Blootstelling geluid en veiligheid in LIB-gebieden Schiphol, 2004 - 2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Sinds 2006 neemt het aantal woningen in de sloopzone sterk af. Een belangrijk deel daarvan komt door onteigening in verband met infrastructurele werken. Ook in de veiligheidszone neemt het aantal woningen af, vooral door de afname in de sloopzone, die in zijn geheel binnen de veiligheidszone ligt. Het aantal woningen in het beperkingengebied neemt licht toe.

Ontwikkeling binnen LIB-gebieden

De ruimtelijke regels van het Luchthavenindelingbesluit (LIB, 2002) zorgen er voor dat bouwen beperkt blijft in gebieden met veel geluid en risico door luchtverkeer. Het LIB reguleert vooral woningbouw in een ruim gebied rond de luchthaven Schiphol. Deze indicator laat zien hoe het woonvolume zich ontwikkelt in het gebied rond de luchthaven.
Sinds 2006 neemt het aantal woningen in de sloopzone sterk af. Een belangrijk deel daarvan komt door onteigening in verband met infrastructurele werken. Ook in de veiligheidszone neemt het aantal woningen af, maar dat heeft vooral te maken met de afname in de sloopzone, die in zijn geheel binnen de veiligheidszone ligt. Het aantal woningen in het beperkingengebied neemt licht toe.

Werking van het LIB

De rijksoverheid reguleert de relatie tussen vliegen en ruimtelijke ordening rond Schiphol met het Luchthavenverkeerbesluit (LVB) en het Luchthavenindelingbesluit (LIB). Door deze instrumenten wordt wonen en vliegen zoveel mogelijk ruimtelijk op elkaar afgestemd. Het LVB regelt waar en hoe gevlogen mag worden. Het LIB regelt welk gebied bestemd is voor gebruik als luchthaven en voor welk gebied daaromheen beperkingen gelden ten behoeve van de veiligheid en geluidsbelasting. Het LIB geeft regels voor gebruik en bestemming van de grond in deze gebieden. LVB en LIB zijn in 2003 van kracht geworden.

Gebieden van het Luchthavenindelingbesluit

Het Luchthavenindelingbesluit kent een drietal typen beperkingengebieden (zie ook het besluit zelf (LIB, 2002)):

  • Sloopzones. Het LIB onderscheidt een veiligheidssloopzone (individueel-risico-contour 10-5) en een geluidsloopzone (geluidcontour 71 dB(A) Lden). Beide sloopzones zijn hier gecombineerd tot één zone. In de sloopzones zijn geen gebouwen toegestaan, behoudens bestaand gebruik van gebouwen met een kantoorfunctie of van bedrijven. Beëindiging van bestaande bewoning kan niet worden geëist, wel zodra de huidige bewoner de bewoning beëindigt. Gebouwen zijn niet toegestaan, tenzij deze gebouwen er al staan en volgens de bestemming worden gebruikt. Binnen de veiligheidssloopzone zijn geen nieuwe gebouwen toegestaan, In de geluidsloopzone, voor zover deze buiten de veiligheidssloopzone ligt, is bedrijvigheid toegestaan op grond van een verklaring van geen bezwaar.
  • Beperkingengebied individueel risico. Binnen dit gebied, (10-6 individueel-risico-contour) zijn geen gebouwen toegestaan, behoudens bestaand gebruik. Op basis van een verklaring van geen bezwaar is nieuwbouw mogelijk. Om grote concentraties van personen in deze contour te voorkomen is alleen vestiging van kleinschalige kantoren en logistieke bedrijven toegestaan. Daarbij moet het gaan om aan Schiphol gebonden kantoren en bedrijven.
  • Beperkingengebied geluid. Binnen dit gebied (geluidcontour 58 dB(A) Lden) zijn geen nieuwe woningen, woonboten, woonwagens, gebouwen met een onderwijsfunctie of gebouwen met een gezondheidszorgfunctie toegestaan, wel bestaand gebruik. Nieuwe bedrijfsgebouwen of bijvoorbeeld kazernes zijn hier dus wel toegestaan. In bijzondere gevallen zijn uitzonderingen mogelijk. Bijvoorbeeld in het geval van woningen, als sprake is van het opvullen van open gaten binnen aaneengesloten bebouwing, functiewijziging, herbouw van woningen op een minder milieubelastende plaats of bouw van bedrijfswoningen.


Naast de hierboven genoemde gebieden, die beperkingen stellen aan gebouwen, zijn er nog gebieden waar beperkingen gelden voor hoogte van objecten en voor activiteiten die een vogel aantrekkende werking hebben.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuur-historische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
  • Goed systeem van ruimtelijke ordening
  • Nationaal belang 8: Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's
  • Nationaal belang 13: Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Woningen in beperkingengebieden van het LIB
Omschrijving
Aantal woningen binnen de gebieden van het LIB, waarvoor verschillende ruimtelijke beperkingen gelden.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
De contouren van de gebieden zijn door PBL geleverd aan het CBS. Het CBS heeft kaartvlakken geconstueerd op basis van doorsneden van contouren en gemeenten en heeft daarin woningaantallen geprojecteerd. PBL heeft daarna alle vlakken van de betreffende contouren gecombineerd en de woningen geteld.
Basistabel
Woningregister van het CBS. Van de 4 typeringen van woongebouwen in het Woningregister zijn gebruikt het type woning en het type wooneenheid.Niet geteld zijn de typen recreatiewoningen en bijzondere woongebouwen.
Geografische verdeling
Gebieden rond de luchthaven Schiphol
Verschijningsfrequentie
2 jaar
Achtergrondliteratuur
Luchthavenindelingbesluit: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/luchtvaart/documenten-en-public…
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CLO (2012). Blootstelling geluid en veiligheid in LIB-gebieden Schiphol, 2004 - 2010 (indicator 2160, versie 01, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.