Meteorologische gegevens, 1990-2022

2022 was een extreem warm, zonnig en droog jaar. Afgelopen jaar was het op twee na warmste jaar sinds 1901 en kende een aantal stormen die voor een half miljard euro schade veroorzaakten. Voor onweersbuien in mei werd in delen van Nederland code oranje uitgegeven.

De Bilt Eenheid 1981/2010 1990 2000 2020 2021 2022
               
Dagen met neerslag met >= 1,0 mm Dagen 131 124 158 139 137 106
Sneeuwdagen Dagen 25 15 12 8 15 6
Droge dagen Dagen 122 127 91 134 124 166
Zonloze dagen Dagen 61 66 55 45 54 36
Dagen met mist Dagen 63 46 45 104 108 108
               
Zonneschijn Uren 1602 1622 1515 1957 1726 2209
Globale straling 1) kJ/cm2 354 366 338 405 372 430
Neerslag Mm 887 764 975 856 861 821
Verdamping Mm 559 583 541 655 585 698
Relatieve vochtigheid % 82 79 84 77 81 77
               
IJsdagen (max. temp <0,0oC) Dagen 8 0 2 0 7 2
Vorstdagen (min. temp <0,0oC) Dagen 58 33 35 31 50 41
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC) Dagen 26 32 22 32 20 35
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC) Dagen 4 3 2 12 1 9
               
Gemiddelde van:              
Uur waarnemingen (gehele jaar) oC 10,1 10,9 10,9 11,7 10,5 11,6
Winter (1 dec.-28/29 febr.) oC 3,4 6 5 6,4 4,4 5,8
Zomer (1 juni-31 aug.) oC 17 16,8 16,3 18,3 17,7 18,6
Gemiddelde van dagelijkse minima in oC 0,5 3,2 2,1 3,6 1,5 2,9
de winter (1 dec.-28/29 febr.)              
Gemiddelde van dagelijkse maxima in oC 21,9 21,9 21,1 23,2 22,1 23,9
de zomer (1 juni-31 aug.)              
               
Aantal graaddagen 2) Graden 2951 2677 2659 2470 2822 2498
Koudegetal van Hellmann 3) Hellmann-getal 57 8,4 3,6 0,1 36,3 6,6
Warmtegetal 4) Warmtegetal 87,4 87 59,3 145,6 59,4 138,3
               
Bron: KNMI             CBS/mrt23
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt.
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling.
2) De som van het aantal graden beneden de stookgrens (=18 oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in De Bilt (zie ook de technische toelichting).
3) Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar.
4) Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar.


Het jaar 2022 was met een gemiddelde temperatuur van 11,6 °C het op twee na warmste jaar sinds het begin van de metingen in 1901. Normaal is de gemiddelde temperatuur 10,5 °C. De laagste temperatuur, -10,6 °C, werd op 13 december in Eelde gemeten en de hoogste temperatuur, 39,5 °C, werd op 19 juli in Beek gemeten. Alleen in april, september en december lag de gemiddelde temperatuur iets onder normaal.

Winter met stormschade

De wintermaanden waren zacht en werden gekenmerkt door vier stormen. De eerste storm, Corrie, was op 31 januari. In het noordwesten gold code oranje voor zeer zware windstoten. In februari kregen we te maken met de "drielingstorm" bestaande uit Dudley, Eunice en Franklin. De drielingstorm veroorzaakte minimaal een half miljard euro schade in Nederland.

Lente: zeer zonnig en extreem droog

De lente was aan de zachte kant, zeer zonnig en extreem droog. Maart was ruim een halve graad zachter dan normaal en met landelijk gemiddeld 250 uur zonneschijn was het de zonnigste maart sinds het begin van de metingen. April was één van de drie maanden die kouder dan normaal waren, met gemiddeld 9,3 °C tegen 9,8 °C normaal. Het was zonnig en de neerslag lag rond normaal. Mei was met 14,0 °C warmer dan normaal. Voor onweersbuien op 19 en 20 mei werd in delen van Nederland code oranje uitgegeven.

Zomer: warm en droog

De zomer was warm, recordzonnig en net als de lente erg droog. Landelijk gemiddeld viel 135 mm tegen normaal 224 mm. Het neerslagtekort was aan het einde van de zomer opgelopen naar ruim 300 mm. Juni was met 17,1 °C tegen normaal 16,2 °C warm. Op 19 juli werd het extreem warm. Vrijwel overal werd het warmer dan 35 °C en in Beek werd met 39,5 °C de hoogste temperatuur sinds 25 juli 2019 gemeten.

Zachte, vrij natte en zeer zonnige herfst

De herfst van 2022 was zacht en vrij nat, met landelijk gemiddeld 254 mm neerslag (normaal 222 mm). Het was ook zeer zonnig, met gemiddeld over het land 436 uur zon tegen normaal 349 uur. In september was het vooral warm en nat, met een maandgemiddelde temperatuur een fractie onder normaal en 127 mm neerslag tegen 73 mm normaal. In het zuidwesten viel plaatselijk meer dan 200 mm regen. In oktober was het zeer zacht en droog, met 13,1°C in De Bilt tegen 10,9°C normaal en maar 38 mm neerslag (75 mm normaal). November was zacht, maar op 19 en 20 november was het koud met matige vorst. Er viel 90 mm neerslag tegen normaal 76 mm, en het was zeer zonnig met 97 uur zon (normaal 70 uur).

Warmste 31 december

December was wat kouder dan normaal, met 3,9°C en een koude periode van 8 tot en met 18 december met matige vorst. Op 15 en 18 december gaf het KNMI code oranje uit voor ijzel. De laatste anderhalve week verliep zacht en nat maar als geheel was december zonnig en droog. Op 31 december werd het in het zuidoosten ruim 17°C, de hoogste temperatuur sinds het begin van de waarnemingen.

Record zonuren in 2022

Met landelijk gemiddeld 2233 uur zon was 2022 het zonnigste jaar sinds het begin van de waarnemingen. Normaal is 1774 uur. Alle maanden, behalve januari, waren zonniger dan normaal. In oktober werd het oude record al bereikt. Aan de kust was het het zonnigst: in De Kooy scheen de zon 2403 uur, 515 uur meer dan normaal.

Neerslag en droogte

Met landelijk gemiddeld 729 millimeter (normaal: 795 millimeter) was 2022 droog, vooral in het oosten. Niet eerder deze eeuw was het zo droog als in 2022. Het droogste KNMI-station was Hupsel, daar viel maar 593 mm, dat is ongeveer 180 mm minder dan normaal. Terschelling was het natste station met 856 mm, ruim 50 mm meer dan normaal.. Een laagje sneeuw van 2-5 centimeter lag er in veel plaatsen op 31 maart en 1 april. Op 5 december lag in de Limburgse heuvels circa 5 cm sneeuw. De droogte was ook deze zomer weer significant. Op 5 september was het landelijk neerslagtekort opgelopen naar 318 mm, nog nooit eerder was het neerslagtekort op één dag zo groot. Ondanks een natte september was het landelijk gemiddeld neerslagtekort eind september nog ruim 220 mm.

Gemeten versus normaal

In De Bilt werden er 112 warme dagen gemeten (normaal: 93), 35 zomerse dagen (normaal: 28) 9 tropische dagen (normaal:5), en 2 ijsdagen (normaal 8). In Woensdrecht vroor het het meest, met 38 etmalen. Arcen had de meeste warme dagen (132), zomerse dagen (68) en tropische dagen (21).

Het klimaat en het weer in Nederland

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde luchtverplaatsing die voornamelijk uit het zuidwesten is.

Invloed van het klimaat en het weer op het milieu

Weersomstandigheden hebben directe gevolgen voor milieu en natuur. Hierbij valt te denken aan het trekgedrag van vogels en vorming van smog. Aan de andere kant heeft het milieu invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een verandering van het klimaat leiden.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Meteorologische gegevens
Omschrijving
Gegevens over het weer in Nederland en de gemiddelde waarden (normalen) voor de periode 1981-2010 van het hoofdstation De Bilt.
Verantwoordelijk instituut
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Berekeningswijze
Met uitzondering van de neerslag worden dagelijks metingen gedaan van 0-0 uur Universal Time (12 uur UT=13 uur Midden Europese Tijd). De hoeveelheid neerslag wordt dagelijks bepaald van 8-8 uur. De cijfers zijn afkomstig uit de Jaar- en maandoverzichten weer / neerslag en verdamping in Nederland (KNMI, 2021a) en hebben betrekking op De Bilt.

Temperatuur: dagelijks uur waarnemingen (in graden Celcius).
Neerslag: elektrische pluviograaf met registratie op afstand (in mm).
Globale straling: de som van de directe en diffuse zonestraling op een horizontaal vlak (in joules/cm2). De straling is vooral afhankelijk van zonshoogte en de hoeveelheid bewolking.
Zonneschijn: volgens een algoritme berekend uit de globale straling (in uren).
Verdamping: bepaald uit gegevens van globale straling en luchttemperatuur (berekeningswijze volgens Makkink) (in mm)
Relatieve vochtigheid: gemeten op 1,5 m hoogte boven de grond (in %; bij 100% is de lucht met waterdamp verzadigd)
Meteorologische seizoenen worden in hele maanden genomen: winter = december-februari; lente = maart-mei; zomer = juni-augustus; herfst = september-november.

Graaddagen: de maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van temperatuur gecorrigeerde emissies van kooldioxide; zie ook CO2-emissies verklaard.

Koudegetal van Hellmann (H) is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. De classificatie is als volgt
H > 300 Streng
H > 160 Zeer koud
H > 100 Koud
H < 100 Normaal
H < 40 Zacht
H < 20 Zeer zacht
H < 10 Buitengewoon zacht

Warmtegetal: Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar. Het warmtegetal wordt berekend door het aantal dagen dat de gemiddelde etmaaltemperatuur van elke dag boven de 18 graden Celcius ligt, op te tellen. Een dag met gemiddeld over 24 uur een temperatuur van 20,2 graden draagt dus 2,2 bij aan het warmtegetal. (KNMI, 2021c)
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland, 5 hoofdstations (De Kooy, Eelde, De Bilt, Vlissingen, Maastricht), 32 klimatologische stations en ca. 300 neerslagstations.
Andere variabelen
Maximum temperatuur, minimum temperatuur, grootste dagsom neerslag, dampdruk, luchtdruk, dagen met onweer, gemiddelde windsnelheid, windrichtingsfrequentie, bodemtemperatuur.
Verschijningsfrequentie
Maandelijks en een jaaroverzicht op papier en op internet
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
25
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Meteorologische gegevens, 1990-2022 (indicator 0004, versie 25, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.