Balans voor hout en houtproducten voor Nederland, 2000 -2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2012 bedraagt het verbruik van hout en houtproducten 11,0 miljoen m3 (rondhoutequivalent). Hiervan is 50 procent toegepast bij de productie van papier en karton en 30 procent als gezaagd hout. Van het verbruik komt 8,6 procent uit Nederlandse bossen.

Helft verbruik voor papier- en kartonproductie

In 2012 is in Nederland 11,0 miljoen m3 (rondhoutequivalent) aan hout en houtproducten verbruikt. Vijftig procent van dit volume is gebruikt bij de productie van papier en karton. Gezaagd hout, plaatmaterialen en 'overige houtproducten' nemen respectievelijk 30, 15 en 5 procent van het totale verbruik voor hun rekening.

Zelfvoorzieningsgraad

In 2012 komt van het totale Nederlandse verbruik 8,6 procent uit het Nederlandse bos. Dit is 0,6 procentpunten meer dan het jaar ervoor. Dit is voornamelijk het gevolg van een lichte afname van het totale verbruik van 12,2 miljoen m3 (rondhoutequivalent) in 2011 naar 11,0 miljoen m3 (rondhoutequivalent) in 2012 ten opzichte van een constante verbruik van hout uit het Nederlandse bos.

Invoer vooral uit Europa

Het overgrote deel van het hout en de houtproducten in Nederland wordt ingevoerd uit het buitenland. In 2012 bedroeg de netto-invoer (= invoer minus uitvoer) 11,4 miljoen m3 (rondhoutequivalent). Dit is 1,4 miljoen m3 (rondhoutequivalent) minder dan in 2011. Van de invoer komt ongeveer driekwart uit de Europese Unie. In 2012 maakt tropisch hout ongeveer 3,0 procent uit van de invoer van alle houtproducten.

Certificering

In 2011 kon 65,7 procent van het gezaagde hout en plaatmateriaal op de Nederlandse markt als aantoonbaar duurzaam geproduceerd worden aangemerkt. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2008 toen dit zelfde aandeel nog 33,5 procent bedroeg. Vooral naaldhout komt met een certificaat op de Nederlandse markt (85,9 procent). 64 Procent van het volume aantoonbaar duurzaam geproduceerde primaire houtproducten dat in 2011 op de Nederlandse markt is gebracht, was voorzien van het PEFC certificaat. De rest van het volume (36 procent) was voorzien van het FSC-certificaat. Het marktaandeel ten opzichte van het totale houtverbruik komt voor PEFC daarmee uit op 42 procent en dat van FSC op 23,7 procent.
Met een marktaandeel van bijna 66 procent is de in het Beleidsprogramma Biodiversiteit geformuleerde ambitie van 50 procent duurzaam geproduceerd hout in 2011 ruim gehaald (Oldenburger et al., 2013).
70 procent van het in 2011 op de Nederlandse markt gebrachte volume gezaagd hout en plaatmateriaal kan als aantoonbaar legaal worden beschouwd. Het marktaandeel van certificeringssystemen en legaliteitsverklaringen die voldoen aan de inkoopcriteria van de Nederlandse overheid (FSC, PEFC, MTCS en TLTV) lag met 67 procent iets lager (Oldenburger et al., 2013).

Inkoopcriteria duurzaam hout en houtproducten

In juni 2008 zijn door de toenmalige minister van VROM de inkoopcriteria voor duurzaam hout vastgesteld. De inkoopcriteria bevatten principes en criteria voor (1) duurzaam bosbeheer, (2) de handelsketen (CoC) en (3) het ontwikkelen, toepassen en beheren van certificeringssystemen.
De Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) toetst verschillende certificeringsystemen voor duurzaam bosbeheer en handelsketen aan deze inkoopcriteria. Op deze wijze wordt bepaald welke certificaten voor aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout voldoen aan de eisen van de Nederlandse overheid. Het is uiteindelijk aan de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om op basis van de toetsing van TPAC te bepalen of het getoetste certificeringssysteem geaccepteerd wordt als duurzaam binnen het duurzaam inkoopbeleid. Op dit moment zijn FSC internationaal en PEFC internationaal geaccepteerd binnen het Nederlandse inkoopbeleid. Daarbinnen heeft MTCS, dat valt onder PEFC internationaal, een aparte status.
EU- houtverordening
Sinds 3 maart 2013 is de EU-houtverordening van kracht. De EU-houtverordening maakt het op de Europese markt brengen van illegaal gekapt hout strafbaar. Iedere partij die hout voor het eerst op de Europese markt brengt is verplicht middels het toepassen van een stelsel van zorgvuldigheidseisen (ook wel 'due diligence' genoemd) er zorg voor te dragen dat zij geen illegaal gekapt hout op de Europese markt brengt. De EU houtverordening heeft niet alleen betrekking op tropisch hout, ook gematigde houtsoorten vallen onder deze verordening net als een breed scala aan houtproducten.

Beleid

Het Beleidsprogramma Biodiversiteit is met ingang van 2013 beëindigd en is opgevolgd door de Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal.
De Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapitaal is minder specifiek gericht op de natuurlijke hulpbron hout, maar is breder gericht op het behoud en het duurzaam gebruik van biodiversiteit.
De belangrijkste ketens waar het in de Uitvoeringsagenda om draait, zijn die van soja, palmolie, cacao, koffie, thee, hout, biomassa en groente, fruit en bloemen. Behalve de nagestreefde duurzame productie van hout, blijft Nederland het FLEGT-actieplan van de EU ondersteunen, dat zich richt op de bestrijding van handel in illegaal gekapt hout en dat landen, die naar de EU exporteren, steunt bij het verbeteren van hun bosbeheer en wetshandhaving. Het algemeen streven van de Uitvoeringsagenda is door een aanpak in internationaal verband van de gehele keten, de belangrijkste agrogrondstoffenketens met een grote impact op biodiversiteit in 2020 te laten voldoen aan de duurzaamheidcriteria op het gebied van biodiversiteit.

Wat is rondhoutequivalent?

De Nederlandse houtbalans beschrijft de productie, invoer, uitvoer en het verbruik van hout en houtproducten. Om de verschillende houtproducten te kunnen optellen zijn in de tabel alle hoeveelheden omgerekend naar m3 rondhoutequivalent zonder schors. Een rondhoutequivalent is de hoeveelheid rondhout die nodig is om een bepaald product te maken. Meer informatie hierover is te vinden in de technische toelichting.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Balans voor hout en houtproducten voor Nederland
Omschrijving
Ontwikkeling van de productie, invoer, uitvoer en het verbruik van hout en houtproducten in Nederland.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens Probos.
Berekeningswijze
De gegevens zijn berekend door Probos op basis van gegevens uit de statistiek voor de buitenlandse handel van het CBS.
Om de verschillende houtproducten te kunnen optellen zijn in de tabel alle hoeveelheden omgerekend naar m3 rondhoutequivalent zonder schors. Een rondhoutequivalent is de hoeveelheid rondhout die nodig is om een bepaald product te maken. Rondhout bestaat uit stammen of delen hiervan die niet verder bewerkt zijn dan gesnoeid, gekort en eventueel ontschorst.
Voor de omrekening van de oorspronkelijke eenheid (bijvoorbeeld m3 gezaagd hout of ton houtpulp) naar m3 rondhoutequivalent worden de waarden vermenigvuldigd met een productspecifieke conversiefactor. De waarden staan dan uitgedrukt als m3 rondhoutequivalent zonder schors.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Productie, invoer, uitvoer en verbruik van rondhout, gezaagd hout, plaatmaterialen, grondstoffen papier, papier en karton, tropisch hout.
Gegevens over de invoer en uitvoer van niet-tropisch en tropisch hout en houtproducten: herkomst en bestemming.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Kerngegevens bos en hout in Nederland (Probos, 2013a).
Duurzaam geproduceerd hout op de Nederlandse markt in 2011 (Oldenburger, J., A. Winterink en C. de Groot, 2013).
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Balans voor hout en houtproducten voor Nederland, 2000 -2012 (indicator 0070, versie 14, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.