Netto arbeidsparticipatie, 2015
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het niveau van de netto arbeidsparticipatie in Nederland is in 2015 niet veranderd ten opzichte van 2014. Regionale verschillen in arbeidsparticipatie zijn over het algemeen beperkt. Alleen gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg hebben een relatief lage arbeidsparticipatie.
Lichte stijging arbeidsparticipatie
De arbeidsdeelname van de 15- tot 75-jarigen lag in 2015 op ruim 65% en is daarmee licht gestegen ten opzichte van 2014. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Wel lag deze nog 3 procentpunten lager dan in 2008 toen de netto arbeidsparticipatie een piek bereikt had van 68%. Na 2008 daalde vooral de arbeidsparticipatie onder mannen. Deze daling stopte in 2014 terwijl toen de arbeidsparticipatie onder vrouwen met een procentpunt daalde.
Van de vier grote steden heeft Utrecht het hoogste aandeel werkenden
Van de vier grootste gemeenten is de netto arbeidsparticipatie het hoogst in Utrecht (70%) en Amsterdam (66%). In Den Haag en Rotterdam ligt het aandeel werkenden beduidend lager dan het landelijke gemiddelde, respectievelijk 60% en 58% van de mensen tussen de 15 en 75 jaar heeft werk.
Hogere arbeidsparticipatie in midden van het land
De arbeidsparticipatie is vooral in het midden van het land hoog. Dit loopt van de kleine gemeentes in Zuid-Holland, tot aan de kop van Overijssel in het noorden en Noord Brabant in het zuiden. De arbeidsparticipatie is het laagste in gemeenten in Oost-Groningen en Zuid-Limburg.
Bronnen
- CBS (2016). Statline: Arbeidsdeelname, regionale indeling 2015. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Hbo- en wo-gediplomeerden, 2023
- Meer gegevens over de beroepsbevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Netto arbeidsparticipatie, 2015
- Omschrijving
- Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking. Tot de werkzame beroepsbevolking behoren alle personen van 15 tot en met 74 jaar met betaald werk van minimaal 1 uur per week of meer. De potentiële beroepsbevolking betreft alle personen in Nederland van 15 tot en met 74 jaar. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Sebastian Alejandro Perez
- Berekeningswijze
- Werkzame beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar gepercenteerd op de bevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief de bevolking in inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT-ers)). De cijfers naar regio zijn bepaald met een modelgebaseerde schattingsmethode. Om de kwaliteit van de modellen te verhogen zijn model variabelen opgenomen met een sterk voorspellend karakter voor de doelvariabele. Voor het schatten van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van Bayesiaanse schattingsmethoden. Meer informatie over de schattingsmethodiek is te vinden in de publicatie Small area estimates of labour status in Dutch municipalities. Dit document is te raadplegen via deze link.
- Geografische verdeling
- Gemeenten
- Andere variabelen
- Onderwijsniveau van de bevolking
- Verschijningsfrequentie
- Jaarlijks
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
- Opmerking
- Ten opzichte van de verslagjaren 2009 tot en met 2013 (versies 1 t/m 5) is er sprake van een verandering van zowel het begrip werkzaam als de populatie. In de verslagjaren 2014 en 2015 (versies 6 en 7) is een persoon werkzaam als hij/zij werk heeft van 1 uur of meer in de week. Dit was, in de versies 1 tot en met 5, 12 uur of meer per week. De populatie betreft nu personen in de leeftijd 15 tot 75 jaar. Dit was, in de versies 1 tot en met 5, 15 tot 65 jaar.
In de verslagjaren 2014 en 2015 is voor het eerst gebruik gemaakt van de kleine domein schatter methode voor nauwkeurige uitkomsten. - Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2016). Netto arbeidsparticipatie, 2015 (indicator 2099, versie 07, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.