Nitraat in het bovenste grondwater onder landbouwgebieden, 1992-2002
U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
De nitraatconcentraties in het bovenste grondwater in zandgebieden nemen af, maar overschrijden nog steeds de norm. De nitraatconcentraties in de kleigebieden bevinden zich rond de norm en in veengebieden ruim eronder.
Ontwikkeling nitraatconcentratie onder landbouwgrond in zandgebieden
De nitraatconcentraties in het bovenste grondwater onder landbouw op zand liggen op grote schaal boven de norm van 50 mg/l. De nitraatconcentraties in de zandgebieden vertonen de laatste jaren wel een dalende trend. Door verschillen in neerslag komen tussen de jaren grote verschillen voor. De hiervoor gecorrigeerde nitraatconcentratie geeft in de periode 1992-2000 een licht dalende tendens te zien.
Ontwikkeling nitraatconcentratie onder landbouwgrond in klei- en veengebieden
Nitraatconcentraties in de kleigebieden zijn duidelijk lager dan die bij zandgronden hoewel ook in kleigebieden vaak concentraties van 50 mg/l voorkomen. In veengebieden blijven de concentraties het laagst.
Beleid
De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en daarna de Europese Unie (EU; Drinkwaterrichtlijn in 1980) en de Nederlandse overheid (Waterleidingwet) hebben voor nitraat een waarde van 50 mg/l vastgesteld als maximaal toelaatbaar risico (MTR)-waarde voor water voor de menselijke consumptie. De EU-Nitraatrichtlijn gaat ervan uit dat de MTR-waarde moet gelden voor al het water dat een mogelijke bron is voor de drinkwatervoorziening. Het gevolg is dat ook het grondwater in Nederland aan deze MTR-waarde dient te voldoen. Onderdeel van de EU-Nitraatrichtlijn is een beperking van de hoeveelheid toegediende stikstof via dierlijke mest tot 170 kg/ha. Nederland geeft invulling aan de Nitraatrichtlijn via het mineralenaangiftesysteem (MINAS) en een systeem van mestafzetcontracten (MAO). Nederland wil in afwijking van de nitraatrichtlijn op grasland tot 250 kg N/ha uit dierlijke mest toedienen. Voor deze zogenaamde derogatie moet de Europese Commissie nog toestemming geven.
Relevantie
Stikstofuitspoeling (waaronder nitraat) naar het grondwater bedreigt de kwaliteit van het drinkwater. In de lager gelegen zand-, klei- en veengebieden spoelt stikstof vooral uit naar het oppervlaktewater waardoor het waterecosysteem (inclusief oevers) wordt bedreigd. Momenteel (situatie 1999) wordt op 11 pompstations de streefwaarde voor nitraat (25 mg/l) overschreden. Voor winningen in het Zuid Limburgse lössgebied geldt dat bij meerdere winningen de concentratie tussen 30 en 40 mg/l ligt. Bij 2 pompstations zijn aanvullende zuiveringsmaatregelen nodig om de drinkwaternorm in het afgeleverde water niet de overschrijden (Willems et al., 2002).
Methodiek
De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk meetnet effecten mestbeleid waarin op een groot aantal landbouwbedrijven regelmatig de nitraatconcentratie in de bovenste meter van het grondwater of in de drainafvoer wordt gemeten. Voor de zandgebieden is een methode ontwikkeld om de gemeten nitraatconcentratie voor neerslag, grondwaterstand en samenstelling van de groep van bemonsterde bedrijven te corrigeren, zodat een reële vergelijking in de tijd mogelijk is (Boumans, 1997). Deze methode is toegepast voor gegevens tot en met 2000. Voor latere jaren is de correctie nog in bewerking. Voor klei- en veen gebieden moet een dergelijke methode nog worden ontwikkeld.
Bronnen
- Willems, W.J., B. Fraters et al. (2002). Nutriënten in bodem en grondwater: kwaliteitsdoelstellingen en kwaliteit 1984-2000. RIVM (rapportnr. 718 201 004), Bilthoven.
- Boumans, L.J.M., G. van Drecht et al. (1997). Effecten van neerslag op nitraat in het bovenste grondwater onder landbouwbedrijven in de zandgebieden. RIVM (rapportnr. 714 831 002), Bilthoven.
Relevante informatie
- Fraters, B., H.A. Vissenberg et al. (1997). Resultaten Meetprogramma Kwaliteit Bovenste Grondwater Landbouwbedrijven in het zandgebied (MKBGL-zand) 1992-1995. RIVM (rapportnr. 714 801 014), Bilthoven.
- RIVM (2002). Minas en milieu. RIVM (rapportnr. 718 201 005), Bilthoven.
- Landelijk meetnet effecten mestbeleid.
Technische toelichting
- Naam van het gegeven
- -
- Omschrijving
- -
- Verantwoordelijk instituut
- -
- Berekeningswijze
- -
- Basistabel
- -
- Geografische verdeling
- -
- Verschijningsfrequentie
- -
- Betrouwbaarheidscodering
- -
Archief van deze indicator
Bekijk meer Bekijk minder
Referentie van deze webpagina
CLO (2003). Nitraat in het bovenste grondwater onder landbouwgebieden, 1992-2002 (indicator 0271, versie 04, ), www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.