Meteorologische gegevens, 1990-2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De gemiddelde temperatuur in de Bilt was de laatste twintig jaar circa 1 oC hoger dan aan het begin van de 20e eeuw. Ook 2009 was warm en daarmee het dertiende warme jaar op rij. Het jaar was zeer zonnig.

 Eenheid1971/200019901995200020082009
        
Dagen met neerslag met >= 1,0 mmdagen131124125158132132
Sneeuwdagendagen251540121728
Droge dagendagen10912713191125133
Zonloze dagendagen766643554637
Dagen met mistdagen654658459593
        
Zonneschijnuren1 5241 6221 8141 5151 7351 838
Globale straling 1)kJ/cm2347366366338363381
Neerslagmm827764798975943833
Verdampingmm543583590541576612
Relatieve vochtigheid%827983848181
        
IJsdagen (max. temp <0,0oC)dagen8012239
Vorstdagen (min. temp <0,0oC)dagen583361355556
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC)dagen223241222627
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC)dagen3311211
        
Gemiddelde van:       
Uurwaarnemingen (gehele jaar)oC9,810,910,410,910,610,5
Winter (1 dec.-28/29 febr.)oC3,36,05,35,05,12,2
Zomer (1 juni-31 aug.)oC16,616,818,216,317,317,4
Gemiddelde van dagelijkse minima inoC0,43,22,32,12,0-0,6
de winter (1 dec.-28/29 febr.)       
Gemiddelde van dagelijkse maxima inoC21,421,923,421,122,022,4
de zomer (1 juni-31 aug.)       
        
Aantal graaddagen 2)graden3 0752 6772 9162 6592 7852 805
Koudegetal van Hellmann3)Hellmann-getal63,88,421,83,620,356,5
        
Bron: KNMI (2003, 2009).CBS/MNC/apr10/0004
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt.
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling.
2) De som van het aantal graden beneden de stookgrens (=18oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in De Bilt (zie ook de technische toelichting).
3) Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar. De winter 2009/'10 had een koudegetal van 94,7.

Het weer in 2009

Het jaar 2009 was zeer warm, zeer zonnig. De jaargemiddelde temperatuur is in de Bilt uitgekomen op 10,5 oC tegen een langjarig gemiddelde van 9,8 oC . Daarmee is 2009 inmiddels het dertiende warme jaar op rij. Van de zeventien warmste jaren sinds 1900 zijn alle jaren van 1988 of later. Zowel de laagste als de hoogste temperatuur in 2009 werd waargenomen in Ell in Limburg (respectievelijk -20,8 oC en 37,0 oC); het meest zonnig waren Vlissingen en De Kooy (Texel) met 2 032 en 2 031 uur; Arcen in Limburg had de minste zon (1 659 uur). In Westdorpe (Zeeland viel de meeste neerslag (832 mm), tegen De Kooy 623 mm.
Opvallend was de sneeuwval tussen 17 en 20 december met op sommige plaatsen een sneeuwdek van 10 tot 30 cm dikte met als gevolg veel hinder door het verkeer en het openbaar vervoer. In de nacht van 25 op 26 mei trokken zware buien vergezeld van uitzonderlijk actief onweer over het land. Uit de omgeving van Woensdrecht werd hagel gemeld met een doorsnede van 5 cm (KNMI, 2009).

De winter van 2009/'10 was maar een gemiddelde winter

De winter 2009/'10 werd gekenmerkt door een relatief lange periode van vorst. Toch was de winter voor Nederlandse maatstaven gezien maar een normale winter. Het koudegetal van Hellmann bedroeg 94,7. De koudste winter sinds 1901 was de winter van 1962/'63 met een koudegetal van 345,9, gevolgd door 1946/'47 en 1941/'42. De zachtste winter was in 1988/'89 met een koudegetal van 1,9, gevolgd door 1974/'75 en 1999/'00 (KNMI, 2010b).

Het klimaat en het weer in Nederland

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde luchtverplaatsing die voornamelijk uit het zuidwesten is.

Invloed van het klimaat en het weer op het milieu

Weersomstandigheden hebben directe gevolgen voor milieu en natuur. Hierbij valt te denken aan het trekgedrag van vogels en vorming van smog. Aan de andere kant heeft het milieu invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een verandering van het klimaat leiden.

Ontwikkelingen temperatuur en neerslag

De gemiddelde temperatuur in De Bilt was de laatste twintig jaar circa 1 oC hoger dan een het begin van de 20e eeuw. Wereldwijd was deze toename rond de 0,6 oC. De hoeveelheid neerslag per jaar is in de afgelopen eeuw toegenomen, voornamelijk in de periode oktober-maart. Met uitzondering van het droge jaar 2003, waren de afgelopen jaren erg nat. Door deze veranderende weersomstandigheden is het groeiseizoen, dagen met een gemiddelde temperatuur boven de 5 oC, in de afgelopen vijftien jaar drie weken langer dan in de periode 1961-1990. Door de stijging van de temperatuur op aarde is de zeespiegel voor de Nederlandse kust de afgelopen 100 jaar met circa 19 cm gestegen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Meteorologische gegevens
Omschrijving
Gegevens over het weer in Nederland en de gemiddelde waarden (normalen) voor de periode 1971-2000 van het hoofdstation De Bilt
Verantwoordelijk instituut
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI te De Bilt)
Berekeningswijze
Met uitzondering van de neerslag worden dagelijks metingen gedaan van 0-0 uur Universal Time (12 uur UT=13 uur Midden Europese Tijd). De hoeveelheid neerslag wordt dagelijks bepaald van 8-8 uur. De cijfers zijn afkomstig uit het Maandoverzicht neerslag en verdamping van het KNMI en hebben betrekking op De Bilt.
Temperatuur: dagelijks uurlijkse waarnemingen (in graden celcius).
Neerslag: elektrische pluviograaf met registratie op afstand (in mm).
Globale straling: de som van de directe en diffuse zonestraling op een horizontaal vlak (in joules/cm2). De straling is vooral afhankelijk van zonshoogte en de hoeveelheid bewolking.
Zonneschijn: volgens een algoritme berekend uit de globale straling (in uren).
Verdamping: bepaald uit gegevens van globale straling en luchttemperatuur(berekeningswijze volgens Makkink) (in mm)
Relatieve vochtigheid: gemeten op 1,5 m hoogte boven de grond (in %; bij 100% is de lucht met waterdamp verzadigd)
Seizoenen:meteorologische seizoenen worden in hele maanden genomen: winter = december-februari; lente = maart-mei; zomer = juni-augustus; herfst = sepember-november.
Graaddagen: de maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van temperatuurgecorrigeerde emissies van kooldioxide; zie ook CO2-emissies verklaard.
Koudegetal van Hellmann (H) is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. De classificatie is als volgt
H > 300 Streng
H > 160 Zeer koud
H > 100 Koud
H < 100 Normaal
H < 40 Zacht
H < 20 Zeer zacht
H < 10 Buitengewoon zacht
Geografische verdeling
Nederland, 5 hoofdstations (De Kooy, Eelde, De Bilt, Vlissingen, Maastricht) 32 klimatologische stations en ca. 300 neerslagstations.
Andere variabelen
Maximum temperatuur, minimum temperatuur, grootste dagsom neerslag, dampdruk, luchtdruk, dagen met onweer, gemiddelde windsnelheid, windrichtingsfrequentie, bodemtemperatuur.
Verschijningsfrequentie
Maandelijks en een jaaroverzicht op papier en op internet
Achtergrondliteratuur
Zie http://www.knmi.nl/.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
25
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2010). Meteorologische gegevens, 1990-2009 (indicator 0004, versie 11, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.