Netto arbeidsparticipatie, 2013
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
Het niveau van de netto arbeidsparticipatie in Nederland is in 2013 verder gedaald. Regionale verschillen in arbeidsparticipatie zijn over het algemeen beperkt. Alleen gemeenten in de grensprovincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg hebben een relatief lage arbeidsparticipatie.
Arbeidsparticipatie vrouwen voor het eerst gedaald
De arbeidsdeelname van de 15- tot 65-jarigen lag in 2013 op 66%. Dit is ruim 1 procentpunt lager dan in 2012, en ruim 2 procentpunten lager dan 2008 toen de netto arbeidsparticipatie een absolute piek bereikt had van 68%. Sindsdien is de netto arbeidsparticipatie van mannen met bijna 5 procentpunten gedaald. In deze zelfde periode nam de arbeidsparticipatie van vrouwen nog wel licht toe. In 2013 is een eind gekomen aan deze langdurige trendmatige stijging en was de arbeidsparticipatie van vrouwen in 2013 iets lager dan in 2012. De arbeidsparticipatie van vrouwen (60%) ligt nog altijd beduidend lager dan die van mannen (72%).
Van de vier grote steden heeft Utrecht het hoogste aandeel werkenden
Van de vier grootste steden is de netto arbeidsparticipatie het hoogst in Utrecht (70%) en Amsterdam (66%). In Den Haag en Rotterdam ligt het aandeel werkenden beduidend lager dan het landelijke gemiddelde, respectievelijk 63% en 59% van de mensen tussen de 15 en 65 jaar heeft werk van minimaal 12 uur in de week.
Hoge arbeidsparticipatie in Randstedelijke gemeenten en Noord-Brabant
De Randstedelijke gemeenten buiten de vier grootste steden, hebben een licht hogere arbeidsparticipatie dan gemiddeld. Meer dan 70% van de mensen in de omgeving van de Randstad heeft werk van minimaal 12 uur in de week. Ook in Noord-Brabant en rond Nijmegen ligt de arbeidsparticipatie relatief hoog, zeker in vergelijking met veel gemeenten in de provincies Groningen, Zeeland en Zuid-Limburg die een lagere arbeidsparticipatie hebben.
Bronnen
- CBS (2014). Statline: Beroepsbevolking: kerncijfers naar geslacht en andere persoonskenmerken. CBS, Den Haag / Heerlen.
Relevante informatie
- Hbo- en wo-gediplomeerden, 2023
- Meer gegevens over de beroepsbevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- Netto arbeidsparticipatie, 2013
- Omschrijving
- Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking. Tot de werkzame beroepsbevolking behoren alle personen van 15 tot en met 64 jaar met betaald werk van minimaal 12 uur per week. De potentiële beroepsbevolking betreft alle personen in Nederland van 15 tot en met 64 jaar. - Verantwoordelijk instituut
- Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Clemens Siermann
- Berekeningswijze
- Werkzame beroepsbevolking 15 tot en met 64 jaar / Bevolking 15 tot en met 64 jaar (exclusief de bevolking in inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT-ers))
- Basistabel
- StatLinetabel met kerncijfers uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB): Beroepsbevolking; kerncijfers naar geslacht en andere persoonskenmerken.
- Geografische verdeling
- Gemeenten
- Andere variabelen
- Opleidingsniveau van de bevolking
- Verschijningsfrequentie
- Onregelmatig
- Achtergrondliteratuur
- Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de Enquête beroepsbevolking (EBB) op de website van het CBS.
- Betrouwbaarheidscodering
- C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2014). Netto arbeidsparticipatie, 2013 (indicator 2099, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.