Ruimte per inwoner, 1900 - 2006
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Door de sterke groei van de Nederlandse bevolking tussen 1900 en 2006 is de beschikbare ruimte per inwoner in deze periode met bijna 67% afgenomen. De ruimte in Nederland is niet gelijkmatig verdeeld over het land. De perceptie van het ruimtegebruik in Nederland zal dus voor een inwoner van Groningen anders zijn dan iemand uit Zuid-Holland.
Hoeveelheid bos en natuur per inwoner sterk gedaald
De Nederlandse bevolking groeide tussen 1900 en 2006 van 5,1 naar 16,3 miljoen mensen. Met name door deze sterke groei is tijdens de twintigste eeuw de totale beschikbare ruimte per inwoner met bijna tweederde afgenomen, ook al kwamen tussen 1930 en 1968 de grote polders (Wieringermeer, Noordoostpolder en beide Flevopolders) tot stand. Ofschoon de totale oppervlakte natuur en bos de laatste twintig jaar is toegenomen, heeft de grootste afname in het aantal beschikbare m2 per inwoner zich juist in deze categorie voorgedaan. De hoeveelheid natuur en bos per inwoner is van ruim 1 700 m2 in 1900 gedaald naar slechts 296 m2 in 2006.
Landbouw, natuurlijk terrein en bos, 2006
De dunner bevolkte provincies hebben logischerwijze meer ruimte voor landbouw en natuur. Drenthe, Flevoland (o.a. Oostvaardersplassen) en Gelderland (Veluwe) hebben veel natuurgebied tot hun beschikking. Een inwoner van Friesland of Drenthe heeft in 2006 meer dan acht keer zo veel landbouwgrond ter beschikking als een bewoner van Zuid-Holland.
Wonen en werken, 2006
Per inwoner van Drenthe is er in 2006 ruim 200 m2 woongebied beschikbaar. Dit in tegenstelling tot bewoners van Zuid-Holland, die moeten het met de helft minder doen. Dat verschil wordt veroorzaakt door de hoge bevolkingsdichtheid daar. Ook voor werkgebied is er in de dunbevolkte provincies relatief meer ruimte. In Zeeland is er per inwoner twee keer zo veel ruimte beschikbaar voor werken dan in Noord-Holland.
Relevantie
De hoeveelheid groen in de directe leefomgeving van mensen bepaalt voor een deel de leefomgevingskwaliteit in stedelijke gebieden, en wordt in het algemeen door mensen als belangrijk gewaardeerd. Openbaar groen in de buurt heeft voor de stedelingen een positieve invloed op zowel de fysieke als de mentale gezondheid (De Boer en De Groot, 2010). Daarnaast heeft het ook een sociale functie als ontmoetingsplaats.
Bronnen
- CBS (2000). StatLine: Bodemgebruik in Nederland: 1989, 1993, 1996. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2003). Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector. Den Haag / Heerlen.
- CBS (2005). Bodemgebruik. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2009a). StatLine: Bodemgebruik in Nederland vanaf 1996. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2009b). StatLine: Historie bevolking. CBS, Den Haag / Heerlen.
- CBS (2009c). StatLine: Historie bodemgebruik. CBS, Den Haag / Heerlen.
- WHO (1997). Green cities, blue cities, pamphlet no. 18. World Health Organization.
- Boer, T.A. de. (2010) Waardering en recreatief gebruik van nationale landschappen door bewoners. WOt-rapport 109 (in voorbereiding). WOT Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.
- Boer, T.A. de & M. de Groot (2010). Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2009: Eerste herhalingsmeting landschap en groen in en om de stad. WOt-rapport (in voorbereiding). WOt Natuur & Milieu, Wageningen UR, Wageningen.
Relevante informatie
- Meer informatie over het bodemgebruik is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Ruimte per inwoner, 1900 - 2006
- Omschrijving
- Totale oppervlakte van Nederland plus de oppervlakten van de terreintypen: verkeersterrein, bebouwd terrein, semi-bebouwd terrein, recreatieterrein, agrarisch terrein, bos- en natuurlijk terrein, binnenwater en buitenwater (in km2, tijdreeks).
- Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
- Berekeningswijze
- De korte onderzoeksbeschrijving Bodemgebruik (CBS, 2005) geeft informatie over de berekeningsmethode. Tussen 1985 en 1989 is de wijze van gegevensverzameling gewijzigd. Voor 1989 werden de gegevens aangeleverd door de gemeenten. Vanaf 1989 vindt de inventarisatie plaats aan de hand van luchtfoto's.
Met ingang van het onderzoeksjaar 2000 wordt bij de inventarisatie van het bodemgebruik een nieuwe methodiek gevolgd. Vanaf dat jaar wordt gebruik gemaakt van de basisgeometrie van het digitale topografische basisbestand van de Topografische Dienst Nederland (TOP10Vector)(CBS, 2003). Ruimte per gebruikscategorie per provincie delen door het aantal inwoners. - Basistabel
- StatLine: Bodemgebruik in Nederland; 1989; 1993; 1996 (CBS, 2000).
StatLine: Bodemgebruik in Nederland vanaf 1996 (CBS, 2009a). - Geografische verdeling
- Nederland, per gemeente, per provincie, per COROP-gebied.
- Andere variabelen
- Voor de meeste hoofdterreintypen zijn er meer onderverdelingen beschikbaar dan in de tabel hierboven worden weergegeven.
- Verschijningsfrequentie
- Eens in de twee à drie jaar
- Achtergrondliteratuur
- Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector (CBS, 2003).
Bodemgebruik (CBS, 2005). - Betrouwbaarheidscodering
- B (schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is).
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2010). Ruimte per inwoner, 1900 - 2006 (indicator 0062, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.