Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De hoeveelheid nutriënten in het effluent van rioolwaterzuiveringsinrichtingen is de laatste twintig jaar aanzienlijk afgenomen, vooral door een verbeterd rendement van de installaties.

Stikstofverwijdering verder toegenomen

De aanpak van de vergaande verwijdering van stikstof is op gang gekomen. Dit moet eind 2005 resulteren in een landelijk zuiveringsrendement van 75% (in 2003 was dit 72%). Door verbeterde zuiveringsprocessen is ook het zuiveringsrendement van zuurstofbindende stoffen toegenomen.

Zuiveringsrendement fosfor sinds 1981 ruim verdubbeld

De belasting van het oppervlaktewater met fosfor via het effluent van rioolwaterzuiveringsinrichtingen (rwzi's) is de laatste twintig jaar met ruim 70% gedaald. Dit is het gevolg van de invoering van fosfaatvrije wasmiddelen in de periode 1985-1990 en een verbeterde fosfaatverwijdering tijdens het zuiveringsproces in de periode 1990 tot heden.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over de lozing van zuurstofbindende stoffen en de belasting van het oppervlaktewater is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Het influent is het bij de zuiveringsinstallatie aangevoerde afvalwater; het effluent is het gezuiverde afvalwater dat wordt geloosd op het oppervlaktewater.De gepresenteerde zuiveringsrendementen betreffen gewogen gemiddelden over alle typen rioolwaterzuiveringsinstallaties (CBS, 2005a).
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CLO (2005). Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2003 (indicator 0152, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.