Aantalsontwikkeling overwinterende watervogels

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het aantal doortrekkende en overwinterende watervogels in Nederland is de laatste sterk tijd toegenomen.

Ontwikkeling

Gemiddeld genomen is het aantal doortrekkende en overwinterende watervogels de laatste tijd toegenomen. Dat geldt vooral voor de ganzen en zwanen en in mindere mate voor eenden en steltlopers. Soortgewijs zijn er verschillen, zo is een aantal soorten achteruitgegaan. De oorzaken voor toe- en afname van soorten zijn zeer verschillend, en soms niet te achterhalen. Voor veel trends wordt aangenomen dat ze vooral veroorzaakt zijn door veranderingen in waterkwaliteit, menselijk gebruik (visserij, landbouw), natuurontwikkeling en beheer. Deze processen hebben vooral via de voedselbeschikbaarheid grote gevolgen voor het aantal watervogels dat een gebied kan herbergen.

Aantallen watervogels

Het waterrijke Nederland is voor watervogels erg aantrekkelijk. Gemiddeld verbleven hier in de periode juli 2005 tot en met juni 2006 2,5 miljoen watervogels per maand. In de winter zijn de aantallen met de vele doortrekkende en overwinterende watervogels het hoogst. Zo zijn er in januari 2006 5,4 miljoen watervogels in Nederland geteld.

Internationale verdragen

Nederland is door haar ligging in de delta van een aantal grote rivieren een watervogelland bij uitstek. Niet alleen broeden er vele aan water gebonden vogelsoorten, maar vooral de grote aantallen doortrekkende en overwinterende watervogels maken dat Nederland grote verantwoordelijkheid heeft voor de bescherming van watervogels. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in internationale verdragen, zoals de Ramsar Conventie, de African Eurasian Waterbird Agreement (onderdeel van de Conventie van Bonn) en de EU-Vogelrichtlijn.

Bronnen

  • Roomen, M., E. van Winden, K. Koffijberg, L. van den Bremer, B. Ens, R. Kleefstra, J. Schoppers, J-W. Vergeer, SOVON Ganzen- en Zwanenwerkgroep en L. Soldaat (2007). Watervogels in Nederland in 2005/2006. SOVON-monitoringrapport 2007/03. Waterdienst-rapport BM07.09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Roomen, M.W.J. van, A. Boele, M.J.T. van der Weide, E.A.J. van Winden en D. Zoetebier (2000). Belangrijke vogelgebieden in Nederland, 1993-1997. Actueel overzicht van Europese vogelwaarden in aangewezen en aan te wijzen speciale beschermingszones en andere belangrijke gebieden. SOVON-informatierapport 2000/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Soldaat, L., H. Visser, M. van Roomen en A. van Strien (2007) Smooting and trend detection in waterbird monitoring data using structural time-series analysis and the Kalman filter. Journal of Ornithology. Volume 148, supplement 2: 351-357. DOI.10.1007/s10336-007-0176-7.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aantalsontwikkeling overwinterende watervogels
Omschrijving
Ontwikkeling overwinterende watervogels als groep
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De Soortgroep Trend Index (STI) betreft de gemiddelde index (1975=100) van de volgende soorten:Eenden: bergeend, brilduiker, eidereend, grote zaagbek, krakeend, krooneend, kuifeend, middelste zaagbek, nonnetje, pijlstaart, slobeend, smient, tafeleend, topper, wilde eend, wintertaling en zwarte zee-eend.Ganzen en zwanen: brandgans, dwerggans, grauwe gans, grote Canadese gans, kleine rietgans, kleine zwaan, knobbelzwaan, kolgans, nijlgans, rotgans, taigarietgans, toendrarietgans en wilde zwaan.Steltlopers: bontbekplevier, bonte strandloper, drieteenstrandloper, goudplevier, groenpootruiter, grutto, kanoet, kievit, kluut, krombekstrandloper, rosse grutto, scholekster, steenloper, strandplevier, tureluur, wulp, zilverplevier en zwarte ruiter.Overige soorten: aalscholver, blauwe reiger, dodaars, fuut, geoorde fuut, grote mantelmeeuw, grote zilverreiger, kleine zilverreiger, kokmeeuw, kuifduiker, lepelaar, meerkoet, stormmeeuw, waterhoen en zilvermeeuw.De gegevens zijn ontleend aan het watervogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring. In dit meetnet worden in de meeste maanden van het jaar alle watervogels geteld in alle belangrijke moeras- en watergebieden in Nederland.
Basistabel
De index van de betrokken soorten met hun trend staan onder het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Roomen, M., E. van Winden, K. Koffijberg, L. van den Bremer, B. Ens, R. Kleefstra, J. Schoppers, J-W. Vergeer, SOVON Ganzen- en Zwanenwerkgroep en L. Soldaat (2007). Watervogels in Nederland in 2005/2006. SOVON-monitoringrapport 2007/03. Waterdienst-rapport BM07.09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Opmerking
De trendbeoordeling (zie tabblad onder download figuurdata) bij deze graadmeter is gebaseerd op de uitkomst van trendspotter
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CLO (2008). Aantalsontwikkeling overwinterende watervogels (indicator 1382, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.