Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, 2005-2019

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Voorlopige cijfers over de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse economie laten in 2019 een groei van 1,6 procent zien. Die groei is minder sterk dan in 2018 toen de economie nog met 2,3 procent groeide. Ook het aantal banen groeide met 177 duizend meer banen minder hard dan een jaar eerder toen er nog 228 duizend banen bijkwamen. De economische groei was evenals in 2018 vooral toe te schrijven aan de investeringen in vaste activa, de export van diensten en de consumptie. 

Groei bedrijfsleven

De Nederlandse economie is in 2019 met 1,6 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. Deze groei werd breed gedragen; met uitzondering van de energievoorziening behaalden alle andere bedrijfstakken licht positieve groeicijfers.

Bedrijfstakken

De bouw realiseerde met 5,1 procent opnieuw de snelste groei van alle bedrijfstakken in Nederland. Hoewel de bouw de afgelopen jaren een belangrijke motor van economische groei was lag de ontwikkeling in 2019 een stuk lager dan in de vier voorgaande jaren. In de loop van 2019 nam de stijging van de toegevoegde waarde in de bouw steeds verder af en sloeg in het vierde kwartaal om in een lichte krimp ten opzichte van het vierde kwartaal 2018. Door tekort aan personeel en kwesties rondom stikstof en PFAS lagen er bouwprojecten stil. De stikstofuitspraak in mei 2019 was van invloed op de afgifte van vergunningen voor nieuwe bouwprojecten waardoor het aantal vergunningen voor nieuwe woningen daalde.
Na de bouw was de groei van de specialistische zakelijke dienstverleners (zoals advocaten-, ingenieurs- en reclamebureaus) het grootst.
De energievoorziening kromp voor het vijfde jaar op rij, in 2019 met 3,2 procent. De productie van de delfstoffenwinning kromp opnieuw fors door het stapsgewijs terugschroeven van het productieplafond voor gaswinning vanwege veiligheidsrisico's door de aardbevingen in Groningen.

Werkgelegenheid blijft groeien

Het aantal banen in Nederland groeit al vier jaar flink. In 2019 kwamen er 177 duizend banen bij. Dat stemt overeen met een uitbreiding van het arbeidsvolume met 173 duizend arbeidsjaren (2,3 procent). De relatief sterkste toenames kwamen voor rekening van de bouw, de industrie en de dienstverlening.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid
Omschrijving
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle sectoren samen plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil tussen toegerekende en afgedragen BTW
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Voor alle sectoren in de nationale economie wordt de toegevoegde waarde bepaald. Het CBS haalt de gegevens voor de statistieken uit veel verschillende bronnen. Per onderzoek staat aangegeven hoe en waar de gegevens worden verzameld.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Netto binnenlandsproduct (marktprijzen), toegevoegde waarde (bruto, netto in basisprijzen), nationaal inkomen, beschikbaar nationaal inkomen, consumptieve bestedingen
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Opmerking
Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidsectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.
Er heeft in 2018 een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1995.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
23
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2021). Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid, 2005-2019 (indicator 0002, versie 20, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.