Ruimte per inwoner, 1900-2017
Door de sterke groei van de Nederlandse bevolking tussen 1900 en 2017 is beschikbare ruimte per inwoner in deze periode met meer dan 68 procent afgenomen. De ruimte per inwoner in Nederland is niet gelijkmatig verdeeld over het land. Het ruimtegebruik ziet er voor een inwoner van Groningen anders uit dan voor een inwoner van Zuid-Holland.
Afname ruimte per inwoner
De Nederlandse bevolking groeide tussen 1900 en 2017 van 5,1 naar 17,1 miljoen mensen. Door deze sterke groei is de totale beschikbare ruimte per inwoner met meer dan twee derde afgenomen. Grootschalige landuitbreidingen in het IJsselmeer heeft nauwelijks effect gehad op deze afname.
Hoewel de totale oppervlakte aan natuur en bos (open droge en natte natuur en bosterrein) de laatste twintig jaar is toegenomen, heeft de grootste afname in het aantal beschikbare m2 per inwoner zich juist in deze categorieën voorgedaan. De hoeveelheid natuurlijk terrein per inwoner is van ruim 1700 m2 in 1900 gedaald naar slechts 294 m2 in 2017. In de laatste paar decennia bleef de oppervlakte natuurlijk terrein per inwoner nagenoeg constant.
De gegevens uit de jaren 2012 en 2015 zijn gebaseerd op het gecorrigeerd bodemgebruik volgens BBG versie 2017.
Woongebieden
De hoeveelheid stedelijk gebied (bebouwd en semi-bebouwd terrein) per inwoner is gestegen van 191 m2 in 1970 naar 240 m2 in 2017. De hoeveelheid stedelijk gebied per inwoner is voor de jaren vóór 1970 niet bekend.
In de oppervlakte woongebied per inwoner zijn grote verschillen tussen de landsdelen te ontdekken. In de noordelijke en zuidelijke provincies is deze oppervlakte hoger dan in de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Dit heeft te maken met de hogere bevolkings- en bebouwingsdichtheid in de woonplaatsen in de Randstad.
Parken, bossen en natuurgebieden
In provincies in het noorden en midden van het land is meer ruimte voor parken, bossen en natuurgebieden. Zo beschikt Gelderland met de Veluwe over veel bos, heeft Flevoland met de Oostvaardersplassen veel natuur binnen de provinciegrenzen en zorgen onder andere de Waddeneilanden voor het grote areaal natuur in Friesland. Door de relatief lage bevolkingsdichtheid in met name de noordelijke provincies wordt de oppervlakte groen per inwoner hier nog verder vergroot. De provincie Zuid-Holland beschikt verreweg over het minste groen per inwoner. Dit is de enige Nederlandse provincie waar de oppervlakte groen per persoon zelfs kleiner is dan de oppervlakte woongebied.
Wanneer de cijfers per gemeente worden bekeken dan zijn een paar clusteringen van hoeveelheid groen per inwoner te vinden in Gelderland (Veluwe), Flevoland, Drenthe, het grensgebied van Noord-Brabant en de Waddeneilanden. Belangrijke kanttekening bij deze weergave is dat inwoners van gemeenten zich niet per se houden aan gemeentegrenzen bij het gebruik van groen. Zo kan het zijn dat bewoners van een weinig groene stedelijke gemeente veel gebruik maken van parken, bossen en natuurgebieden van naastgelegen rustiger gemeenten.
Bronnen
- CBS (2003). Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector. Den Haag / Heerlen.
- CBS (2023). StatLine: Bodemgebruik per gemeente, vanaf 1996. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2023). StatLine: Bodemgebruik per provincie, vanaf 1900. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2023). StatLine: Bevolkingsontwikkeling vanaf 1899. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Veranderingen bodemgebruik, 1996 - 2017
- Kaart bodemgebruik van Nederland, 2017
- Bestand Bodemgebruik Nederland (BBG) is te bekijken op de website van Publieke Dienstverlening op de Kaart.
- Meer gegevens over het bodemgebruik is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
Ruimte per inwoner, 1900-2017
- Omschrijving
Ruimtegebruik per inwoner voor een aantal vormen van bodemgebruik. Met name woonterrein, natuurlijk terrein en bos.
- Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Saim Muhammad
- Berekeningswijze
De korte onderzoeksbeschrijving Bodemgebruik (CBS) geeft informatie over de berekeningsmethode. Tussen 1985 en 1989 is de wijze van gegevensverzameling gewijzigd. Voor 1989 werden de gegevens aangeleverd door de gemeenten. Vanaf 1989 vindt de inventarisatie plaats aan de hand van luchtfoto's.
Met ingang van het onderzoeksjaar 2000 wordt bij de inventarisatie van het bodemgebruik een nieuwe methodiek gevolgd. Vanaf dat jaar wordt gebruik gemaakt van de basisgeometrie van het digitale topografische basisbestand van de Topografische Dienst Nederland (CBS, 2003). De oppervlakte stedelijk gebied bestaat uit bebouwde terreinen en semi-bebouwde terreinen. Met deze selectie zijn alle tot dusver gemaakte jaargangen vergelijkbaar.Oppervlakte per gebruikscategorie per provincie en gemeente wordt gedeeld door het aantal inwoners. Voor de bepaling van groen is gebruik gemaakt van Park en plantsoenen, dagrecreatieve terreinen, bossen, natte en droge natuurlijke terreinen.- Basistabel
StatLine: Bodemgebruik per provincie, vanaf 1900 (CBS, 2023).
StatLine: Bodemgebruik per gemeente, vanaf 1996 (CBS, 2023).- Geografische verdeling
Nederland, provincies, gemeenten
- Andere variabelen
Voor de meeste hoofdterreintypen zijn er meer onderverdelingen beschikbaar dan in de tabel hierboven worden weergegeven.
- Verschijningsfrequentie
Eens in de twee à drie jaar
- Achtergrondliteratuur
Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector (CBS, 2003).
Korte onderzoeksbeschrijving Bodemgebruik (CBS).- Betrouwbaarheidscodering
B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2023). Ruimte per inwoner, 1900-2017 (indicator 0062, versie 12, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.