Netto arbeidsparticipatie, 2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het niveau van de netto arbeidsparticipatie in Nederland is de afgelopen drie jaar vrijwel gelijk gebleven. In de Randstad en Noord-Brabant is dit aandeel iets hoger dan gemiddeld terwijl de gemeenten in de grensprovincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg een relatief lage arbeidsparticipatie hebben.

Arbeidsparticipatie onveranderd

In 2012 bedroeg de arbeidsdeelname van de 15- tot 65-jarigen 67%. Dit is vergelijkbaar met de situatie in 2010 en 2011. Wel is in vergelijking met 2008 sprake van een lichte daling. In dat jaar had de netto arbeidsparticipatie een absolute piek bereikt van 68%. De arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen kent een verschillend verloop. Zo is sinds 2008 de netto arbeidsparticipatie van mannen met 3 procentpunten gedaald, terwijl die van vrouwen met 1 procentpunt toenam. Deze laatste stijging is in lijn met de langdurige trend van stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen. In 1996 lag de netto arbeidsparticipatie van vrouwen op 45%, in 2012 is dit gestegen tot 61% . Daarmee ligt de arbeidsparticipatie van vrouwen nog wel beduidend lager dan die van mannen (74%).

Van de vier grootste steden heeft Utrecht het hoogste aandeel werkenden

Van de vier grootste steden is de netto arbeidsparticipatie het hoogst in Utrecht (69%) en Amsterdam (68%). In Den Haag ligt het aandeel werkenden met 63% beduidend lager dan het landelijke gemiddelde. Ditzelfde geldt voor Rotterdam; in deze stad heeft 62% van de mensen tussen de 15 en 65 jaar werk van minimaal 12 uur in de week.

Hoge arbeidsparticipatie in Randstedelijke gemeenten en Noord-Brabant

In de Randstedelijke gemeenten buiten de vier grootste steden, is de arbeidsparticipatie iets hoger dan gemiddeld; meer dan 70% van de mensen in de omgeving van de Randstad heeft werk van minimaal 12 uur in de week. Ook in Noord-Brabant en rond Nijmegen ligt de arbeidsparticipatie relatief hoog. Daarentegen hebben veel gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg een lagere arbeidsparticipatie.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Netto arbeidsparticipatie, 2012
Omschrijving
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking. Tot de werkzame beroepsbevolking behoren alle personen van 15 tot en met 64 jaar met betaald werk van minimaal 12 uur per week. De potentiële beroepsbevolking betreft alle personen in Nederland van 15 tot en met 64 jaar.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Werkzame beroepsbevolking 15 tot en met 64 jaar / Bevolking 15 tot en met 64 jaar (exclusief de bevolking in inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT-ers))
Basistabel
StatLinetabel met kerncijfers uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB): Beroepsbevolking; kerncijfers naar geslacht en andere persoonskenmerken.
Geografische verdeling
Gemeenten
Andere variabelen
Opleidingsniveau van de bevolking
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
15
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CLO (2013). Netto arbeidsparticipatie, 2012 (indicator 2099, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.