Benzeenconcentratie, 1991-2005
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De jaargemiddelde benzeenconcentratie is sterk afgenomen sinds 1996 en lijkt vanaf 2000 te stabiliseren. De afgelopen tien jaar lag de jaargemiddelde benzeenconcentratie onder de norm.
Benzeenconcentraties tot 2000 afgenomen, daarna stabiel
De gemeten jaargemiddelde benzeenconcentratie vertoont een dalende trend. De daling is het sterkst is op straatstations. Op straatstations is de concentratie in ongeveer tien jaar tijd meer dan gehalveerd. Vanaf 2000 lijken de concentraties zich te stabiliseren. De daling sinds 1996 is vooral het gevolg van de invoering van de geregelde driewegkatalysator, technische verbeteringen aan personenwagens en de verlaging van het benzeengehalte in benzine. Per 1 januari 2000 is het benzeengehalte in benzine verlaagd van 5% naar 1%. Volgens steekproeven van de milieu-inspectie voldeed het benzeengehalte echter in oktober 1999 al aan deze nieuwe norm. Het gemiddelde benzeengehalte in benzine lag in de jaren negentig tussen 2 en 2,5%.
Norm wordt niet overschreden
In 2005 bedroeg de jaargemiddelde benzeen achtergrondconcentratie 0,6 µg/m3. In 2005 varieerden jaargemiddelde achtergrondwaarden tussen 0,3 en 2,9 µg/m3. De Europese 2010-grenswaarde van 5 µg/m3 voor de jaargemiddelde benzeenconcentratie wordt in Nederland al een aantal jaren niet meer overschreden.
Hoogste concentraties in stedelijke gebieden met industrie
Verhoogde concentraties treden vooral op in de Randstad. De hoogste waarden treden op in verstedelijkte gebieden met veel industriële activiteit, zodat de bijdrage van verkeer, consumenten en grote puntbronnen van op- en overslag van brandstoffen samen gaan. Deze situatie treffen we bijvoorbeeld aan in het Rijnmond gebied.
Europese normen voor blootstelling bevolking aan benzeen
De Europese Unie heeft grenswaarden vastgesteld voor de concentratie van benzeen in lucht ter bescherming van de bevolking tegen effecten van langdurige blootstelling. Sinds december 2000 is een nieuwe EU-norm van kracht op basis van de zogenaamde 2e dochterrichtlijn. De nieuwe EU-norm hanteert een grenswaarde van 5 µg/m3 met een overschrijdingsmarge van 100% tot 1 januari 2006. Hierna neemt de overschrijdingsmarge jaarlijks af met 1 µg/m3 tot 0% zodat vanaf 1 januari 2010 aan de grenswaarde van 5 µg/m3 moet worden voldaan.
Bronnen van benzeen
Benzeen is een vluchtig aromatisch bestanddeel van benzine, waarvoor het wegverkeer een belangrijke bron vormt. Ruim de helft van het in de Nederlandse lucht aanwezige benzeen is afkomstig van buitenlandse bronnen. Benzeen heeft namelijk een vrij lange levensduur in de atmosfeer (enkele dagen). De hoogste concentraties worden gevonden in verstedelijkte gebieden met hoge industriële activiteit en rond snelwegen door de invloed van lokale bronnen.
Effecten van benzeen op de gezondheid
Benzeen heeft een toxische werking op het bloed en bloedvormende weefsels. Daarnaast is benzeen carcinogeen, blootstelling kan leiden tot leukemie.
In vergelijking met andere risicofactoren wordt aan aromaten bij de huidige concentraties een beperkt risico toegeschreven. Blootstelling aan sommige aromaten, waarvan benzeen wel de bekendste is, kan een nadelig effect op de gezondheid hebben. Door benzeen veroorzaakte sterfte in Nederland wordt door De Hollander en Brunekreef op drie per jaar geschat. De schatting voor het verlies aan gezondheid gewogen levensjaren (disability adjusted life year, DALY) komt voor benzeen op 140 DALYs/jaar.
Blootstelling bevolking aan benzeenconcentraties
De Nederlandse bevolking wordt aan relatief lage benzeenconcentraties (ruim onder de geldende norm) blootgesteld. In 2004 is minder dan 0,2% van de bevolking langdurig blootgesteld aan jaargemiddelde achtergrondsconcentraties van benzeen boven de 2 µg/m3 (tot maximaal 3,0 µg/m3).
Bronnen
- Hollander en Brunekreef (2003). Hollander, A.E.M. de and B. Brunekreef. Valueing the health impacts of air pollution: deaths, DALYs or dollars. In: Ayers, J., Maynard, B. (red.) Air Pollution. London: Imperial College Press.
- EU (2000). Richtlijn 2000/69/EG van het Europees parlement en de raad van 16 november 2000 betreffende grenswaarden benzeen en koolmonoxide in lucht (opent pdf-document van 400k). Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen No L 313/12.
- RIVM (2005). Gegevens gebaseerd op metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit; bewerkt door het Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- DCMR (2005). Gegevens gebaseerd op metingen van de DCMR Milieudienst Rijnmond bewerkt door het Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.
- Staatsblad (1999). Besluit van 17 december 1999, houdende uitvoering van de richtlijn 98/70/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998, betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (Besluit kwaliteitseisen brandstoffen wegverkeer). Staatsblad 566, 1-14. (Link naar website overheid.nl)
Relevante informatie
- Voor een nadere uitleg over de implementatie van de Europese regelgeving voor lucht in de Nederlandse wetgeving zie Handboek Implementatie milieubeleid EU in Nederland.
- RIVM (2004). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2002. RIVM, rapport 500 037 004, Bilthoven.
- RIVM (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2001. RIVM, rapport 725 301 009, Bilthoven.
- RIVM (2002). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2000. RIVM, rapport 725 301 008, Bilthoven.
- RIVM (2001). Jaaroverzicht luchtkwaliteit 1998 en 1999. RIVM, rapport 725 301 006, Bilthoven.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Opmerking
- De trend van de jaargemiddelde benzeenconcentratie op drie regionale-, twee stad- en vier straatstations is gebaseerd op metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). De trend voor gebieden met hoge benzeenconcentraties (hoog belast) wordt bepaald door de jaargemiddelde benzeenconcentratie van metingen op minstens drie stations in het Rijnmondgebied van het meetnet van de Milieudienst Rijnmond (DCMR). Overige gegevens in de tekst zijn gebaseerd op het landsdekkende beeld voor 2004 (niet opgenomen). Deze jaargemiddelde benzeenkaart is verkregen uit metingen in het LML in combinatie met modelberekeningen. De blootstelling van de bevolking wordt bepaald met behulp van de kaart met jaargemiddelde benzeenconcentraties en een bevolkingsdichtheidskaart.
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2006). Benzeenconcentratie, 1991-2005 (indicator 0457, versie 02, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.