Energie: inleiding en beleid

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Energie speelt een cruciale rol in de maatschappij. Belangrijke elementen in het Nederlandse energiebeleid zijn duurzaamheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid. Zo streeft het huidige kabinet naar een volledig duurzame energievoorziening in 2050.

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

De fossiele brandstoffen aardgas, ruwe aardolie en steenkool zijn voor Nederland de belangrijkste primaire energiedragers. Aardgas wordt direct gebruikt voor warmte of omgezet in elektriciteit. Steenkool wordt ook omgezet in elektriciteit of gebruikt bij de staalproductie. Ruwe aardolie wordt door raffinaderijen omgezet in diverse olieproducten voor vervoer en in grondstoffen voor de petrochemische industrie.
In Nederland wordt veel aardgas en in geringe mate aardolie gewonnen. Voor steenkool en bijna alle ruwe aardolie is Nederland aangewezen op import uit het buitenland. Aardgas en olieproducten worden veel geëxporteerd.

Milieudruk energievoorziening

Bij de verbranding van brandstoffen ontstaan emissies naar de lucht. Deze emissies bevatten broeikasgassen (CO2), verzurende stoffen (zoals stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2)) en fijn stof. Daarnaast ontstaan er ook emissies bij winning en transport van energie. Het gaat daarbij vooral om emissies van het broeikasgas methaan en vluchtige organische stoffen (VOS).
Bij het gebruik van kolen ontstaan grote hoeveelheden afvalstoffen. Deze worden voor het overgrote deel hergebruikt voor het produceren van bouwmaterialen. Afval van kernenergie wordt tijdelijk opgeslagen bij COVRA in Zeeland. Elektriciteitscentrales lozen ook veel opgewarmd koelwater.

Maatregelen om milieudruk te verminderen

De milieudruk kan beperkt worden door energiebesparing, het switchen naar minder vervuilende brandstoffen, het gebruik van hernieuwbare energie en rookgasreiniging. Voor het verminderen van broeikgasemissies is er internationaal beleid.

Hernieuwbare energie

Hernieuwbare energie is energie die is opgewekt uit wind, waterkracht, zon, biomassa en de bodem en warmte uit de buitenlucht. In Europees verband heeft Nederland afgesproken om in 2020 14 procent van het finaal verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen te laten komen. Het kabinet Rutte II is ambitieuzer en wil 16 procent hernieuwbare energie in 2020. Om dit doel te bereiken maakt de overheid onder meer gebruik van subsidies voor productie van groen gas, hernieuwbare elektriciteit en warmte, een verplichting voor het verbruik van biobrandstoffen voor het wegverkeer en een fiscale regeling voor bedrijven die investeren in hernieuwbare energie (en energiebesparing). In 2011 was het verbruik van hernieuwbare energie ruim 4 procent.

Energiebesparing

Het nieuwe regeerakkoord noemt energiebesparing als prioriteit, zonder daarbij een expliciet doel te stellen. Energiebesparing is een belangrijk middel om de doelen voor broeikasgassen en hernieuwbare energie te halen. In Europees verband geldt voor Nederland een niet-bindend doel om tot en met 2016 ongeveer 1 procent gemiddeld per jaar te besparen vanaf 2006. Sinds 2012 is er een nieuwe Europese Richtlijn voor energie-efficiëntie. Deze richtlijn legt een absolute bovengrens vast voor het EU-energieverbruik in 2020, maar geeft niet aan hoe dit verbruik verdeeld wordt over de lidstaten. Ook geldt er volgens deze richtlijn een verplichting voor lidstaten om jaarlijks de energie-efficiëntie met 1,5 procent te verbeteren in de periode 2014 tot en met 2020 (exclusief transport). Voor het bereiken van energiebesparing gebruikt de overheid verschillende middelen:

  • met nationale energieprestatienormen, energielabels voor gebouwen en Europese normen vormen voor apparaten en auto's.
  • door het belonen van energiebesparende investeringen met belastingaftrek.
  • door het sluiten van convenanten met bijvoorbeeld het bedrijfsleven en woningcorporaties. Denk daarbij aan de meerjarenafspraken energiebesparing en de Green Deals.

Voorzieningszekerheid

Voorzieningszekerheid is de mate van zekerheid die er is over de beschikbaarheid van energie nu en in de toekomst.
Bij aardolie zijn er de meeste zorgen over de beschikbaarheid. De mondiale voorraden zijn relatief klein en liggen in toenemende mate in een beperkt aantal landen in het Midden-Oosten en Rusland.
Aardgas heeft Nederland momenteel nog zelf. De winbare hoeveelheden nemen echter wel af (EL&I, 2012). Mondiaal gezien zijn de zorgen over schaarste van aardgas afgenomen door de sterk toegenomen winning van schaliegas in de Verenigde Staten. Schaliegas is gas wat is opgeslagen in gesteente en hierdoor moeilijk winbaar is. Het is nog niet duidelijk of schaliegaswinning in Europa ook zo belangrijk gaat worden. Op vergelijkbare wijze is ook niet-conventionele oliewinning mogelijk; dit ontwikkelt zich in de Verenigde Staten nu ook snel.
Voor steenkool zijn de er relatief weinig zorgen voor de voorzieningszekerheid. Het is op diverse continenten in ruime mate beschikbaar.

Bevordering Europese energiemarkt

Om energiebedrijven te stimuleren efficiënt te werken en zo goedkoop mogelijke energie te leveren is er binnen de energiesector op Europese schaal marktwerking gecreëerd. Gevolg van de Europese integratie van de markten is dat de Nederlandse elektriciteitscentrales nu grotendeels onderdeel zijn van buitenlandse bedrijven. Anderzijds hebben Nederlandse netbedrijven transportnetten in het buitenland opgekocht.
Vooral voor elektriciteit is er de laatste jaren flink geïnvesteerd in uitbreiding van fysieke verbindingen met het buitenland en zijn handelsplatfoms geïntegreerd. Gevolg daarvan is dat de internationale handel in elektriciteit en de daaraan gerelateerde nationale productie steeds sneller reageert op factoren als de prijs van aardgas en steenkool, de beschikbaarheid van kerncentrales en de beschikbaarheid van hernieuwbare elektriciteit in de omringende landen.

Begrippen en definities

 
  
  
BunkersDe levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart.
Hernieuwbare energieEnergie uit wind, waterkracht, zon, biomassa en de bodem en warmte uit de buitenlucht
EnergieaanbodWinning + invoer + voorraadmutaties - uitvoer - bunkers. Het energieaanbod moet overeenkomen met het energieverbruik.
Energiedrager Een product dat energie bevat, dit kan zijn in de vorm van een brandstof, warmte of kracht, zoals aardolie, aardgas, kolen, elektriciteit, stoom en vormen van hernieuwbare energie.
EnergiedragerbalansDe balans van een brandstof die leidt tot het binnenlands verbruik.
EnergieverbruikVerbruik bij omzetting in andere energiedragers + finaal energieverbruik.
Finaal energieverbruikHet door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager.
Joule De energie-inhoud van de diverse energiedragers wordt uitgedrukt in joules. Veel gebruikte energie-eenheden zijn TJ (terajoule = 1012 Joule) en PJ (petajoule = 1015 Joule). Een petajoule komt overeen met 23,4 miljoen kg aardolie of 31,6 miljoen m3 aardgas of 277,8 miljoen kWh elektriciteit.
Primaire energieEnergie gewonnen uit de natuur zoals aardolie, aardgas en steenkool.
 
Bron: CBS, PBL.CBS/aug10/0050

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Energie: inleiding en beleid
Omschrijving
Een inleidend verhaal over:
1. De energiedragers die een bijdrage leveren aan de energievoorziening in Nederland;
2. de milieudruk als gevolg van winning, distributie en verbruik van fossiele brandstoffen;
3. het Nederlandse energiebeleid;
4. begrippen en definities.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
In het Energierapport 2011 van het Ministerie van EL&I wordt meer specifiek ingegaan op de voorzieningszekerheid van de Nederlandse energiehuishouding en de rol die Nederland speelt in de gasvoorziening van Europa.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
18
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2013). Energie: inleiding en beleid (indicator 0050, versie 15, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.