Meteorologische gegevens, 1990-2021
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
In 2021 bedroeg de gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt 10,5 graden Celsius. Daarmee was het jaar een halve graad warmer dan gemiddelde in de periode 1981-2010. De winter van 2021/2022 was zeer zacht met een gemiddelde temperatuur van 5,8 °C tegen 3,9 °C normaal. Deze winter komt daarmee op de zesde plaats van zachte winters sinds 1901. De vijf zachtste winters vonden allemaal plaats in de periode van 1990 tot nu.
De Bilt | Eenheid | 1981/2010 | 1990 | 2000 | 2019 | 2020 | 2021 |
Dagen met neerslag met >= 1,0 mm | Dagen | 131 | 124 | 158 | 139 | 139 | 137 |
Sneeuwdagen | Dagen | 25 | 15 | 12 | 7 | 8 | 15 |
Droge dagen | Dagen | 122 | 127 | 91 | 141 | 134 | 124 |
Zonloze dagen | Dagen | 61 | 66 | 55 | 44 | 45 | 54 |
Dagen met mist | Dagen | 63 | 46 | 45 | 86 | 104 | 108 |
Zonneschijn | Uren | 1602 | 1622 | 1515 | 1938 | 1957 | 1726 |
Globale straling 1) | kJ/cm2 | 354 | 366 | 338 | 396 | 405 | 372 |
Neerslag | Mm | 887 | 764 | 975 | 934 | 856 | 861 |
Verdamping | Mm | 559 | 583 | 541 | 637 | 655 | 585 |
Relatieve vochtigheid | % | 82 | 79 | 84 | 79 | 77 | 81 |
IJsdagen (max. temp <0,0oC) | Dagen | 8 | 0 | 2 | 2 | 0 | 7 |
Vorstdagen (min. temp <0,0oC) | Dagen | 58 | 33 | 35 | 40 | 31 | 50 |
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC) | Dagen | 26 | 32 | 22 | 26 | 32 | 20 |
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC) | Dagen | 4 | 3 | 2 | 11 | 12 | 1 |
Gemiddelde van: | |||||||
Uur waarnemingen (gehele jaar) | oC | 10,1 | 10,9 | 10,9 | 11,2 | 11,7 | 10,5 |
Winter (1 dec.-28/29 febr.) | oC | 3,4 | 6 | 5 | 5,2 | 6,4 | 4,4 |
Zomer (1 juni-31 aug.) | oC | 17 | 16,8 | 16,3 | 18,4 | 18,3 | 17,7 |
Gemiddelde van dagelijkse minima in | oC | 0,5 | 3,2 | 2,1 | 2,1 | 3,6 | 1,5 |
de winter (1 dec.-28/29 febr.) | |||||||
Gemiddelde van dagelijkse maxima in | oC | 21,9 | 21,9 | 21,1 | 23,7 | 23,2 | 22,1 |
de zomer (1 juni-31 aug.) | |||||||
Aantal graaddagen 2) | Graden | 2951 | 2677 | 2659 | 2638 | 2470 | 2822 |
Koudegetal van Hellmann 3) | Hellmann-getal | 57 | 8,4 | 3,6 | 12,1 | 0,1 | 36,3 |
Warmtegetal 4) | Warmtegetal | 87,4 | 87 | 59,3 | 130,9 | 145,6 | 59,4 |
Bron: KNMI | CBS/apr22 | ||||||
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt. | |||||||
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling. | |||||||
2) De som van het aantal graden beneden de stookgrens (=18 oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in | |||||||
De Bilt (zie ook de technische toelichting). | |||||||
3) Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november | |||||||
van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar. | |||||||
4) Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar. |
Gemiddeld normaal weer in 2021, wel recordaantal codes rood en oranje
Na drie zeer warme jaren was 2021 qua temperatuur een normaal jaar. De gemiddelde temperatuur was 10,4 °C tegen 10,5 °C normaal. Uitschieters waren de zeer koude lente en warmste junimaand sinds 1901. Na een koele augustus waren de laatste vier maanden van het jaar (ruim) warmer dan normaal. Het jaar kenmerkte zich verder door de drie codes rood: voor sneeuwjacht en ijzel in februari en voor extreme neerslag in Limburg in juli. In juni zorgde een valwind voor grote schade in Leersum. In 2021 werd 12 keer een code oranje of rood uitgegeven, het hoogste aantal sinds het bestaan van de huidige waarschuwingssystematiek (2010).
12 keer een code oranje of rood
Rondom de jaarwisseling was er zeer dichte mist met plaatselijk een zicht van minder dan 10 meter. Hiervoor gaf het KNMI een code oranje uit voor het midden en westen van het land. Hoewel de winter soms vrij koud was met nachtvorst, was het niet echt winters: ijsdagen kwamen niet voor. Op 16 januari viel overal 1-4 centimeter sneeuw, het eerste grootschalige sneeuwdek sinds februari 2019.
Sneeuw, tweemaal code rood én lenteachtig
Februari kende een winterse periode met veel sneeuw, in het oosten lag 15-20 centimeter. Het KNMI gaf code rood uit voor sneeuwjacht. Het lagedrukgebied kreeg de naam Darcy. Voor het eerst sinds 2013 lag in een groot deel van Nederland langere tijd sneeuw. Overdag bleef de temperatuur vaak onder het vriespunt. De winterse periode eindigde op 15 februari met ijzel in de noordelijke helft. Hiervoor gaf het KNMI code rood uit. Het contrast met het einde van de maand was groot: dit verliep lenteachtig met in De Bilt van 20-25 februari een maximumtemperatuur van 15,0 °C of hoger. Nog nooit kwam de temperatuur zo vroeg zo vaak boven de 15 °C.
Lente: zeer koud, maar met zomerse uitschieter
Met een gemiddelde temperatuur van 8,1 °C ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 9,9 °C was de lente zeer koud. En met gemiddeld 174 mm neerslag was het nat. Opvallend was het einde van maart waar in het zuidoosten plaatselijk zomerse maxima (van 25 °C of hoger) werden gemeten. In april was het echter zeer koud met een gemiddelde temperatuur van 6,7 °C ten opzichte van het langjarig gemiddelde van 9,8 °C. Het was zelfs de koudste april sinds 1986. In de ochtend van 7 april lag er in het zuidoosten 2-5 centimeter sneeuw, in Limburg zelfs 10 centimeter. Op 7 mei werd het in oosten van Brabant even wit.
Warmste junimaand sinds 1901
Juni 2021 was de warmste sinds 1901. Met 18,2 °C tegen een normaal van 16,2 °C. De hoogste temperatuur van het jaar werd op 17 juni in Hupsel gemeten, 34,0 °C. De rest van de zomer verliep nat en steeds koeler. De verder natte juni werd gekenmerkt door zware onweersbuien. De eerste dagen waren er in het oosten verspreid zware buien. Op 29 juni werd het zuiden van Limburg getroffen door zware buien. In Beek viel 87 mm, meer dan de normale maandhoeveelheid van 69 mm. Ook hiervoor gaf het KNMI code oranje uit.
Zware wateroverlast
Van 13 t/m 15 juli viel er in het zuiden van Limburg extreem veel regen, wat tot grote wateroverlast leidde. Het KNMI gaf een code oranje en op 14 juli uiteindelijk code rood. Het was de eerste keer dat het KNMI een code rood uitgaf voor zware neerslag. De watersnood trof ook het westen van Duitsland en het noordoosten van België. Huizen zijn overstroomd, wegen afgesloten, rivieren zijn buiten hun oevers getreden en er vielen meer dan 300 doden.
Herfst in top 10 zachtste herfstseizoenen
Alle herfstmaanden waren warmer dan normaal, vooral september. Gemiddeld was de herfst zacht, zonnig en aan de droge kant. In september was er nog een nazomerse periode. Eind november hadden we te maken met de eerste winterse verschijnselen in de vorm van vorst en sneeuw op grotere schaal. December was zacht. Vlak voor en tijdens de kerstdagen was het in Nederland koud, met tweemaal een code oranje voor gladheid door ijzel. De elfde en twaalfde uitgifte van code rood of oranje in 2021.
Iets zonniger, neerslag normaal
In 2021 liet de zon zich iets vaker zien dan normaal, met landelijk gemiddeld 1800 uur tegen 1774 normaal. Februari en juni waren zonnig. Januari en augustus waren sombere maanden. Het minst zonnig was het in het oosten met in Deelen 1673 uur zon. Aan de kust was het het zonnigst: in Vlissingen scheen de zon 1947 uur. Met landelijk gemiddeld 798 mm viel in 2021 vrijwel de normale hoeveelheid neerslag. Normaal valt over het land gemiddeld 795 mm. In het midden en in Flevoland was het plaatselijk duidelijk droger dan normaal. Het droogste KNMI-station was Woensdrecht met 662 mm. In het zuiden van Limburg en het noordwesten van het land was het natter dan normaal. Het natste KNMI-station was Leeuwarden met 939 mm. Februari, november en vooral september waren droge maanden. Juni was nat met de nodige zware onweersbuien. In juli viel vooral de extreme hoeveelheid regen in het zuiden van Limburg rond het midden van de maand op. Eind augustus viel er in Friesland veel regen.
Het klimaat en het weer in Nederland
Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde luchtverplaatsing die voornamelijk uit het zuidwesten is.
Invloed van het klimaat en het weer op het milieu
Weersomstandigheden hebben directe gevolgen voor milieu en natuur. Hierbij valt te denken aan het trekgedrag van vogels en vorming van smog. Aan de andere kant heeft het milieu invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een verandering van het klimaat leiden.
Bronnen
- KNMI (2011). Klimaatatlas; langjarige gemiddelden 1981-2010. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021a). 2021, gemiddeld normaal, wel recordaantal code rood en oranje. Nieuwsbericht KNMI, 4 januari 2021. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021a). Winter 2021/2022, zachte winter met vier stormen. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021a). Jaar- en maandoverzicht van het weer in Nederland. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021a). Jaar- en maandoverzicht van neerslag en verdamping in Nederland. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021c). (Hellmann) Koudegetallen sinds 1901 in De Bilt. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
- KNMI (2021c). Warmtegetallen sinds 1901 in De Bilt. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, De Bilt.
Relevante informatie
- Verschillen tussen CO2-emissietotalen verklaard, 1990-2022
- Ozon in lucht en volksgezondheid, 1990-2021
- Meer gegevens over het klimaat zijn te vinden bij het KNMI.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Meteorologische gegevens
- Omschrijving
- Gegevens over het weer in Nederland en de gemiddelde waarden (normalen) voor de periode 1981-2010 van het hoofdstation De Bilt.
- Verantwoordelijk instituut
- Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
- Berekeningswijze
- Met uitzondering van de neerslag worden dagelijks metingen gedaan van 0-0 uur Universal Time (12 uur UT=13 uur Midden Europese Tijd). De hoeveelheid neerslag wordt dagelijks bepaald van 8-8 uur. De cijfers zijn afkomstig uit de Jaar- en maandoverzichten weer / neerslag en verdamping in Nederland (KNMI, 2021a) en hebben betrekking op De Bilt.
Temperatuur: dagelijks uur waarnemingen (in graden Celcius).
Neerslag: elektrische pluviograaf met registratie op afstand (in mm).
Globale straling: de som van de directe en diffuse zonestraling op een horizontaal vlak (in joules/cm2). De straling is vooral afhankelijk van zonshoogte en de hoeveelheid bewolking.
Zonneschijn: volgens een algoritme berekend uit de globale straling (in uren).
Verdamping: bepaald uit gegevens van globale straling en luchttemperatuur (berekeningswijze volgens Makkink) (in mm)
Relatieve vochtigheid: gemeten op 1,5 m hoogte boven de grond (in %; bij 100% is de lucht met waterdamp verzadigd)
Meteorologische seizoenen worden in hele maanden genomen: winter = december-februari; lente = maart-mei; zomer = juni-augustus; herfst = september-november.
Graaddagen: de maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van temperatuur gecorrigeerde emissies van kooldioxide; zie ook CO2-emissies verklaard.
Koudegetal van Hellmann (H) is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. De classificatie is als volgt
H > 300 Streng
H > 160 Zeer koud
H > 100 Koud
H < 100 Normaal
H < 40 Zacht
H < 20 Zeer zacht
H < 10 Buitengewoon zacht
Warmtegetal: Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar. Het warmtegetal wordt berekend door het aantal dagen dat de gemiddelde etmaaltemperatuur van elke dag boven de 18 graden Celcius ligt, op te tellen. Een dag met gemiddeld over 24 uur een temperatuur van 20,2 graden draagt dus 2,2 bij aan het warmtegetal. (KNMI, 2021c) - Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- Nederland, 5 hoofdstations (De Kooy, Eelde, De Bilt, Vlissingen, Maastricht), 32 klimatologische stations en ca. 300 neerslagstations.
- Andere variabelen
- Maximum temperatuur, minimum temperatuur, grootste dagsom neerslag, dampdruk, luchtdruk, dagen met onweer, gemiddelde windsnelheid, windrichtingsfrequentie, bodemtemperatuur.
- Verschijningsfrequentie
- Maandelijks en een jaaroverzicht op papier en op internet
- Betrouwbaarheidscodering
- Integrale waarneming.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2022). Meteorologische gegevens, 1990-2021 (indicator 0004, versie 24, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.