Meteorologische gegevens, 1990-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2013 bedroeg de gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt 9,8 ºC en was vrij koud ten opzichte van het langjarige gemiddelde van 10,1 ºC. De lente was koud. De tweede helft van het jaar verliep een stuk warmer doordat in de meeste maanden de temperaturen boven de langjaargemiddelde lagen.

 Eenheid1981/201019901995200020102013
        
Dagen met neerslag met >= 1,0 mmdagen131124125158123123
Sneeuwdagendagen251540125832
Droge dagendagen12212713191126139
Zonloze dagendagen616643556257
Dagen met mistdagen6346584510085
        
Zonneschijnuren1 6021 6221 8141 5151 7521628
Globale straling 1)kJ/cm2354366366338375361
Neerslagmm887764798975901934
Verdampingmm559583590541590565
Relatieve vochtigheid%827983848080
        
IJsdagen (max. temp <0,0oC)dagen801222913
Vorstdagen (min. temp <0,0oC)dagen583361358995
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC)dagen263241222727
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC)dagen4311237
        
Gemiddelde van:       
Uurwaarnemingen (gehele jaar)oC10,110,910,410,99,19,8
Winter (1 dec.-28/29 febr.)oC3,46,05,35,01,12,9
Zomer (1 juni-31 aug.)oC17,016,818,216,317,717,5
Gemiddelde van dagelijkse minima inoC0,53,22,32,1-1,50,4
de winter (1 dec.-28/29 febr.)       
Gemiddelde van dagelijkse maxima inoC21,921,923,421,122,722,5
de zomer (1 juni-31 aug.)       
        
Aantal graaddagen 2)graden2 9512 6772 9162 6593 3213 078
Koudegetal van Hellmann3)Hellmann-getal57,08,421,83,694,773,2
        
Bron: KNMI.CBS/CLO/feb14/0004
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt.
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling.
2) De som van het aantal graden beneden de stookgrens (=18oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in De Bilt (zie ook de technische toelichting).
3) Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar..

Het weer in 2013 in Nederland

De gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt is uitgekomen op 9,8 ºC, tegen een langjarig gemiddelde van 10,1 ºC. Hiermee was 2013 een vrij koud jaar. Januari kende een lange vorstperiode met in De Bilt zeventien opeenvolgende vorstdagen en twaalf ijsdagen. De lente was sinds 1970 niet meer zo koud geweest. De tweede helft van het jaar verliep een stuk warmer Juli was zeer warm en augustus vrij warm. Van 21 juli tot en met 27 juli was er een hittegolf. Ook de herfst was bovengemiddeld zacht, en december luidde een zeer zacht begin van de winter in. De hoogst gemeten temperatuur in 2013 was 36,9 ºC gemeten op 2 augustus in Arcen en de laagste was -18,0 ºC gemeten in Herwijnen op 16 januari.
De hoeveelheid neerslag in 2013 lag met gemiddeld over het land 817 mm onder het langjarige gemiddelde van 847 mm. De herfst was zeer nat en kwam op de derde plaats van de natste herfstseizoenen sinds 1906. De meeste neerslag werd in 2013 gemeten in Hoek van Holland (886 mm) en de minste in De Kooy (610 mm).
Gemiddeld over het land bedroeg in 2013 het aantal zonuren 1710 uur en daarmee was 2013 vrij zonnig, tegen het langjarige gemiddelde van 1639 uur. De meeste zonuren werden gemeten in het noordwesten van het land (de meeste uren in De Kooy 1906 uur); het somberste was het in het oosten en zuiden van het land (de minste uren in Deelen 1505 uur).

De winter van 2012/'13 was een gemiddelde winter

De winter 2012/'13 was over het geheel genomen een gemiddelde winter. Het koudegetal van Hellmann bedroeg voor de gehele winter 73,2, dankzij een koude januari, maar ook bijdragen tot eind maart, omdat de lente maar niet wilde vlotten.. De koudste winter sinds 1901 was de winter van 1962/'63 met een koudegetal van 345,9, gevolgd door 1946/'47 en 1941/'42. De afgelopen winter was de buitengewoon zacht. Het koudegetal van bleef 0,0. Sinds 1901 was dit nog niet voorgekomen. (KNMI, 2010b).

Het klimaat en het weer in Nederland

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde luchtverplaatsing die voornamelijk uit het zuidwesten is.

Invloed van het klimaat en het weer op het milieu

Weersomstandigheden hebben directe gevolgen voor milieu en natuur. Hierbij valt te denken aan het trekgedrag van vogels en vorming van smog. Aan de andere kant heeft het milieu invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een verandering van het klimaat leiden.

Ontwikkelingen temperatuur en neerslag

De gemiddelde temperatuur in De Bilt was de laatste twintig jaar circa 1 ºC hoger dan een het begin van de 20e eeuw. Wereldwijd was deze toename rond de 0,6 ºC. De hoeveelheid neerslag per jaar is in de afgelopen eeuw toegenomen, voornamelijk in de periode oktober-maart. Met uitzondering van het droge jaar 2003, waren de afgelopen jaren erg nat. Door deze veranderende weersomstandigheden is het groeiseizoen, dagen met een gemiddelde temperatuur boven de 5 ºC, in de afgelopen vijftien jaar drie weken langer dan in de periode 1961-1990. Door de stijging van de temperatuur op aarde is de zeespiegel voor de Nederlandse kust de afgelopen 100 jaar met circa 19 cm gestegen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Meteorologische gegevens
Omschrijving
Gegevens over het weer in Nederland en de gemiddelde waarden (normalen) voor de periode 1981-2010 van het hoofdstation De Bilt
Verantwoordelijk instituut
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI te De Bilt)
Berekeningswijze
Met uitzondering van de neerslag worden dagelijks metingen gedaan van 0-0 uur Universal Time (12 uur UT=13 uur Midden Europese Tijd). De hoeveelheid neerslag wordt dagelijks bepaald van 8-8 uur. De cijfers zijn afkomstig uit het Maandoverzicht neerslag en verdamping van het KNMI en hebben betrekking op De Bilt.
Temperatuur: dagelijks uurlijkse waarnemingen (in graden celcius).
Neerslag: elektrische pluviograaf met registratie op afstand (in mm).
Globale straling: de som van de directe en diffuse zonestraling op een horizontaal vlak (in joules/cm2). De straling is vooral afhankelijk van zonshoogte en de hoeveelheid bewolking.
Zonneschijn: volgens een algoritme berekend uit de globale straling (in uren).
Verdamping: bepaald uit gegevens van globale straling en luchttemperatuur (berekeningswijze volgens Makkink) (in mm)
Relatieve vochtigheid: gemeten op 1,5 m hoogte boven de grond (in %; bij 100% is de lucht met waterdamp verzadigd)
Meteorologische seizoenen worden in hele maanden genomen: winter = december-februari; lente = maart-mei; zomer = juni-augustus; herfst = september-november.
Graaddagen: de maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van temperatuurgecorrigeerde emissies van kooldioxide; zie ook CO2-emissies verklaard.
Koudegetal van Hellmann (H) is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. De classificatie is als volgt
H > 300 Streng
H > 160 Zeer koud
H > 100 Koud
H < 100 Normaal
H < 40 Zacht
H < 20 Zeer zacht
H < 10 Buitengewoon zacht
Geografische verdeling
Nederland, 5 hoofdstations (De Kooy, Eelde, De Bilt, Vlissingen, Maastricht) 32 klimatologische stations en ca. 300 neerslagstations.
Andere variabelen
Maximum temperatuur, minimum temperatuur, grootste dagsom neerslag, dampdruk, luchtdruk, dagen met onweer, gemiddelde windsnelheid, windrichtingsfrequentie, bodemtemperatuur.
Verschijningsfrequentie
Maandelijks en een jaaroverzicht op papier en op internet
Achtergrondliteratuur
Zie http://www.knmi.nl/.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
25
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2014). Meteorologische gegevens, 1990-2013 (indicator 0004, versie 16, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.