Zeevogels en olieverontreiniging langs de Nederlandse kust, 1971-2020

Vogels zijn gevoelig voor olieverontreinigingen op zee. Het aandeel met olie besmeurde kadavers van aangespoelde zeevogels is een maat voor het niveau van de chronische olievervuiling op zee. Al jaren is er sprake van een afname van het aantal olieslachtoffers langs de Nederlandse kust, maar de laatste jaren is die afname versneld.

Zeekoet is graadmeter voor olievervuiling voor Noordzeelanden

Vogels die veel tijd zwemmend en in grote concentraties op zee doorbrengen, lopen de meeste risico's om slachtoffer te worden van olievervuiling. Dat geldt voor alkachtigen (zoals de zeekoet), maar zeker ook voor de op open zee levende jan-van-genten en drieteenmeeuwen. De zeekoet is een oliegevoelige maar ook heel talrijke soort die binnen de OSPAR-conventie werd uitgekozen als graadmeter voor de olievervuiling op een Europese schaal. De doelstelling is gemiddeld 10% of minder olieslachtoffers als aandeel van aangespoelde vogels over een periode van tenminste vijf jaren.

Oliebevuilingspercentages sinds 1970 sterk afgenomen

In de periode 1971-2000 werden geleidelijke afnames in de percentages olieslachtoffers gevonden. Aanvankelijk, in 1971-1990 was meer dan 80% van aangespoelde jan-van-genten, drieteenmeeuwen en zeekoeten met olie besmeurd. In 1991-2010 ging het bij deze soorten om 55 tot 75% van deze exemplaren die besmeurd waren met stookolie. Bij eidereend en zilvermeeuw daalden de percentages wel al sneller naar ongeveer 10% van het de aangespoelde vogels.
De laatste jaren is het percentage olieslachtoffers onder alle 5 beschouwde soorten scherp gedaald: nog maar 3% van alle jan-van-genten en drieteenmeeuwen en bijna 15% van alle zeekoeten. De laatste vijf jaar is het gemiddelde aantal zeekoeten echter al gedaald beneden de 6%. De positieve trend zet ook bij deze soort dus heel sterk door.
Onder kustvogels was de afname nog veel opvallender. Bedroeg het percentage olieslachtoffers onder eidereenden en zilvermeeuwen in de periode 1971-1980 nog respectievelijk 63% en 53%, in 2011-2020 werd nog maar bij uitzondering een met olie besmeurd exemplaar gevonden (ongeveer 1%).
De gegevens wijzen op een afname van de chronische olievervuiling op de Noordzee, waarbij vooral de kustwateren en de Waddenzee geprofiteerd hebben van intensieve controles. Op open zee zou de chronische vervuiling nog verder teruggedrongen kunnen worden. De afname daar is nog niet genoeg om aan de OSPAR-doelstellingen te voldoen.
Met het bereiken van de lage percentages stookolieslachtoffers zijn de doelstellingen van OSPAR voor 2020 ruimschoots behaald en zijn zelfs de doelstellingen voor 2030 al bereikt.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Zeevogels en olieverontreiniging Noordzee
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
NIOZ, Kees Camphuysen
Berekeningswijze
Tellingen % olieslachtoffers aangespoelde vogels Noordzeestrand in winterperiode binnen representatief deel van de Nederlandse kust door vrijwilligers Nederlandse Zeevogelgroep. Om een betrouwbare index te berekenen, is een steekproef van minimaal 25 (algemenere) kadavers per soort nodig. Tellingen uitgevoerd door geïnstrueerde vrijwilligers volgens een gestandaardiseerde methode. Zie Camphuysen 2010.
Basistabel
Afkomstig van NIOZ
Geografische verdeling
Noordzee
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Vijfjaarlijks
Achtergrondliteratuur
NIOZ-website: Olievervuiling Noordzee naar aanvaardbaar minimum teruggebracht Camphuysen C.J. (2022). Mission accomplished: chronic North Sea oil pollution now at acceptable levels, with Common Guillemots Uria aalge as sentinels. SEABIRD 34 (2022): 1-32.
Opmerking
Ten opzichte van eerdere versies van deze indicator zijn nu ook historische gegevens in de analyse betrokken die nog niet eerder waren meegenomen. Dit verklaart de verschillen ten opzichte van de oudere cijferdocumenten.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CLO (2023). Zeevogels en olieverontreiniging langs de Nederlandse kust, 1971-2020 (indicator 1254, versie 05, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.