeld m3 gezaagd hout of ton houtpulp) naar m3 rondhoutequivalent worden de waarden vermenigvuldigd met een productspecifieke conversiefactor. De waarden staan dan uitgedrukt als m3 rondhoutequivalent zonder schors.
Basistabel
Kerngegevens bos en hout in Nederland. Te raadplegen via www.bosenhoutcijfers.nl (Probos, 2016).
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Productie, invoer, uitvoer en verbruik van rondhout, gezaagd hout, plaatmaterialen, grondstoffen papier, papier en karton, tropisch hout.
Gegevens over de invoer en uitvoer van niet-tropisch en tropisch hout en houtproducten: herkomst en bestemming.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Oldenburger, J., F. Voncken, J. Penninkhof, M. van Benthem (2016). Duurzaam geproduceerd hout op de Nederlandse markt in 2015. Probos, Wageningen.
Opmerking
De gegevens over de productie en het verbruik van hout en houtproducten in deze versie wijken af van de vorige versie. In deze versie zijn de gegevens voor de gehele periode inclusief het verbruik en de productie van energiehout in de vorm haardhout. Vanaf het jaar 2014 is ook energiehout in de vorm van chips en shreds in de cijfers meegenomen. Ook de gegevens over de zelfvoorzieningsgraad zijn hierdoor aangepast.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CLO (2018). Balans voor hout en houtproducten voor Nederland, 2000 -2016 (indicator 0070, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.