Ontwikkeling van het Nederlandse bos, 1988-2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De staande voorraad levend en dood hout en de houtoogst in het Nederlandse bos zijn sinds de jaren tachtig toegenomen. Het bos is in 2002 ouder, beter gestructureerd en meer gemengd dan ruim vijftien jaar geleden.

 Staande voorraadBijgroeiHoutkapOogstw.v. 
     door dunningdoor eindhak
       
 1 000 m3 r.e. zonder schors1)   
       
1988/1992 36 9561 6811 036901720181
1990/199438 1701 6901 186988722266
1991/199538 8991 7271 2001 013717296
1992/199639 5181 7171 2011 024707317
1993/199740 2551 7111 2871 113812301
1994/199841 4321 7181 2171 055805250
1995/199942 1091 7041 1831 036784252
2001/200243 073.....
       
Bron: Schoonderwoerd, H. en W.P. Daamen (1999, 2000); Dirkse, G.M., et al. (2003).CBS/MC/mei04/0069
NB. De cijfers 1988/1992 tot en met 1995/1999 zijn afkomstig uit het project Houtoogststatistiek en prognose oogstbaar hout (HOSP); de cijfers 2001/2002 komen uit het Meetnet Functievervulling bos (MFV-bos).
1) Rondhout-equivalent.

Nederlandse bos steeds gevarieerder van opbouw

Het bos heeft in 2002 een andere opbouw dan halverwege de jaren tachtig. Momenteel is 25% van de bomen dikker dan 40 cm., terwijl in 1984-85 dit aandeel nog slechts 14% bedroeg. De staande voorraad (levend plus dood hout) in het bos per hectare is in deze periode met 38 m3 toegenomen tot 194 m3/ha. Ook de oogst per hectare is gestegen en bestaat nu procentueel uit meer dikke bomen. Tenslotte zijn ook de totale oppervlakte gemengd bos en de hoeveelheid dood staand hout per hectare sinds de jaren tachtig toegenomen.

Beleid t.a.v. houtproductie in de Nederlandse bossen

Het Nederlandse bosbeleid richt zich op een minder centrale sturing van de overheid, meer verantwoordelijkheid voor de bosbouwsector en een meer ecologisch georiënteerd bosbeheer. Belangrijke punten uit het Bosbeleidsplan (LNV, 1993) zijn een duurzame instandhouding van het bosareaal en de voor Nederland kenmerkende bosecosystemen (1), het optimaal vervullen van het multifunctioneel gebruik van het bos voor recreatie, houtproductie, landschap en natuur (2), en de uitbreiding van het bosareaal naar 410.000 hectare in 2018 (3).Met het verschijnen van de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (LNV, 2000) is de bestaande nationale productiedoelstelling voor hout losgelaten en vervangen door een streven om in 2020 "in tenminste 70% van het Nederlands bosareaal condities te waarborgen die houtoogst mogelijk maken". Uitgangspunt is dat hiermee tenminste het gemiddelde oogstniveau uit de periode 1995-1999 gehandhaafd kan worden. Het kabinet beschouwt hout als een duurzame en vernieuwbare grondstof. Oogst in eigen land blijft nodig omdat het niet gewenst is dat de binnenlandse vraag naar hout volledig door het buitenland wordt opgelost en de houtoogst wordt afgewenteld op het buitenland.

Technische toelichting

Rondhout bestaat uit stammen of delen hiervan die niet verder bewerkt zijn dan gesnoeid, gekort en eventueel ontschorst. Om de verschillende houtproducten te kunnen optellen zijn in de tabel de hoeveelheden omgerekend naar de hoeveelheid rondhout die nodig is geweest om producten te maken (rondhout-equivalent zonder schors). De cijfers zijn berekend door de oorspronkelijke eenheid (m3 spilhout met schors) te vermenigvuldigen met 0,9 (= r.e. met schors). Voor omrekening naar m3 r.e. zonder schors zijn de waarden met 0,85 vermenigvuldigd.In het project Houtoogststatistiek en prognose oogstbaar hout (HOSP) wordt de ontwikkeling van het bos gemeten op circa 2.500 permanente meetpunten. Volgens een roulatiesysteem wordt hiervan jaarlijks ongeveer eenvijfde deel bezocht, zodat na vijf jaar alle meetpunten zijn opgenomen. De waarden geven aldus voor de genoemde tijdvakken een voortschrijdend vijfjaarlijks gemiddelde. In de cijfers zijn geen lijnbeplantingen opgenomen.Als vervolg op de HOSP is in 2000 het Meetnet Functievervulling bos (MFV-bos) gestart. Deze bossensteekproef omvat 3.622 punten. In de periode 2001-2002 zijn hiervan 1.811 steekproefpunten bezocht, en is op 1.492 punten de staande voorraad gemeten. De rest van de steekproefpunten wordt in 2004 en 2005 onderzocht. Gegevens over bijgroei, houtkap en oogst zijn vooralsnog niet beschikbaar.

Bronnen

  • Dirkse, G.M., W.P. Daamen, H. Schoonderwoerd en J.M. Paasman (2003). Meetnet Functievervulling bos. Het Nederlandse bos 2001-2002. Expertisecentrum LNV (nr. 231), Ede.
  • LNV (1993). Bosbeleidsplan. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • LNV (2000). Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Den Haag.
  • Schoonderwoerd, H. en W.P. Daamen (1999). Houtoogst en bosontwikkeling in het Nederlandse bos: 1984-1997. Stichting Bosdata, Wageningen.
  • Schoonderwoerd, H. en W.P. Daamen (2000). Kwantitatieve aspecten van bos en bosbeheer in Nederland: Resultaten Houtoogststatistiek (1995-1999). Stichting Bosdata, Wageningen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2004). Ontwikkeling van het Nederlandse bos, 1988-2002 (indicator 0069, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.